Author Archives: Lisa

staarwedstrijd met de trash-emoji 🚮

Het engste dat ik ooit gedaan heb, is een tweede boek uitbrengen.

Natuurlijk was ik zenuwachtig toen Bijna echt twee jaar geleden in de winkels lag. Ik zag al helemaal voor me hoe vrienden en familie zouden ontdekken dat ik maar een matige schrijver was en dat ze me massaal zouden ghosten op WhatsApp, en hoe vreemden op Twitter ‘omg Lisa van Campenhout is echt trash 🚮’ zouden schrijven (ja, inclusief die emoji – die emoji is mijn grootste angst. Ik heb nachtmerries over die emoji. ‘s Avonds als ik alleen thuis ben durf ik niet in de spiegel te kijken, omdat ik bang ben dat die emoji terug staart, als een soort geestverschijning.)

Tegelijkertijd dacht ik dat het allemaal wel mee zou vallen, omdat niemand het boek zou lezen. Ik ben geen bekende Nederlander, dus niemand zou weten dat Bijna echt bestond. En als je niet weet dat iets bestaat, dan kun je er ook geen gemene recensie over schrijven, toch?

Het liep anders: oplettende (boeken)bloggers en bookstagrammers hadden Bijna echt in no time uit, en al gauw overspoelde mijn timeline met berichten van bekenden en onbekenden. De meeste reacties waren ook nog eens superlief en positief – ook iets wat ik van tevoren niet had durven hopen. (En hoewel er heus wel negatieve reviews tussen zaten, zou ik die niet echt gemeen willen noemen.) De enthousiaste reacties hebben me zoveel goed gedaan.

Nu Anders, beter binnen één week uitkomt, ben ik vele malen zenuwachtiger dan bij mijn eerste boek. Ik ga er niet klakkeloos vanuit dat net zoveel mensen het oppakken als Bijna echt, maar dit keer weet ik in ieder geval dat er wél mensen zijn die het gaan lezen, en dat ze een mening gaan hebben. En dat is aan de ene kant fantastisch – ik heb dit boek niet voor niets geschreven. Ik wíl dat mensen Anders, beter gaan lezen! Ik vind het verhaal zelf leuk en spannend en grappig en interessant – dus waarom zou ik dat niet met de hele wereld willen delen? Tegelijkertijd draait het worst case scenario-centrum in mijn brein overuren:

  • Wat nou als mensen het saai vinden?
  • Wat nou als mensen het plot ongeloofwaardig vinden?
  • Wat nou als mensen teleurgesteld zijn omdat ze Bijna Echt beter vonden?
  • Wat als mensen vinden dat het te veel lijkt op Bijna Echt?
  • Wat als mensen vinden dat het te weinig lijkt op Bijna Echt?
  • Wat nou als mensen mijn personages niet snappen?
  • Wat nou als mensen verkeerd interpreteren wat ik (niet) probeer te zeggen?

Vooral die laatste twee dingen boezemen me nogal veel angst in (bíjna net zoveel als de trash-emoji). Kijk, als je mijn boek niet spannend genoeg vindt, dan is dat ook niet leuk, maar dat is een kwestie van techniek. Volgende keer beter. Maar wat nou als mensen over míj oordelen? Het boek behandelt namelijk best wel zware onderwerpen, en mijn personages gedragen zich allesbehalve alleen maar goed of alleen maar slecht, en ik kan me voorstellen dat mensen hierdoor conclusies gaan trekken over wie ík ben.

En of dat nou terecht is of niet: dat is best moeilijk, voor iemand die altijd nogal graag ‘aardig’ gevonden wil worden. (Vooral omdat het niet alleen gaat over de meningen van mensen die ik ken van internet, maar ook over die van mensen in mijn omgeving. Mijn opa snapte bij Bijna Echt bijvoorbeeld niet waarom ik als “zo’n lieve meid” schreef over iemand die zulke immorele dingen deed…).

Tegelijkertijd geloof ik er heilig in dat je vooral iets moet maken waar je zélf in gelooft. Natuurlijk wil je als schrijver ook heel graag iets meegeven aan je lezers, en je wilt dat mensen je boeken kopen want anders wil niemand je volgende boek uitgeven, maar iets maken wat jíj waardevol vindt, is altijd het uitgangspunt. Je moet het zelf mooi en goed en belangrijk vinden. Wat anderen in je boek lezen en wat ze daarvan vinden, daar heb jij niks over te zeggen.

En ja, ik hou van dit boek. Ik hou van de personages en hun band met elkaar, die vaak helemaal niet alleen maar lief en wholesome is maar juist ook ingewikkeld en egoïstisch, juist omdat vriendschappen in het echte leven ook niet altijd zo simpel zijn. Ik hou van de thema’s die erin zitten – streven naar perfectie, schone schijn, en de rol die fitness hierin speelt, juist omdat je er op zoveel manier naar kunt kijken. Ik hou van mijn hoofdpersoon Maja, die in haar boosheid en frustratie en pijn die ze met zich meedraagt echt niet altijd even aardig is, juist omdat de samenleving het ons allemaal niet makkelijk maakt. En ik hou van het plot, van het verhaal, omdat ik het heb geschreven op een manier die ik uitdagend en interessant vond. Dus ja – het begin is er.

Als ik er zo over nadenk, kan ik eigenlijk niet wachten tot jullie het gaan lezen.

Vanavond maar even lang in de spiegel kijken. Mocht die trash-emoji me aanstaren, dan staar ik gewoon veel harder terug.

Meer weten over Anders, beter? Ik schrijf hier uitgebreider over waar het boek over gaat. Of lees mijn interview met mezelf over dit boek.

Wil je Anders, beter lezen? Je zou me ontzettend gelukkig maken als je hem zou pre-orderen! Dat kan bijvoorbeeld via Scheltema, Donner, Paagman, je lokale boekhandel via Libris, of Bol.com. Als het goed is ligt hij dan donderdag (!!!) al bij je op de deurmat! Of voeg Anders, beter toe aan je leeslijst bij Hebban en/of Goodreads.

8 Comments

Filed under lisa schrijft een boek

anders, beter: een interview met mezelf over mijn nieuwe boek

Nog één keertje… waar ging Anders, beter ook alweer over? Anders, beter gaat over Maja, die al vóór de herfstvakantie van school wordt gestuurd na een uit de hand gelopen vechtpartij. Haar ouders denken dat het goed voor haar zal zijn als ze een tijdje bij familie in Amsterdam gaat wonen. Maja ziet hier het nut niet van in, maar besluit het als een kans te zien. Nu kan ze meer tijd doorbrengen met haar nicht Regina, die alles is wat zij zou willen zijn – succesvol, creatief en vooral: een goed mens. In haar nieuwe woonplaats weet niemand wat er thuis gebeurd is en Maja is ook niet van plan om dat te vertellen. Dit is hét moment om zich eindelijk eens normaal te gedragen en vrienden te maken. Maar dat wordt moeilijk wanneer Regina haar beschuldigt van iets wat ze niet heeft gedaan. Ze moet en zal erachter komen wat haar nicht in haar schild voert. Is Regina wel zo perfect als Maja altijd dacht?

Kun je de eerste zin delen? Dat kan ik zeker! Weet je wat, ik deel er zelfs 12:

Mijn ouders bleven volhouden dat het geen straf was, maar dat was moeilijk te geloven, na alles wat ik had gedaan.
‘Luister nou, liefje.’ Mijn vader draaide zich om vanuit de bijrijdersstoel. ‘Zo moet je dat niet zien. We willen je hélpen.’
In de achteruitkijkspiegel zag ik mijn moeder afwezig knikken terwijl ze invoegde. Ik zat achter haar. Op
de stoelen naast me lagen mijn rugzak en mijn kleinste koffer. De andere koffers lagen in de achterbak. Als we nu tegen een vangrail botsten en de auto in brand vloog, dan zouden al mijn bezittingen verloren gaan. Dan zou het net zijn alsof ik nooit had bestaan.
Best een fijn idee.

Jeetje mina, blijft dit boek zo angsty? Nee hoor, er gebeuren ook wel grappige dingen (althans, dingen die ík grappig vind)

Wat voor soort boek is het? Contemporary YA! Dat wil zeggen: het speelt zich af in het hier en nu. Het is spannend, maar geen thriller, want anders had ik er tijdens het schrijven weer niet van kunnen slapen.

Speelt Anders, beter weer af in Amsterdam? Jazeker! Maja gaat bij haar familie in de Sarphatistraat wonen (ongeveer ter hoogte van Roeterseiland). Ze gaat werken in een sportschool in Amsterdam-Oost, vlakbij de Linneusstraat. Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in de buurt van deze twee locaties.

Waarom weer Amsterdam? Waarom niet eens een keertje lekker in je hometown Rotterdam? Ik ken de weg in Amsterdam nu eenmaal beter…

Wat voor persoon is die Regina eigenlijk? Regina is de behoorlijk succesvolle nicht van Maja: ze studeert biologie en heeft daarnaast haar eigen webshop met zelf ontworpen tassen. Zij is ongeveer één jaar ouder dan Maja. Regina is alles wat Maja niet is: behulpzaam, stijlvol, creatief, ‘volwassen’. Ze is #thatgirl, maar dan zonder dat ze online filmpjes heeft bekeken over hoe je #thatgirl nou precies moet worden: ze ís gewoon moeiteloos sportief en gezond en lekker efficiënt. Oh ja, en ook nog eens heel aardig. Kortom: bloedirrirant, die meid. En tóch wil je haar zijn – Maja in ieder geval wel.

Hoe kwam je op het idee voor Anders, beter? Het basisidee van Anders, beter is ‘een beter mens willen zijn’. Soms heb je toch van die mensen die én supersuccesvol zijn op werk, én veel sporten, én vrijwilligerswerk doen, maar tóch alsnog een veel spannender leven leiden dan jijzelf omdat ze op een of andere manier nog steeds tijd hebben om te feesten (?!). Ik dacht: wat nou als je iemand in je familie hebt die zo is? Dan word je wel heel veel geconfronteerd met wat jij niet bent.

Is dit dan gebaseerd op je eigen leven of zo? Het thema ligt wel dicht bij mezelf: al sinds ik een jaar of 8 was, maakt ik rond Nieuwjaar al belachelijk veel goede voornemens (variërend van: ‘mijn haar beter kammen’ tot ‘niet meer huilen als mensen boos op je worden’. Ik wist als 8-jarige wel wat lol maken was) Maar ik had niemand in de familie tegen wie ik zo opkeek – zelf ben ik het oudste kind, dus dan vergelijk je je toch minder snel met de rest. Daarom leek het me juist zo’n interessant gedachte-experiment: want nou als je (ongeveer) even oude nicht is wie jij wilt zijn?

Gaat het verhaal dan alleen maar over dat Maja meer op Regina wil lijken? Nee, het gaat vooral over hoe Maja haar leven probeert op te bouwen nadat ze van school gestuurd is. Kan ze zich eindelijk ‘normaal’ gedragen (lees: niet meer zo snel uit haar slof schieten), zodat mensen haar wél aardig gaan vinden? Of is en blijft ze altijd wie haar oud-klasgenoten zeiden dat ze was? Tegelijkertijd probeert Maja ook uit te vinden waarom Regina haar beschuldigt van dingen die ze niet gedaan heeft…

Zitten er weer actuele onderwerpen in je boek? Ja! Zelfverbetering is actueler dan ooit: we pushen onszelf steeds meer om ‘de beste versie’ van onszelf te worden. Mentaal, maar ook fysiek. Maja gaat werken in een sportschool dus we kunnen heerlijk los op sportschoolcultuur. Ennn er komen ook nog wat andere dingen in voor die de laatste tijd nog in het nieuws komen, maar deze blog is een spoilervrije zone, dus daar moet je tijdens het lezen maar achterkomen.

Hoe lijkt het boek op Bijna Echt? En hoe verschilt het? Zowel Brenda als Maja beginnen ‘opnieuw’ op een andere plek (Amsterdam), waar er weinig mensen zijn die hen kennen. Beiden zijn van plan om vooral sociaal gezien een ander leven te leiden. Maar waar Brenda dat wel héél rigoureus aanpakt door te liegen over wie ze is, wil Maja gewoon Maja zijn, maar dan een iets leukere versie. Ook Maja heeft geheimen, maar dat is meer een kwestie van verzwijgen dan van er dingen bij verzinnen.

Lijk je meer op Brenda uit Bijna echt of Maja uit Anders, beter? Qua gedrag lijk ik meer op Brenda, denk ik. Dat klinkt heel raar want die meid liegt en bedriegt en steelt, maar ze denkt over het algemeen wel na over wat ze doet. Ze is wat afwachtend en dat ben ik ook wel. Maja uit zichzelf veel duidelijker: als zij boos is, dan zul je het merken ook. Zo ben ik totaal niet. Tegelijkertijd liggen veel gevoelens en wensen die Maja heeft wel weer veel dichter bij mezelf. (En heel veel ook weer niet hoor! Zeg ik er voor de zekerheid maar even bij! Gaat nog gênant worden als mijn familie dit leest. Dat gaat het sowieso wel worden, maar anders wordt het NOG ERGER)

Met wie zou je liever vrienden willen zijn? Maja – hoewel Brenda wel wat makkelijker in de omgang is :’)

Op welk personage uit Anders, beter lijk je zelf het meest? Op een gegeven moment heeft Maja twee goede vrienden die elkaar veel tegenspreken. Die twee zijn eigenlijk de verschillende stemmetjes in mijn hoofd. Wie dan het engeltje is en wie het duiveltje, daar ben ik dus nog steeds niet achter. Maar ik lijk dus ergens ook wel op Maja, en ook wel op diegene op wie ze verliefd wordt. Eigenlijk heb ik wel mijn verschillende kanten over die vier uitgesmeerd. (Zien jullie het ook voor je?)

Speelt Anders, beter af in hetzelfde universum als Bijna Echt? Jazeker, maar dan een jaar of 2 later! Sowieso volgde Maja Brenda/Aurélie op Instagram, al benoem ik dat niet. Er is ook een terugkerende locatie én een terugkerend personage. Ik denk dat de locatie wel makkelijk te spotten is (ff een heads up: duurt vrij lang voordat die voorbij komt dus je hoeft niet de hele tijd te denken dat je wat mist 😉 ), maar ik denk dat het personage weinig mensen zal opvallen… laat het me please please please weten als je diegene spot, ik ben benieuwd!

Hoe lang heb je over dit boek gedaan? In totaal bijna twee jaar! Ik begon in augustus 2020, en in mei 2022 deed ik de laatste aanpassingen. Dat valt mee (zeker omdat ik ook gewoon 32 uur per week werk), maar na Bijna echt voelde dat extreem lang.

Hoe verschilde het schrijfproces met Bijna echt? Veel! Bijna echt was in een maand of 7 geschreven, waarvan ik 6 maanden schreef als een kip zonder kop, en de 7e maand ineens dacht: ‘wat een zooitje, ik moet alles omgooien’ en dat heb ik toen in een maand gedaan. De feedback was goed behapbaar: ik heb wat dingen verduidelijkt/aangepast en één scène toegevoegd, en toen waren er nog een paar rondes met kleine dingetjes. Maar eigenlijk lag het boek binnen een jaar nadat ik begonnen was al in de winkels. Bij Anders, beter heb ik de eerste versie ook in een maand of 7 geschreven en eigenlijk had hij al redelijk snel na V2 in de winkels moeten liggen. Maar hij was nog niet goed genoeg: het duurde te lang voordat er wat gebeurde, en daarna gebeurde er weer te veel. Ik heb nog zoveel omgegooid, zoveel nieuwe scènes geschreven en ook flink wat geschrapt. Daardoor heb ik er veel langer over gedaan dan gepland. En de feedback op V3 was toen ongeveer even veel als de feedback op V1 van Bijna echt, haha. Uiteindelijk heeft Anders, beter me echt vééééééél (denk er ff nog wat é’tjes bij) meer bloed, zweet en tranen gekost dan Bijna echt.

Maar hoe kwam dat dan? De vloek van het tweede boek? Nee even serieus, ik denk twee dingen: Bijna echt duwde zichzelf voort door de insteek van het verhaal: niemand mocht erachter komen dat Aurélie eigenlijk Brenda was. Het plot van Anders, beter vergde iets meer. Verder ging alles bij Bijna echt zó makkelijk, dat ik er misschien te licht over dacht? Niet dat ik niet hard werkte, want dat deed ik wel, maar bij versie 1 van Bijna echt was ik continu in paniek en nu kwam die paniek pas bij versie 3. Misschien had ik die paniek nodig om me scherp te houden 😉

Is het nog goedgekomen? Lief dat je het vraagt, Lisa. Ja! Het voordeel van deze lange aanloop is dat ik veel meer tijd heb doorgebracht met de personages en dat vond ik heerlijk. Ik genoot er enorm van om in Maja’s hoofd te zitten en de relatie met haar familie en vrienden te beschrijven. Eigenlijk vind ik het jammer dat het voorbij is en ik ze nu moet missen. Zou bijna fanfiction over mijn eigen personages gaan schrijven, maar dat is ook weer zo wat. En ik ben ook heel trots op het eindresultaat. Ik heb zoveel in dit boek kunnen stoppen, misschien juist omdat ik er zo lang mee bezig was.

Welke quote van het begin van het schrijven is je altijd bijgebleven? Een van de eerste dingen die ik heb geschreven is dit:

Ik heb altijd een beter persoon willen zijn. Iemand die aardig was, niet roddelde, die haar huiswerk niet overschreef uit het antwoordenboekje, die een nieuwe wc-rol klaarzette als ze de laatste had opgemaakt. Iemand die vrijwilligerswerk deed en spraakmakende feesten organiseerde. Iemand met doelen en interesses. En vooral: iemand die niet steeds zo boos op alles en iedereen was.
Klinkt dat onrealistisch, te veel gevraagd? Toch niet. Ik kende namelijk iemand die precies al deze dingen was.

Waarom zou ik dit boek moeten lezen? Om mij een plezier te doen! Nee, grapje, daar is het boek net ff iets te dik voor (320 pagina’s dacht ik). Maar serieus: het is een actueel verhaal over de zelfverbeteringsobsessie van onze samenleving en welke impact dat op onze psyche heeft. Maar de boodschap is niet dat zelfverbetering slecht is, of zo – niets in dit verhaal is echt zwart-wit. Ik hou er als lezer niet van om gestuurd te worden, dus in mijn boeken wil ik ook zeker niemand sturen. Tegelijkertijd is het ook een spannend verhaal dat makkelijk wegleest: je wilt erachter komen wat die oh zo perfecte Regina in haar schild voert…

Remind me, wanneer komt het boek ook alweer uit? 23 juni! Dat is al over anderhalve week! Omg knijp me!

Zo, dat was het interview met mezelf (featuring een aantal vragen die ik via Instagram heb doorgekregen – bedankt aan de mensen die iets ingestuurd hadden)! Meer weten over het boek? Je leest het hier. Of pre-order hem meteen: bijvoorbeeld via Scheltema, Donner, Paagman, je lokale boekhandel via Libris, of Bol.com.

Heb je nog vragen, stel ze vooral via mail (vijfkoffiegraag @gmail.com of Instagram of wat dan ook. Wie weet schrijf ik nog zo’n blog. Mocht je me zelf nog willen interviewen voor je eigen website/blog/insta/weetikhet, let me know! Ik werk graag mee.

5 Comments

Filed under lisa schrijft een boek

zwaar op de hand

Ik las gisteren een blogpost van Loes die me nogal raakte. Ze schreef:

Ik verwacht niet dat ik van mijn pensioen kan genieten zoals anderen dat voor zich zien. Ik ga ervan uit dat de wereld tegen die tijd een plek is van extreem weer, met zeespiegelstijging, massa-migratie, voedseltekorten, uitsterven van het leven, oorlog. Ik hoor anderen plannen maken over verre vliegreizen en conferenties en daar moet je dan eigenlijk enthousiast op reageren […] en het voelt zo… surrealistisch. Vervreemdend.

Hoewel ik heus wel wist dat ik niet de enige was die dit zo voelde, was het pijnlijk confronterend om te lezen. Eigenlijk kan ik me ook niet voorstellen dat we over vijftig jaar lekker zitten te golfen – niet IRL, niet in VR. Ik zie de toekomst meer voor me zoals Loes beschrijft.

Meestal probeer ik die gedachte te negeren en leef ik gewoon mijn leven. Ik ga naar mijn werk. Mijn tweede boek is bijna helemaal af. Ik ga naar café’s en concerten. Ik wil eigenlijk wel echt een vakantie gaan plannen. Ik ben deze week een TikTok-kanaal over schrijven en boeken begonnen.

Ondertussen probeer ik een beetje halfslachtig milieuvriendelijk te doen. Biologische wasmiddel kopen, planten op het balkon zetten waar dan hopelijk insecten op afkomen, dat soort dingen. Ik eet grotendeels plantaardig – eigenlijk voor de dieren, maar voor het milieu is het ook mooi meegenomen. (Sorry, ff bommetje droppen: ik ben momenteel na 6,5 jaar niet meer 100% vegan. Voor mijn gezondheid, maar dat is een verhaal voor een andere keer.)

Ik ben lid van Partij van de Dieren en steun Milieudefensie. Ik heb (eindelijk) een groene bankrekening en (eindelijk) groen gas. Ik had me vorige maand voorgenomen om de rest van het jaar alleen nog maar tweedehands kleding te kopen. Ik dacht: misschien kan ik erover bloggen, mensen inspireren om ook minder te kopen.

For the record: halfslachtig milieuvriendelijk, dus. Ik ben geen veganist meer. Ik koop geen biologische groente, want duur. Ik koop te veel plastic, want gewoonte. Heb het afgelopen jaar toch nog fast fashion gekocht, want “het was alweer even geleden”. Ga meestal met de trein, maar soms met de auto omdat dat gewoon veel handiger is. En waarom moet ik mijn leven zo ingewikkeld maken, als de écht vervuilers de grote graaiende bedrijven zijn en mijn ritje toch niet zoveel invloed heeft op het grote geheel?

Ik probeer niet wakker te liggen van de klimaatcrisis. Dat doen anderen ook niet, redeneer ik. Die hebben toch ook toekomstplannen en langetermijnvisies en kinderen en alles? Die hebben toch ook nog steeds hoop? Waarom zou ik dan bang gaan zitten zijn? Het ligt vast aan mij dat ik die nieuwsberichten over branden en overstromingen en het uitsterven van insecten geloof. Ik ben altijd al zo zwaar op de hand.

Nee, het valt vast allemaal wel mee, denk ik dan: ik doneer toch geld toch aan De Goede Zaak, en verder kan ik het leven alleen maar nemen zoals het komt, gewoon doorgaan, straks toch maar gewoon wél voor kinderen kiezen, en er maar gewoon erop vertrouwen dat de overheid en alle slimme wetenschappers het voor ons oplossen. En zo niet, dan zien we dat dan wel weer. Op zich was in de Middeleeuwen leven ook niet per se het toppunt van comfort.

Maar soms gebeurt het toch. Als ik dus een artikel lees over droogte of overstroming of brand. Of van iemand anders die zich zorgen maakt. Of juist als ik merk hoe nadrukkelijk anderen zich níet zorgen maken. Een gesprek opvang over dat je bij Shein zulke leuke goedkope dingetjes kunt kopen. Of als ik iets lees over het begrip ‘vliegschaamte’, en me weer herinner dat ik echt niemand ken die dat heeft.

En dan moet ik janken maar dan maak ik me dan zorgen over want het was vrijdagmiddag en mijn lunchpauze was bijna ten einde en als ik me te veel laat meeslepen door m’n emoties krijg ik mijn werk niet af en dan zit ik dáár weer mee.

Dan denk ik: wat zit ik nu hier stom met m’n deadlines en m’n doelstellingen en m’n boekjes en m’n zelfpromotie en m’n vakantieplannen en m’n wens om een huis te kopen in een deel van Nederland dat onder de zeespiegel ligt?

Waarom geef ik niet méér geld aan milieudoelen?
Waarom geef ik niet alles?

8 Comments

Filed under rare wereld

waar ik me momenteel zoal mee bezig hou (naast werken en slapen)

Mijn nieuwe boek, natuurlijk. Dat is ook de reden waarom ik een half jaar (record! Sorry!) niets van me heb laten horen op dit medium. Ik was er maar druk mee.

Kijk, het zit zo: nadat ik in augustus de tweede versie van mijn nieuwe boek Anders, beter had ingeleverd, kwamen we erachter dat de opbouw niet evenwichtig genoeg was. Dus toen ben ik flink aan het herschrijven gegaan. Dat voelde een beetje alsof je een huis uit elkaar haalt en hem vervolgens weer opnieuw in elkaar moet zetten: ineens heb je te veel (of te weinig) muren, je vergeet ergens een deur in te zetten waardoor niemand de badkamer in kan, en overal ligt lijm.

Maar inmiddels staat-ie, hoor. (Ik moest de badkamer opnieuw slopen, maar nu heb ik tenminste een bad). Momenteel ligt het nog heel even bij de redactie en dan krijg ik hem komende week weer terug voor een (!!hopelijk!!) minder ingrijpende feedbackronde.

Toen ik even niet aan het schrijven was: mijn sociale leven (semi) op rit krijgen en wat mensen appen die ik maanden geghost had (overigens nog steeds niet iedereen, want ik vind het altijd zo lullig om te zeggen ‘zullen we over twee maanden afspreken?’ en dan zeg ik maar helemaal niets, en vervolgens voel ik me daar weer lullig over. Ingewikkeld.)

En ook: achterstallig huishoudelijk werk. Ja, want dat heeft al helemaal nooit prio. Ons berghok lag bijvoorbeeld be-zaaid met oud papier en glas (nee, niet alleen maar wijnflessen. Ook pindakaas-potten. Eigenlijk vooral pindakaas-potten.)

Sporten. Sinds eh, vorige week. Thuis sporten tijdens corona, dat was gewoon zo saaaaaaaaaaaaaaaaaaaaai. En ik had een periode waarin ik vaak tot best wel laat werkte en daarna kwam het er ook niet meer van. Toen gingen de sportscholen weer open en had ik totaal geen zin om erheen te gaan en ging ik ineens wél thuissporten (?!?). Maar inmiddels heb ik mezelf er toch weer heen gesleept & I love it. Not so much als mijn vorige sportschool waar ik de hele tijd superleuke lessen volgde en motiverende teksten hoorde zoals “Lisa! Dit is geen squat!” (die sportschool werd overgenomen door een of andere spinningschool: een trend die ik nooit zo begrijpen, zeker niet in Amsterdam. Fietsen jullie nog niet genoeg of zo?).

Maar mijn nieuwe sportschool is óók chill, en het voordeel is dat ik nu wat flexibeler ben doordat ik zelf gewoon ga ipv lessen volg. Ik heb een trainingsschema voor mezelf bedacht van 3x per week en ik heb er helemaal zin in (bij gebrek aan trainer roep ik die motiverende teksten gewoon zelf, waardoor ik af en toe wel wat rare blikken krijg van alle bro’s die naast me staan te pompen, maar goed, zij kreunen altijd heel hard als ze een stang optillen, en daar zeg ik óók niets van).

Ik snap niet zo goed waarom ik zo blij word van zware dingen optillen en weer neerleggen, maar feit is dát ik het word, want ik kom altijd veel goedgemutster thuis dan dat ik erheen ben gegaan.

(Fun fact: de hoofdpersoon in mijn boek werkt bij een sportschool, maar ze vindt al dat trainen en de zelfverbeterings-cultus er omheen heel erg stom. Ik schreef die scènes met duivels veel plezier, want er staan veel gedachten in waar ik het eigenlijk ook wel mee eens ben. Maar tegelijkertijd deel ik haar gevoelens niet: de sportschool is my happy place)

Tv kijken. In de periode dat ik veel werkte, veel schreef, niet sportte en nooit het glas wegbracht, keken Tim en ik The Sopranos. En…. omg. DIE SERIE! WORD HELEMAAL EMOTIONEEL ALS IK ERAAN DENK ZO GOED! Het is Game of Thrones all over again. Z. z. z. verdrietig dat we er na twee maanden wel doorheen waren. Voor wie het niet weet: The Sopranos gaat over een maffiafamilie in New Jersey, waarvan hoofdpersoon Anthony Soprano naar een psycholoog gaat vanwege zijn paniekaanvallen. Het zo’n goede serie, met zulke sterke scènes, originele personages en leuke grappen. En oké, heel veel geweld. Daar hield ik vroeger nooit van, maar Game of Thrones heeft me verpest.

Daarna keken we The plot against America, een korte serie gebaseerd op een boek van Philip Roth, over een Joodse familie – ook in New Jersey – tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar dan als Amerika zich níet in de oorlog had gemengd. Ook erg goed, zulke sterke scènes en originele personages, minder grappig, erg deprimerend (zeker als ik er nu op terugkijk met al het nieuws van de laatste tijd). Ook een aanrader.

Nu kijken we Parks and Recreation, wat we in het begin wel een beetje te veel op The Office vonden lijken maar wel echt steeds grappiger wordt (die scène waarin Ron Swanson wordt gedongen om zijn whiskey uit te kotsten heb ik al 873648 keer gezien)

Een filmpje opgenomen. Ik kreeg een paar maanden terug de kans van Sebes & Bisseling om te vertellen over waarom ik Bijna Echt heb geschreven, waarom mijn boeken zich (tot nu toe) niet in Rotterdam afspelen, en meer! Dat was echt superleuk om te doen. Ik hou er echt van om dat soort vragen te beantwoorden. (Al vond ik het wel DOODENG dat ik pratend en al op het internet vereeuwigd zou worden. Ik bedoel, wat nou als ik iets zou zeggen waar ik voor eeuwig spijt van zou krijgen?)

Gelukkig is hij supertof geworden! Oké, ik betwijfel of ik de naam ‘Mucha’ goed heb uitgesproken, maar als dat nou het ergste is… Ben er erg blij mee, vind het zo’n eer dat ik dit mocht doen. Nieuwsgierig? Je kunt de video hier bekijken:

7 Comments

Filed under Uncategorized

een gezellige (roze) flat

Bijna 10 jaar geleden verhuisde ik van een schuur in Zwanenburg (don’t ask) naar een grote roze studentenflat in Amsterdam-Noord. Dat was de beste beslissing van mijn leven. Mijn levenskwaliteit ging er zeer op vooruit nu ik niet meer met twee bussen en een trein naar de uni moest, maar gewoon lekker naar de pont kon fietsen. Bovendien was het hier een stuk gezelliger dan in Zwanna (= Zwanenburg voor intimi). Ik had in Noord mijn eigen badkamer en deelde de keuken met 12 anderen, en zeker 8 van die 12 waren ontzettend leuk. Bovendien had je beneden in de flat een café, waar gewoon binnen mocht worden gerookt en er bier werd getankt alsof het morgen over de datum zou zijn.

Ook gezellig: met enige regelmaat stonden er Jehova’s of Hare Krishna’s aan de deur, in de hoop wat ontheemde studentenzieltjes te kunnen werven. Hoewel ik best wel aan deze omschrijving voldeed, lukte het me toch telkens weer om ze af te wimpelen. Eén keertje vroeg een Hare Krishna-aanhanger na een mislukte bekeerpoging of hij nog wat mocht drinken. Melk, als het even kon, maar dat had ik niet. Liever geen water. Bietensap was wel oké. Zijn tanden en lippen waren er helemaal paars van, maar ik heb er niets van gezegd omdat ik wilde dat hij wegging (iets waar ik me zeker drie jaar lang schuldig om heb gevoeld, zo ben ik dan ook wel weer).

Als je wilt, kun je in de archieven van m’n blog nog wel dingen lezen uit die periode. Het waren mijn hoogtedagen van mijn blogcarrière, ik schreef meerdere keren per week. Daarna is het dramatisch achteruit gegaan met mijn blog (evenals met mijn jeugdige looks, de hoeveelheid bier die ik op een doordeweekse dinsdagavond tank, en de hoop dat ik ooit genoeg geld zal bezitten om een schuur in Zwanenburg te kunnen kopen).

Wat met de jaren ook achteruit is gegaan: mijn kwaliteit van leven in de grote roze flat. De eerste twee jaar waren geweldig. Daarna gingen mijn leuke buren één voor één weg en kreeg ik er steeds jongere exemplaren voor terug, die op zich best aardig waren, maar de hele tijd domme dingen deden, zoals pannenkoekenbeslag uit het raam gooien, de gootsteen zo vol met vet laten lopen dat hij verstopte (en wie kon er weer aan de slag gaan met haar plopper?) of met boodschappenkarretjes door de gang te raceten. Daarnaast werd er op een gegeven moment con-ti-nu ingebroken (niet door mijn buren – althans, dat neem ik aan), mijn stoffige oude IKEA-wasmand (?!?!?) werd gestolen uit het washok (wel door een van mijn buren en ik heb sterke vermoedens door wie!) en je zág de ratten gewoon in en uit de vuilnisbakken springen. (Dat had ongetwijfeld te maken met het feit dat er zoveel pannenkoekenbeslag in het gras lag.)

Toen was het voor mij ook maar eens tijd om op te hoepelen. Inmiddels ben ik weer drie huizen verder. Nog steeds in Amsterdam, maar waar ik nu woon is het een stuk rustiger. Ik bedoel, als je een gat in je muur boort krijg je al de vraag of het wat zachter kan. Er komen ook geen Hare Krisna’s meer aan de deur, alleen studenten die willen dat je lid wordt van een of ander goed doel voor zielige hondjes. Raak hierbij altijd nét iets meer in de verleiding om mijn naam op de lijst te zetten, maar ook hier houd ik me sterk, want ik steun al genoeg goede doelen. Ze willen gelukkig nooit wat te drinken, want ze hebben targets te halen. Er moet immers geld verdiend worden, dan kunnen ze misschien ooit eens een schuur in Zwanenburg kopen. Ik denk dan altijd, doe het niet, zo leuk is het nou ook weer niet in Zwanna. Maar ook nu houd ik mijn mond.

3 Comments

Filed under vroegah