En ook nog eens lekker tegenstrijdig.
De eerste maand van 2013 bracht ik nog door in Parijs. Dit was de leukste maand van mijn uitwisseling – deels omdat ik me eindelijk echt op mijn plek begon te voelen, maar ook omdat ik op een paar tentamens na geen les meer had en dus lekker kon dwalen door die zonovergoten straten. Januari was koud, maar kraakhelder.
Soms denk ik: god Lisa, was nou maar een jaar gebleven, er was daar nog zoveel te winnen – maar uiteindelijk was het maar goed ook dat ik gewoon in Nederland was. Bovendien was ik maar wat blij dat ik weer mijn oude Amsterdamse kamer kon betrekken, weer college kon volgen in mijn eigen taal, weer kon afspreken met mijn Nederlandse vrienden en weer bij mijn ouders op de bank kon hangen.
Ook niet onbelangrijk: bijna direct toen ik naar Nederland kwam, kreeg ik nieuw werk, leuk werk met leuke collega’s. Hierdoor moest ik wel na 3,5 jaar afscheid nemen van mijn andere leuke werk en andere leuke collega’s. Nu zal ik het niet missen om telkens naar Rotterdam te moeten reizen om te werken (nu werk ik vanuit huis! Ha! Ha! Ha!) maar ik vond het aardig moeilijk om daar weg te gaan. Toch is het goed, want ik ben heel blij met waar ik nu ben en wat ik nu doe.
Op familie-gebied ging het daarentegen belabberd. Mijn oma’s overleden allebei, iets waar ik nog steeds ontzettend veel moeite mee heb. Daarnaast ging het met de rest ook niet bepaald lekker. Wel een hoogtepunt: dat mijn broer(tje) na wat (veel) gedoe eindelijk zijn vwo-diploma haalde en met de opleiding sportmarketing kon beginnen.
Daarnaast heb twee keer met Dionne een 10 km-run gelopen, waarvan ik één keer (de eerste keer) in een hele mooie tijd rende. Ik heb mijn bachelorscriptie geschreven. Ik heb een aantal bloggers ontmoet. Ik ben naar Thailand gegaan, en toen meteen weer terug. Ik heb Southampton en Londen en Cornwall bezocht. En Parijs, nog een keertje. Vanaf september blog ik echt idioot consequent en ik heb dit nog geen enkele keer verzaakt. Ook zag ik mijn vrienden regelmatig en vinden ze me nog steeds lief (en ik hen ook).
En nu ga ik gauw eens stofzuigen, voordat de oudjaarsvisite komt. Deze visite bestaat uit een bijzonder leuke jongen die ik begin 2013 voor het eerst ontmoet heb. Na maanden en maanden van hopen dat hij mij misschien wellicht ook een klein beetje leuk zou vinden (eventueel), volgden maanden en maanden waarin we elkaar ook daadwerkelijk zagen – en waarin ik erachter kwam dat ik me over mijn vragen niet zoveel zorgen hoefde te maken. Dit mag zo in 2014 nog wel even doorgaan. Graag zelfs.