In november las ik maar twee boeken uit, allebei voor mijn studie. Gelukkig waren ze leuk. Ik had het laatst met wat mensen over dat er personen zijn die Nederlands gaan studeren en vervolgens durven te klagen over de hoeveelheid die ze moeten lezen – ten eerste, waarom heb je dan deze studie gekozen, en ten tweede, we hoeven eigenlijk helemaal niet zoveel te lezen! (Dat ik maar zo weinig uit heb weten te krijgen, is mij ook een raadsel.)
Connie Palmen – Logboek van een onbarmhartig jaar
Dit boek heb ik twee jaar geleden ook al eens behandeld voor een werkgroep. Toen lazen we daarnaast andere romans van Palmen, heel leuk vond ik dat, alleen leek het college vaak meer op een haat-aan-Connie-college. Echt, mijn medestudenten hadden geen goed woord voor haar over. Ze konden er niet tegen dat de schrijfster zoveel over zichzelf praatte, dat ze zo’n elitaire houding aannam en oh, ze kon ook totaaal niet schrijven! Oké, de eerste twee punten waren misschien een beetje waar, maar ik werd toch bang van hun fanatieke afkeer jegens Con.
Dit keer waren mijn studiegenoten gelukkig iets gematigder – misschien lag het eraan dat de gemiddelde leeftijd in de collegezaal inmiddels iets omhoog is gegaan, misschien volg ik dit vak gewoon met aardigere mensen. Anyway, ik vind Logboek nog steeds een mooi boek. Palmen hield het bij na de dood van haar echtgenoot Hans van Mierlo. Het gaat vooral over de ontwikkeling van het verdriet, verweven met herinneringen aan hun tijd samen. Palmen vertelt natuurlijk nooit de hele waarheid en heeft tijdens het herschrijven ontzettend veranderd aan de inhoud van het logboek, maar toch is het eindresultaat niet echt een roman. Dat maakt niet uit, het is heel mooi om te lezen. (Wel heel zielig.)
Ilja Leonard Pfeijffer – La Superba
La Superba las ik wel voor het eerst, en ik moet toegeven dat ik er niet direct kapot van was. Het boek begint met de zin “Het mooiste meisje van Genua werkt in de Bar met de Spiegels.” Oh nee, dacht ik, daar heb je weer zo’n lelijke oude man die een beetje gaat zitten dromen over meisjes van de helft van zijn leeftijd, wat kansloos en cliché. Niet veel later beschrijft Pfeijffer een straat waar allemaal prostituees staan, en ik heb een theorie: schrijvers die over dames van lichte zeden schrijven, zijn per definitie onsympathiek.
Maar goed, niet veel later heeft hij het over hij hoe hij ‘per ongeluk’ een afgehakt been bemint, en dat vind ik dan wel weer leuk.
Bovendien moest ik het toch uitlezen. En langzaam ging ik het fantastisch vinden. La Superba gaat over de in het noorden beroemde dichter Ilja Leonardo, die een beetje door de straten van Genua loopt en daar allerlei interessante figuren ontmoet. Heden, verleden, fantasie, alles loopt door elkaar, is continu ironisch, maar dan weet Pfeijffer er toch nog bloedserieus vluchtelingenverhalen doorheen te weven. En dat detoneert dan absoluut niet.
Maar het is en blijft geen feministisch verantwoord boek, iets wat ik maar subtiel moet verwerken in het onderzoeksverslag hierover. Hiervoor mag ik trouwens ook zulke filmpjes kijken, love my life:
Esther Gerritsen – Roxy
“Huh, Lisa, jij had toch maar twee boeken uitgelezen deze maand?”
Ja, dat is waar, maar ik bedacht me laatst ineens dat ik deze helemaal ben vergeten in één van mijn vorige blogs! En dat terwijl ik er niet bepaald kort mee bezig geweest ben – ik las het boek om het te kunnen recenseren voor Absint. Ik recenseer eigenlijk nooit boeken, dus ik vond het ook nog eens best moeilijk. Maar goed. Roxy gaat over een 27-jarige vrouw wiens oudere echtgenoot verongelukt. Zij woonde al sinds haar 17e bij hem en moet nu ineens uitvinden wie ze is en hoe ze volwassen moet zijn, want dat laatste is ze naar haar gevoel nooit echt geworden.
Het leukste aan dit boek vond ik het hoofdpersonage. Ze is lomp en egoïstisch, waardoor ze erg grappige dingen uitkraamde. Het verhaal is alleen iets te kort. Normaal gesproken vind ik altijd dat auteurs veeeel te lang doorwauwelen, er gebeurt altijd zoveel dat ook niet had moeten gebeuren, maar in dit boek is het omgekeerde het geval. Toen ik het uit had, wilde ik juist dat ik verder kon lezen. Eigenlijk wil ik dat nog steeds wel een beetje. Ook een aanrader, dus.
Hee leuk, ik heb net Roxy uit voor m’n boekenclub. Maar ik vond er juist het tegenovergestelde van. Dat kan komen omdat het verhaal dus te kort is. Waardoor ik er steeds niet lekker in zat. Of zoiets.
Dat zou kunnen! Grappig om te horen, want ik zat er dus meteen al helemaal in.
Je hebt me nu wel nieuwsgierig gemaakt naar ‘La Superba’. Leuk dat je het uiteindelijk toch met plezier hebt gelezen.
Ik heb Roxy nog niet gelezen maar vind de personages van Esther Gerritsen meestal erg leuk beschreven!
Op jou blog komen boeken aan bod waar ik zelf niet zo snel aan zou denken en als ik dan jou mening daarvan lees vaak anders over het boek ga denken! Bedankt daarvoor 🙂
Ha, dat vind ik leuk om te horen! Graag gedaan 🙂
Connie Palmen. Ik heb een keer een column over haar geschreven. Maar ik heb nog nooit iets van haar gelezen 😮
Wat heb je dan in die column geschreven? 😛
Dat lijkt met juist het leukste aan een studie Nederlands, dat lekker veel mag lezen 😀 Ben persoonlijk benieuwd naar Roxy, klinkt goed!