Author Archives: Lisa

over oude liefdes (of: soulmates never die) (of: ode aan mijn placebo-dvd)

placebo

Snoezig

Toen ik zeventien was (dat was in 2008, voor het geval dat jullie het moeten weten) ging ik met mijn familie op vakantie naar Thailand. Daar kocht ik een heleboel troep. Een van deze dingen was een zeer goedkope dvd met allerlei videoclips van Placebo. Het was eigenlijk gewoon een illegale dvd, hij had niet eens een doosje en hij haperde regelmatig, maar dat maakte me niets uit – toen ik eenmaal thuis voor de tv zat en alle clips een voor en bekeek, voelde het alsof de hemel open ging en Liefde en Schoonheid en Waarheid zich voor het eerst aan mij openbaarden.

Dit klinkt misschien een beetje melodramatisch, maar dat ben ik nu eenmaal en Placebo is dat ook – we zitten op dezelfde golflengte, zullen we maar zeggen. Ik kan het ook niet helpen dat het allemaal zo heftig was. Alles aan deze band was nieuw voor me: de destructieve sfeer (zo romantisch!), dat rare gitaarspel, die fantastische nasale stem van Brian Molko, die jurken en make-up (en dan niet dat zwarte geweld rond de ogen, nee, Bri droeg gewoon lekker paarse lipgloss). Het was allemaal zo interessant en onbekend en spannend. Het was alsof ik dingen zag waarvan ik altijd al wist dat ze er waren, maar die ik nooit zelf had kunnen benoemen. Zoals ik al zei: Liefde en Schoonheid en Waarheid.

Natuurlijk kende ik deze band al en tijdje, anders had ik die dvd niet gekocht, maar door dit schijfje viel alles pas op z’n plaats. (Ik begon trouwens ooit naar hen te luisteren doordat iemand op YouTube een fanvideo had gemaakt van Interview with the Vampire met Every you every me op de achtergrond. Ik heb PJ Harvey trouwens op exact dezelfde manier leren kennen. Met andere woorden: ik heb mijn muziekleven te danken aan Interview with the vampire. Ik wilde die film trouwens alleen maar per se zien omdat ik er vroeger altijd over las in het Vampierhandboek. Met andere woorden: ik heb mijn muziekleven te danken aan Paul van Loon. Mooi man.)

(Sorry, ik kan niet over Placebo schrijven zonder over PJ Harvey te schrijven. Wisten jullie al dat Brian groot fan van haar is?)

Het waren creatieve tijden, de tijden waarin ik iedere dag ontbeet met mijn Placebo-dvd. Ik schreef veel verhalen (nog nooit had muziek zich zo goed in woorden laten vertalen) en werd zelfs geïnspireerd om op gitaarles te gaan. Mijn gitaar noemde ik Peeping Tom/Slackerbitch – melodramatisch, ik heb het je toch gezegd. Dat ik na een jaar nog steeds alleen maar de Lentewals kon spelen, mocht de pret niet drukken.
(Oké, dat deed het wel. Toen stopte ik er ook maar mee.)

(Overigens was mijn obsessie minder leuk voor mijn familie, want die moesten er iedere keer weer van meegenieten. “Zit je weer van die vieze clipjes te kijken?” zuchtte mijn moeder altijd als ik die dvd weer eens aanzette in de woonkamer. Maar goed, ze vonden het een vooruitgang na mijn PJ Harvey-dvd, daarbij zei het hele gezin alleen maar in koor: “Oh Lisa, dit is echt verschrikkelijk. Dit vind je toch niet echt goed? Dat méén je toch niet?”)

Mijn allesoverheersende liefde voor Placebo ebde pas weg toen ik veel ging luisteren naar andere (ook heel heteronormatieve) (haha grapje) muzikanten zoals Patrick Wolf en The Ark. Ik vond daar uiteindelijk nog meer in dan in Placebo. Zo ging dat, op die leeftijd. Ik had niet vaak een muzikale openbaring, maar als ik er eentje had, dan was-ie heftig ook. Inmiddels is het alweer jaren geleden dat ik zo’n  life changing ontdekking had, iets wat wellicht iets te maken heeft met het feit dat ik inmiddels Een Leven heb – ik bedoel, als je alleen maar een beetje binnen je Placebo-dvd zit te kijken, kun je er makkelijk je hele bestaan en wereldbeeld aan ophangen. Nu zijn er allemaal andere dingen die ik kan doen. En moet doen. Vroeger kon ik me echt niet voorstellen dat ik wel eens een dag niet naar muziek zou luisteren. Nu wil ik regelmatig juist dat iedereen even z’n mond houdt.

Het is ook wel goed om af en toe een beetje afstand te nemen, dat houdt de zaken vers. Als ik nu weer eens naar Placebo luister, ben ik opnieuw in de war over hoe mooi het is, hoe bijzonder en hoe goed gevonden, en mijn hart raakt telkens weer opnieuw vervuld van Liefde en Schoonheid en Waarheid en voel ik toch net zoveel dingen als in 2008. Soulmates never dieweet je wel?

(Lievelingsnummer. En ja, er is ook een Engelse versie, maar in het Frans is hij nog mooier.
En als ik deze classic hoor word ik ook zo gelukkig jongens echt niet normaal.
En deze!)

10 Comments

Filed under muziek, vroegah

waar geluk is je postcode

Inmiddels woon ik alweer langer dan twee maanden niet meer in Amsterdam-Noord, maar in Amsterdam-Oost. En ik ben ZIELSGELUKKIG. Werkelijk mensen, als deze verhuizing me iets geleerd heeft, is het dat waar geluk niet uit jezelf komt. Waar geluk is waar je huis staat. Ik schaam me er een beetje voor om dit toe te geven, want toen ik in Noord woonde was ik ook best blij en ik voelde me er zelfs thuis, maar jongens, alles is beter nu ik niet meer dagelijks langs Centraal Station hoef en gewoon lekker ‘s nachts over straat kan banjeren.

Voordat ik in Amsterdam studeerde, had ik een visioen. Het was herfst (in mijn visioenen is het altijd herfst) en ik fietste na een productieve collegedag over de Blauwbrug naar het huis dat ik samen met drie andere meisjes zou delen (dat huis stond natuurlijk binnen de ring en die drie andere meisjes waren precies even oud als ik en we vormden een heilige vier-eenheid waarbij nooit iemand zich buitengesloten voelde).

Dit visioen bleek later helemaal geen visioen, want ik werd nooit gekozen bij hospiteeravonden, waardoor ik bij mijn ouders moest blijven wonen, waarna ik een jaar in een (hele mooie) schuur in Zwanenburg (say whut) zat, en vervolgens terechtkwam in een gigantische flat in Noord waar ik de keuken deelde met dertien anderen. Niet echt wat ik van mijn studententijd verwacht had, maar uiteindelijk had ik het 3,5 jaar (minus een half jaar Parijs tussendoor) toch leuk in Noord, en zoals ik al zei, ik voelde me er hartstikke thuis.

Tegenwoordig woon ik dus in het oosten van de stad. Mijn directe omgeving is niet fantastisch in de zin van mooi of gezellig, maar dat maakt niet uit, want ik ben in vijf minuten ergens waar dat het wel is. Voor het eerst sinds Parijs woon ik vlakbij dingen waar mensen willen zijn, kroegen en hippe restaurants en zo. Als ik ergens heen moet, kan ik door allemaal verschillende stukjes stad fietsen. Laatst ging ik naar een foodfestival en het was vlakbij mijn huis! Er is nog nooit eerder iets vlakbij mijn huis geweest! Ik heb eindelijk het gevoel alsof ik in de stad woon. Mijn Amsterdam-haat is nu ook als sneeuw voor de zon verdwenen: eigenlijk bleek ik Amsterdam helemaal niet écht vervelend te vinden. Ik voelde me gewoon buitengesloten en kon deze gevoelens niet uiten.

En het mooiste is? Ik kan vanaf het centrum zelfs over de Blauwbrug naar huis fietsen. Oké, ik moet er iets voor omrijden, maar voor dingen die zoveel joy sparken* mag dat best.

 

*Ik heb dus dat boek van Marie Kondo gelezen. Dat is maar goed ook, want hoewel ik nu een best grote kamer heb, heb ik besloten dat ik de rest van mijn leven alleen maar in het centrum van Amsterdam/Rotterdam moet wonen, en dan heb je over het algemeen niet zoveel ruimte.

Ze hebben hier zelfs fonteinen joh echt niet normaal

 

35 Comments

Filed under leven

over heleen van royen, postfeminisme en boze mensen

Volgens Instagram is het maar liefst 29 weken geleden dat ik een foto plaatste van een ranzig cappuccinokopje en een stapel boeken van Heleen van Royen. Het was januari en ik ging beginnen aan mijn semesternota, een klein onderzoek dat volledig in het teken stond van postfeministische ideologie in het werk van deze schrijfster. Het was een van de drie onderwerpen waar ik uit had kunnen kiezen en ik vond het fantastisch, want eigenlijk had ik mijn scriptie over de beeldvorming rondom Van Royen willen schrijven (dat ging niet door omdat iemand het een paar jaar terug al had gedaan, helaaspindakaas). Deze schrijfster is superinteressant om te onderzoeken omdat ze veel in de media komt, zeer goeie verkoopcijfers heeft, dramatische recensies krijgt, veel mensen boos maakt en vervolgens haar selfies exposeert in het Letterkundig Museum (en nog meer mensen boos maakt). Bovendien vond ik dat ene boek dat ik van haar gelezen had (Godin van de jacht) heel leuk, dat scheelt ook.

Anyway, ik schreef m’n semesternota over postfeministische ideologie in De mannentester, De gelukkige huisvrouw, De hartsvriendin en Stout, en daarna was het tijd voor mijn scriptie. Ik wilde sowieso iets doen met vrouwen (ben gek op vrouwen) en samen met mijn scriptiebegeleider kwam ik uit op een onderzoek over de relatie tussen gender en succes en de beeldvorming hieromtrent bij hedendaagse schrijfsters. Mijn casussen: Connie Palmen, Renate Dorrestein en Heleen van Royen.

Hoewel alle drie deze casussen interessant zijn om te bespreken, ga ik het nu toch alleen over Van Royen hebben. Dat had ik namelijk 29 weken geleden beloofd aan Lin, en sindsdien heeft ze me er regelmatig aan herinnerd om deze blog te schrijven. Allemaal even applaudisseren voor haar volhardendheid – ik geloof dat nog nooit iemand me zo langdurig reminders heeft gestuurd. Ik ben ontroerd (en voel de pressure, keihard).

En toch schreef ik deze blog maar niet. Noem het de druk, te druk, noem het scriptiestress, noem het letterkundemoeheid, noem het blogmoeheid – maar ik denk eigenlijk dat het gewoon kwam doordat ik geen idee had in welke vorm ik de blog moest gieten, want ik heb zoveel te vertellen! Uiteindelijk heb ik besloten mijn bevindingen puntsgewijs te benoemen, lekker onwetenschappelijk:

1. Alle mannen zijn eikels

Haha nee grapje nu ff serieus:

1. Godin van de jacht blijft imho toch het beste boek van Van Royen. De gelukkige huisvrouw is goed op momenten dat de hoofdpersoon ‘normaal’ is (vooral als ze zegt dat ze Ivo Niehe onweerstaanbaar vindt), maar de gedeelten over haar postnatale depressie vond ik wat minder. De mannentester is wel leuk maar compleet losgeslagen en bizar en daardoor niet echt een geheel. De hartsvriendin is ook compleet losgeslagen, maar zo leuk en grappig dat dit toch mijn tweede lievelings is (wanneer komt het vervolg nou?!?). Stout, het lifestyleboek dat Van Royen samen met Marlies Dekkers maakte, is raar en vervelend (allemaal onboeiende presentatrices (ik bedoel powervrouwen) gaan vertellen over zaken als wat hun moeder voor werk deed en hoe ‘stout’ ze zelf zijn, wat moet ik met deze info). Verdere inhoud: awkward seksverhalen, foto’s van ondergoed en de dochter van Van Royen die vertelt dat ze het niet leuk vindt als haar moeder te bloot naar buiten gaat (of was het de dochter van Dekkers? Dat weet ik niet meer zeker).

2. Recensenten lezen echt alleen maar wat ze willen lezen. Voor zowel mijn semesternota als mijn scriptie heb ik zo’n beetje alle recensies die ooit over Van Royens boeken verschenen zijn gelezen, en die staan vol fouten. Zo stond ergens dat de hoofdpersoon in De Mannentester frigide was, terwijl ze LETTERLIJK zegt dat ze dat niet is. Dat brak mijn laatste beetje geloof in de mensheid wel……………

3. Nog even over recensenten, die hebben dus serieus bijna allemaal een hekel aan haar boeken. Wanneer Van Royen debuteert, besteden de meesten achterlijk veel woorden aan het beschrijven van de ‘hype’ rondom ‘Heleen’, waarmee ze regelmatig letterlijk of minder letterlijk zeggen dat ze he-le-maal geen zin hebben om haar werk te recenseren, maar het nu eenmaal moeten. In het begin wordt overigens aangenomen dat Van Royen een product is van haar uitgeverij en dat haar imago dus is opgelegd door een slimmerik, later wordt gezien dat Van Royen a) geen snelvoorbijgaande hype is en b) zelf de richting van haar carrière bepaalt. Vanaf dan wordt er gesproken over ‘het fenomeen Van Royen’. Telkens schrijven ze weer dat ze zo’n slimme zakenvrouw is, maar veel woorden aan haar boeken zelf maken ze nog steeds niet vuil.

4. Ik wist dat Van Royen heftige reacties opriep, maar tijdens mijn onderzoek schrok ik er best wel van dat mensen echt HEEL ERG BOOS op haar zijn, vooral vanwege haar ‘narcistische’ gedrag. De term ‘aandachtshoer’ valt regelmatig. Natuurlijk snap ik de reacties wel – controverse roept altijd agressie op, en een foto maken van hoe je een tampon uittrekt is natuurlijk niet helemaal sociaal geaccepteerd. Plus literatuurliefhebbers hebben vaak de neiging om te denken dat literatuur alleen maar heel goed moet zijn en dat het hele circus eromheen niets boeit. Maar goed, dit soort mensen hebben duidelijk geen Nederlands gestudeerd (haha sorry, ik kon het niet laten), want anders hadden ze wel geweten dat Jan Cremer bestaat bij gratie van aandachtshoererij. Of dat De Grote Gerard Reve Show ook een ding is. Niets mis mee als je de boeken van Van Royen niet goed vindt en van mening bent dat ze alle aandacht niet verdient, maar al die haat is, naast slecht voor je hart, ook best wel naïef.

5. Van Royen vindt zichzelf trouwens reuze feministisch. Stout was natuurlijk bedoeld om vrouwen te empoweren, vertelt ze (ja oké, er stond ook echt een gedeelte waarin vrouwen werden aangespoord om hun eigen centen te verdienen. Ik moet toegeven: dat is ook meer mijn feminisme dan dat ‘alles kan alles mag als jij maar blij bent meid!!!’-feminisme). Verder kan ik het haar beter in haar eigen woorden laten vertellen:

“Ik denk oprecht dat veel van de toestanden die er rond mij ontstaan, te maken hebben met het feit dat ik een vrouw ben. En dat ik me niet gedraag zoals een vrouw zich hoort te gedragen. Mijn tegendraadsheid wordt veel minder geaccepteerd dan die van mannen. Harry Mulisch had op een gegeven moment duizend vrouwen versleten. Dat zette hij zelfs in Amerika in de krant. Duizend vrouwen. Niemand die het over de slet Mulisch had. Maar ik geloof dat ik er toch beter geen krantenbericht uit kan sturen als ik de duizendste man heb bereikt.” (HP/De Tijd, 2009)

“Dat vind ik dus al zeer verontrustend: dat dat woord niet bestaat, het mannelijke equivalent van aandachtshoer. […] ik heb inmiddels veel boeken geschreven en krijg daar de aandacht voor die ik kennelijk verdien. Als die boeken er niet waren, was die aandacht voor mij er ook niet. Als ik stop met schrijven, zoek ik ook geen aandacht meer. Dat is allemaal nep, en dat weet ik.” (Nieuwe Revu, 2013)

6. Het klinkt nu misschien alsof ik vet fan ben van Van Royen, maar dat valt wel mee. Alleen die overdreven negativiteit van andere mensen moet toch even besproken worden. Kunnen ze niet tegen hè, een vrouw die zichzelf zo in de spotlights durft te zetten. En ik vind d’r ook leuk hoor. Kijk dat nou zitten met dat champagneglas cola light:

7. Nu ik deze (voor mijn doen veel (veeeeel) te lange) blog heb getypt, bedenk ik me ineens dat ik nog geen woord heb gerept over het postfeminisme in de boeken van Van Royen. En dat terwijl dat nou juist zo interessant was, verdomme! Maar daar kan ik eigenlijk net zo goed een aparte blog over schrijven. Dat zal ik dan binnenkort doen, oké? Weet niet of het er spoedig van komt, maar ik beloof dat ik hem binnen 29 weken plaats.

26 Comments

Filed under boeken

pleidooi tegen het veganisme

Doe nou maar gewoon normaal, gezellig. Verpest de sfeer nou niet door te zeggen dat je geen ei wilt. Herinner ons er niet aan dat er mannetjeskuikens zijn gedood zodat jij dit ei kunt eten, dat de hen die dit ei heeft gelegd wordt gehouden in onnatuurlijke, pijnlijke en stressvolle omstandigheden. Hier moeten we niet bij stilstaan. Een ei hoort erbij. Neem er nou gewoon eentje, doe gezellig mee.

Maak het nou niet zo ingewikkeld. Ons leven is al zo moeilijk, als we nou ook nepgehakt moeten kopen in plaats van echt gehakt, of een groentecurry moeten bestellen in plaats van eentje met kip, dan is er al helemaal niets meer aan. Wij werken hard, we hebben récht op ons eigen stukje smaakvolle dierenleed. De buren mogen het toch ook gewoon?

Doe nou even niet zo vervelend. We willen niet herinnerd worden aan hoe dieren lijden en aan het feit dat wij hieraan bijdragen door dierlijke producten te kopen. Weet je wat jij bent? IRRITANT. We willen doen alsof de waarheid niet bestaat. We weten heus wel dat we dieren die een rotleven hebben gehad in onze monden stoppen, maar we zijn heel goed in vergeten. Op die momenten geloven we oprecht dat we dierenvrienden zijn.

Doe nou niet zo achterlijk. Vissen hebben helemaal geen gevoel, joh. Ook al is al lang bewezen dat ze wel degelijk pijn kunnen lijden. Ook al is het niet alleen de vis op ons  bord die sterft als je ‘m vangt, maar ook vele andere vissen en andere dieren die per ongeluk in netten verstrikt raken. Zoveel andere dat de zeeën in 2048 waarschijnlijk helemaal leeg zijn. Maar daar hebben we nu niets mee te maken hoor! Wij blijven lekker dooreten! Het is niet onze schuld!

Wees nou niet zo lastig. In China geven ze niets om dierenrechten, en daar wonen veel meer mensen dan hier, dus dan kun jij ook gewoon gezellig zielige varkens eten. Er zullen altijd wel dieren zijn met pijn, en dan kun jij er net zo goed je steentje aan bijdragen.

Doe nou niet zo radicaal. Geen roomboter en geen slagroom: wat is de volgende stap, Pim Fortuyn neerschieten of zo? Niet meedoen aan het consumeren van dierenleed is zó extremistisch. Wees maar gewoon medeplichtig, net zoals wij. Want da’s makkelijk. En lekker. En gezellig.

Foto komt van http://overfishingisnogood.weebly.com/the-impact-of-overfishing.html

28 Comments

Filed under rare wereld, vegashizzle

dingen die ik ga missen aan amsterdam-noord

Lekker uitzicht

Want echt waar, ik voel me er reuze thuis. Zelfs ondanks het feit dat niemand ooit naar me toe wil komen omdat het te ver weg is, zelfs ondanks het feit dat ik ‘s avonds altijd de bus moet nemen omdat ik in het donker niet langs al die bosjes durf te fietsen, zelfs ondanks het feit dat fietsen vanaf de pont sowieso best wel klote is.
Na dik drie jaar ben ik er toch wel gaan horen. Als ik over het Buikslotermeerplein loop, is het net alsof ik nooit anders gedaan heb. Ik weet precies waar ik moet zijn (en vooral: waar niet). Wie heeft de Kalverstraat nodig? Hier heb je ook alles, en je kunt er nog lopen zonder vertrapt te worden door Franse toeristen ook.

Misschien ga ik nog wel eens terug, gewoon, als uitje.

Wat ik ook veel ga missen:

– de Jumbo (ze hebben er alles wat ik wil, en meer. Ik herken zelfs de medewerkers. Erg hè.)
– de konijnen die overal rondlopen (nou ja, overal waar het groen is dan)
de huizen op de dijk (net alsof je in Volendam woont joh)
– de brede wegen (kun je tenminste lekker breed fietsen)
– mijn buren (behalve als ik ga slapen)
– de 305725 miljoen kinderen die bij de halte Rode Kruislaan uitstappen om naar school te gaan (ik ben een sentimenteel wijf, oké?)

Wat ik niet ga missen:

de muizen (maar ik maak vast nieuwe vrienden)
– de mensen die altijd urenlang in hun auto’s op de parkeerplaats zitten (dat is gewoon creepy)
– de doodenge liften (en nog engere trappenhuizen)
– de kermis die ongeveer veertien keer per jaar opgetuigd wordt (logisch)
– alles uit de eerste alinea (ook logisch)
– geen eigen keuken hebben (megalogisch)

Want, lieve vrienden, zoals jullie misschien wel vermoeden, ga ik Amsterdam-Noord inwisselen, en wel voor het oosten van de stad. Niet omdat ik niet van Noord hou, maar omdat ik wat vaker nachtelijke fietstochtjes wil maken. En mensen bij mij thuis wil uitnodigen. En dan voor hen koken in een keuken waarin ik de oven durf aan te raken zonder daarna meteen mijn handen te moeten ontsmetten. Tevens wil de stoel van mijn oma ook graag gebruikt worden in plaats te staan verpieteren in een hoekje van mijn oude kamer in mijn ouderlijk huis, dus ik had écht een grotere woning nodig. En na lang zoeken heb ik die ook gevonden: over een week of twee gaan ik en mijn bezittingen wonen in Oost.

Mochten jullie je afvragen hoe ik dit voor elkaar heb gekregen in dat dure en volle Amsterdam: langstuderen mensen, langstuderen is de sleutel naar een beetje een leuke woonplek. Na vijf jaar ingeschreven te staan bij Studentenwoningweb heb ik eindelijk iets gevonden waarvoor ik het aandurf Noord te verlaten. Voor een jaar dan, als ik mijn lerarenbevoegdheid heb gehaald, word ik er weer uitgeknikkerd.
Maar nu ben ik gelukkig. En alvast nostalgisch, ja.

amsterdam noord gestoord

Opdat deze tekening nooit vergeten wordt

 

22 Comments

Filed under leven