Er bestaan veel soorten pijn. Koppijn, spierpijn, vinger-tussen-de-deur-pijn, hartzeer, steken in je maag, open wonden, weet ik veel. Natuurlijk ligt de hoeveelheid ongemak die de pijn je bezorgt voornamelijk in de hevigheid ervan. Een lichtelijk bonkend hoofd is minder erg dan een gapende wond, maar zoveel migraine dat je haast niet meer weet waar je bent, doet dan weer meer zeer dan een flinke schram.
Maar wat pijn altijd erger maakt, is de verrassingsfactor. (Hier spreekt overigens iemand die nooit aan een noemenswaardige ziekte heeft geleden of een kind heeft gebaard, dus wat dat betreft hoeven jullie mij misschien niet zo serieus te nemen als ik dit zelf doe.)
Diverse pijnen uit het rijtje in de eerste alinea kunnen tot de onverwachte pijn behoren. Je vinger onverwacht tussen de deur krijgen is veel erger dan wanneer je het expres doet. Als ik mijn grote teen stoot, of als er een puzzel op mijn hoofd valt, of als ik ergens tegenaan val, doet de pijn zo veel meer pijn dan gewoon pijn: het voelt vileiner, agressiever. Het voelt als een regelrechte, persoonlijke aanval.
Dit soort zeer maakt me woedend – alsof de veroorzaker ervan het op me voorzien heeft, alsof het me wil straffen, of misschien gewoon wel pesten, gewoon, omdat het kan. Natuurlijk wil ik dan het liefst terugvechten, de deur tussen mijn vingers nemen, de stoelpoot verpulveren onder mijn grote teen of iets dat op mijn hoofd viel in stukjes hakken met hetzelfde hoofd, maar dat heeft geen zin, want objecten kunnen toch niets voelen, en je eigen spullen slopen is vaak niet echt bevredigend, vooral niet omdat je daarna toch weer nieuwe moet kopen. Portemonnee-pijn schijnt trouwens ook een ding te zijn.
Ik heb me wel eens afgevraagd waarom dit soort pijn nou zo verschrikkelijk woedendmakend achterlijk gemeen zeer doet. Misschien komt dat omdat dit soort pijn vaak – niet altijd! – komt op momenten waarop je haast hebt, of al boos bent. Dingen die je niet had moeten doen of moeten voelen. Je wordt in feite terecht gestraft en soms is terecht gestraft worden erger dan onterecht, omdat je geen fouten wilt maken. Maar dat deed je wel. En dat doet zeer.
En het ergste is? Je leert er toch niets van. Pijn voor niets. Zo heeft de evolutie het niet bedoeld.
(Nu allemaal in koor: “Ook dat doet pijn!”)