Author Archives: Lisa

lisa vs instagram

Inmiddels ben ik weer gekapt met die 100happydays-onzin. Het voelde al vrij snel belachelijk (alleen die hashtag al!) en ik werd er een beetje chagrijnig van. Iedere dag een ‘leuke’ foto maken vereist constante alertheid. Vooral op de dagen waarop ik bij Tim (mon amour) was. Die dagen wilde ik eigenlijk allemaal close-upfoto’s van zijn prachtige gezicht maken en die voorzien van meerdere slijmerige hashtags, maar ik wist dat hij daar geen toestemming voor zou geven. Bovendien kan ik hem zelden betrappen op het maken van een foto, dus zelfs het fotograferen van zijn overheerlijke pasta puttanesca (vegaversie, uiteraard) voelde al een beetje gênant.

(Ik heb wel een keer stiekem een foto gemaakt van een zojuist bezorgde pizza toen hij net de kamer uit was. Helaas vergat ik mijn telefoon op stil te zetten, waardoor het ‘stiekeme’ effect enigszins weg was. Toen ik die foto online gooide, publiceerde hij trouwens meteen een oerlelijke foto van mij op Instagram (wat ik wel lef vind, want ik mag niet eens de allermooiste foto’s van hem online zetten. Oké, ik had toestemming gegeven – althans, hij zei “Zal ik dit online zetten” en ik zei: “Je doet maar”. Maar toch!))

Anyway, terug naar die 100 happy days. Mijn cue om ermee te kappen kwam van mijn nichtje. Toen we vorige week in de Efteling waren, merkte die op dat het “best wel jammerlijk” van me was dat ik meedeed aan die 100happydays-ongein. Volgens haar plaatst iedereen hierbij toch alleen maar stomme dingen waarbij de hashtag volledig misplaatst is. Ik deed net alsof ik verontwaardigd was, maar uiteraard was ik het met haar eens. Dus plaatste ik nog één blije foto (van de Efteling natuurlijk) en hield het daarna voor gezien.

Eigenlijk was ik sowieso wel klaar met dat hele Instagram. Behalve het feit dat het speuren naar fotomomenten mijn leven BEHEERSTE, had ik nog een probleem: ik moest hiervoor mijn oude telefoon gebruiken. De oplaadfunctie van mijn nieuwe had namelijk het loodje gelegd. Dat was verschrikkelijk, want mijn oude telefoon is zo sloom als de pest en maakt alleen al het openen van WhatsApp een heuse klus. Tevens lukte het me niet om de laatste versie van Instagram te downloaden (waardoor ik allemaal leuke foefjes moest missen) en deed mijn mobiel internet het niet, waardoor ik zonder wifi geen leven had.

Toch wachtte ik nog behoorlijk lang met  het laten repareren van mijn nieuwe telefoon, gewoon, omdat er zoveel gedoe bij kwam kijken, en omdat ik een beetje bang was dat ze zouden zeggen dat ik mijn telefoon zodanig had mishandeld dat ik geen recht meer had op garantie. Toen ik hem eenmaal had verstuurd, sliep ik bovendien niet meer uit angst dat hij onderweg kwijt zou raken. Gelukkig zijn ze vet goed bij dat reparatiebureau, want exact een week nadat ik hem mee had gegeven, kreeg ik mijn telefoon terug. Er stond ook nog eens een vet schattige tekst op de envelop:

telefoon kapot gerepareerd teruggestuurd

Ik was er zo blij mee dat ik toch gewoon een foto van Tims prachtige ontbijt heb gemaakt en die ook nog eens online heb gezet. Bewerkt met die leuke foefjes van de laatste Instagram-versie, zonder de 100 happy days-tag. Jullie moeten er maar gewoon van uitgaan dat ik een leuk leven heb.

23 Comments

Filed under de ongemakken des levens, internet

ik lees wel eens wat, deel negen

Ik ben een beetje een sukkeltje. Dit zou ik met vele argumenten kunnen aantonen, maar vandaag doe ik dat door te zeggen dat ik in mijn vorige boekenpost gewoon drie (drie!) boeken ben vergeten te noemen die ik in augustus heb gelezen. Daarom behandel ik deze werken nu nog maar even. De drie boeken die ik daadwerkelijk in september las, heb ik overigens allemaal voor mijn studie moeten lezen (in een vak over literatuur & wetenschap, a.k.a. een vak over klonen, cyborgs en alienseks).

De reis naar het kind – Vonne van der Meer

Ergens in de prehistorie heb ik voor mijn studie iets over dit boek moeten lezen. Het leek me superleuk en ik wilde het meteen hebben, maar ik kon het nergens vinden. Nu werd dit boek ineens in mijn schoot geworpen. En aangezien ik totaal vergeten was waar het over ging, was alles toch nog lekker verrassend.
Omdat ik jullie dit ook gun, ga ik niet zoveel over dit boek zeggen, behalve dat de hoofdpersoon een vrouw is die graag een baby wil, maar moeite heeft met zwanger worden. Het leuke aan dit verhaal vond ik dat het leest als een sprookje, terwijl de bizarre dingen feitelijk echt zouden kunnen gebeuren. Heel mooi, alleen het einde was wat zoetsappig.

Het zit op de bank en het zapt – Yvonne Kroonenberg

Mijn vriend keek me zeer misprijzend aan toen ik dit boek op vakantie tevoorschijn haalde. Hij vond het volgens mij een beetje raar dat ik een boek van Yvonne Kroonenberg had uitgekozen. Nou, sorry! Ik vond gewoon de titel zo leuk! En ik kende die hele Yvonne Kroonenberg niet dus wist ook niet dat zij niet salonfähig was! Het zit op de bank en het zapt is een boekje met allemaal columns, die uitsluitend gaan over man-vrouwverhoudingen. Ik vond ze best wel slecht geschreven en ook wat gedateerd. Maar goed, ik heb ze toch allemaal gelezen, in één dag of zo. Trek zelf je conclusies.

Het nieuwe nietsdoen – Gerhard Hormann

Dit was een impulsaankoop. Ik stond in de Bruna om tijd te doden en toen het tijd was om weg te gaan dacht ik: dit wil ik hebben. Dus toen kocht ik Het nieuwe nietsdoen, een beetje beschaamd, omdat de kassamedewerker nu vast doorhad dat ik af en toe het gevoel heb dat ik op het punt van doordraaien sta en me dan het liefs wil verstoppen onder mijn bureau. Goed, genoeg gezever. Ik vond het wel een interessant boek, het geeft veel inzichten over hoe men tegenwoordig omgaat met tijd. Heb ook dit weer zeer snel  uitgelezen. Het enige minpuntje was dat die schrijver achterlijk vaak verwijst naar een ander boek van zijn hand, over hoe je je hypotheek kunt afbetalen. Daar maakte hij echt om de bladzijde een stom grapje over. Als ik in deze blog sterren zou geven voor de gelezen boeken, had hij er hierdoor sowieso drie verloren.

De Engelenmaker – Stefan Brijs

Boek dat ik moest lezen voor college en dus inmiddels helemaal heb kapotgeanalyseerd. Gaat over een gekke dokter met een hazenlip die zich niet helemaal aan de wetenschappelijke ethische normen houdt wanneer hij op het punt staat grote ontdekkingen te doen. Het boek is vrij dik, maar dat is niet erg, want het leest lekker weg. Het was zo spannend dat ik bijna vergat om aantekeningen te maken voor geesteswetenschappelijke doeleinden.

Dawn – Octavia Butler

Ook dit boek gaat over wetenschap en ethiek, maar dan iets minder expliciet. Het verhaal speelt zich af in de toekomst, wanneer een nucleaire oorlog de aarde verwoest heeft. Lilith (tien punten voor wie snapt waarom deze vrouw zo heet) is een van de weinige mensen die nog leefde toen een groep aliens, de Oankali, op aarde landde en de weinige overlevers meenam naar hun ruimteschip. Hiervoor willen zij één ding terug (denk hier een eng muziekje bij): ze willen zich gezamenlijk met de mens voortplanten, zodat beide soorten er sterker uitkomen. Daar zitten de meeste mensen niet zo op te wachten, maar Lilith kom er gaandeweg achter dat het misschien we helemaal niet zo erg is om niet geheel menselijk te zijn………………………… (nog enger muziekje)

Ik lees echt NOOIT science fiction, maar dit vond dit wel een vet boek. Ik ben op dit moment dan ook bezig met een paper over dat de Oankali eigenlijk staan voor het opheffen van de scheiding tussen mens en technologie. Lekker postmodern, love my life. Dawn is trouwens het eerste deel van een trilogie, de rest ga ik binnenkort ook maar lezen want ik ben wel benieuwd naar de baby’s van Lilith.

Mogelijkheid van een eiland – Michel Houellebecq

Wederom een boek dat zich afspeelt in de toekomst. Nou ja, gedeeltelijk dan. In dit verhaal spelen verschillende Daniels – Daniel1, Daniel24 en Daniel25 – de hoofdrol. Daniel1 leeft in het heden. Hij is een succesvolle komiek, maar zijn mislukte relaties en aftakelende gestel zorgen ervoor dat hij diep, diep ongelukkig is. Hij sluit zich min of meer per ongeluk aan bij een sekte die de dood wil opheffen. Daniel24 en Daniel 25 zijn klonen van Daniel die een heel ander soort leven leiden: een leven achter een hek, zonder emoties, eten of liefde. Wie is er beter af? (Of: wie is er minder depressief?)

Ik vond dit boek erg interessant en goed geschreven, maar oh oh oh wat was het deprimerend. Waarschijnlijk kom ik hier nooit meer overheen. Een ander punt van kritiek is dat er minstens een kwart van het boek uit had gekund, het was echt onnodig dik. Ben toch blij dat ik het gelezen heb, het is wel een aanrader.

16 Comments

Filed under boeken

zielige sims, gieren en een eiffeltoren op m’n rug

Eigenlijk dacht ik dat die vraag maar raak-blog makkelijk scoren zou zijn: het schrijven ervan eiste nauwelijks enige creativiteit en dankzij jullie vragen zou ik vervolgens zelf even niet meer met ideeën op de proppen hoeven komen. Dat blijkt nu naïef – wist ik veel dat jullie zulke hartverscheurend moeilijke zouden stellen! Anyway, ik heb mijn best gedaan op deel twee van de antwoorden. Deel drie volgt binnenkort.

Wat is het ziekste dat je ooit hebt gedaan tijdens het spelen van the Sims?

Bij de Sims 1 wilde ik nog wel eens kamers met niets dan haardvuren en prullenbakken maken. Volgens mij hebben we toen wel eens de juf van buurtkinderen verbrand, maar daar voelde ik me een beetje ongemakkelijk bij. Ik liet liever alleen stomme, anonieme poppetjes sterven. Maar daar was ik ook snel klaar mee: andermans lijden, zelfs al zijn het zielloze sims, doet me te veel pijn.

Wat is je lievelingslied ooit en waarom?

Dit is echt zo’n vraag waarvan ik altijd al hoopte dat-ie gesteld zou worden, maar nu hij eenmaal gesteld is, WEET IK HET NIET. Is het Paris van Patrick Wolf? Of is het toch Bluebells? The Bachelor? Theseus? (Zien jullie dat ik fan ben van Patrick Wolf?)

Nee, ik geloof toch dat het het volgende nummer is, Lune uit de musical Notre-Dame de Paris. Ik vind het een beetje raar om een musicalnummer als favoriet nummer te hebben, omdat ik zo’n type ben dat het liefst alleen luistert naar muziek die is geschreven en uitgevoerd door dezelfde persoon. Dit betekent overigens niet dat ik in praktijk nooit luister naar, laten we zeggen, One Direction, maar als we het Serieus over Muziek gaan hebben ben ik best een snob.

Oké, nu over het nummer zelf. Het is gewoon het mooiste nummer OOIT. Het is geschreven op een manier die je helemaal meesleept, je vóélt je gewoon meegenomen door die muziek, en die stem, die stem! Wie kan er nou serieus zo zingen? Bovendien is de tekst zeer universeel. Gringoire (die hebben ze inderdaad uit de Disneyfilm geknipt) zingt naar de maan over het rottige aardse bestaan, maar die maan hoort niets want het is een fucking maan. Gringoire zingt in de eerste plaats over Quasimodo, maar eigenlijk gaat het gewoon over alle ongelukkigen op aarde. Dit nummer is gewoon één en al mooie klanken en woorden: Bel astre solitaire qui meurt quand revient le jour, entends, monter vers toi la chant de la terre, entends le cri d’un homme qui a mal, pour qui un million d’toiles ne valent, pas les yeux de celle qu’il aime d’un amour mortel.

Bonuspunten omdat hij op het einde nog zingt dat de maan zijn pen verlicht. Gringoire is namelijk dichter. Het lied zegt gewoon zoveel, over de last van het leven, maar ook eigenlijk over dat je als mens toch wat met die rotzooi kunt, zoals schrijven dus, of fantastische nummers zoals deze maken.

Als je een tattoo moest nemen, omdat anders je kop eraf gehakt werd, maar je mocht wel zelf kiezen wat en waar, wat zou je dan kiezen?

De Eiffeltoren over mijn gehele rug! Nee, grapje. Ik zou graag willen dat ik een tattoo wilde zodat ik er eentje kon nemen, maar in praktijk zie ik niets dat het waard is om op mijn lijf te vereeuwigen. Als het ECHT ECHT moest zou ik er eentje met het Deathly Hallows-symbool nemen, net onder mijn nek of zo. Niet zo origineel, maar dan kan ik Harry Potter voor altijd bij me dragen én het ziet er mooi uit. (Hee, misschien neem ik ‘m wel echt.)

Wie is je spirit animal?

Caitlin Moran. Ik wou dat ik de helft van haar haar en een kwart van haar grappigheid had.

Wat is jouw “fuck it, ik ga naar huis”-nummer? (Als in, een nummer dat gedraaid wordt bij het uitgaan en dan denk je ja aan mijn hoela ik peer ‘m.)

Denk niet dat dit uitleg behoeft.

Wat is je favoriete dier?

De gier. Gieren zijn echt de meest onderschatte dieren van het hele dierenrijk. In tegenstelling tot andere vogels zijn ze niet gemeen, want ze eten bijna alleen maar dieren die toch al dood zijn. Met andere worden, ze ruimen de boel op. Bovendien zijn ze zo ontzagwekkend lelijk dat ik ze niets anders dan prachtig kan vinden.

Wie is tegenwoordig je favoriete zanger of groep?

Dit antwoord komt nu niet echt meer als een verassing: Patrick Wolf! The Magic Position en House zijn wel leuke liedjes om erin te komen, daar waren die vorige linkjes die ik gaf niet echt geschikt voor.

Wat doe je het allerliefst op een zaterdag?

Pfff, ik vind dit echt een vet moeilijk vraag. Ik ben op zaterdag altijd bezig! Ik denk rondlopen in Parijs. En als dat niet kan, lezen. En uit eten. Ergens waar ze fancy toetjes hebben.

Hoe drink je je koffie?

Ligt eraan waar ik ben – als ik koffie koop op een station neem ik koffie verkeerd, bij mijn ouders of in een café cappuccino, en bij mij of mijn vriend met een beetje koffiemelk, tenzij ik meer zin heb in zwart. Dus eigenlijk op allerlei manieren, maar altijd zonder suiker.

Wat is het meest waardevolle dat je geleerd hebt?

Praten, al is hoofdrekenen een goede tweede. Maar volgens mij bedoel je een levensles. Nou, in dat geval: dat je door gelukkig te zijn altijd – hoe dan ook, wat er ook gebeurt – wint. En dan bedoel ik niet dat je gelukkig moet zijn om je ex op stang je jagen, als jullie dat soms denken. Deze levensles is in iedere situatie toepasbaar.

19 Comments

Filed under dit past echt nergens in

nooit genoeg efteling

Een van mijn favoriete jeugdherinneringen is die keer dat we niet naar het bos gingen. Mijn moeder had dit uitje gepland toen ze hoorde dat ik voor tekenles een boomblad moest hebben om na te tekenen. We zouden samen met mijn vader, broertje en opa op zoek gaan naar het meest geschikte blad. Mijn oma bleef thuis om op mijn zusje te passen – die was toch te klein om de natuur te appreciëren.

Het was op een zaterdag- of zondagochtend en ik weet nog wel dat mijn broertje en ik totaal geen zin in hadden om rond te lopen in zo’n bos, wij hadden wel wat beters te doen. Het was ook nog eens verschrikkelijk lang rijden, we zaten echt een uur in de auto, alleen maar om buiten te wandelen, iets waar je niet mee aan moet komen bij kinderen onder de tien (of twintig). Toen stelde mijn moeder ineens voor dat ik zou lezen wat er op de borden langs de weg stond.

Op dat bord stond van alles, maar er was één woord dat eruit sprong: Efteling.

“We gaan naar het sprookjesbos!” lachten mijn moeder, vader en opa.

Nou, dat hielp wel de stemming te verbeteren. Ik kan me verder niet zo goed herinneren hoe die dag verliep – om eerlijk te zijn ben ik zo vaak in de Efteling geweest dat ik die keren niet uit elkaar kan houden. Het is niet zo dat we elk jaar gingen, maar euhm… om het jaar? Ik vind het altijd heel verwarrend om te horen dat sommige mensen, zoals mijn vriend, daar zelden geweest zijn. Natuurlijk weet ik dat het superduur is (niet dat mijn ouders zo rijk zijn, maar ja, zij hadden de Efteling kennelijk als prioriteit) en dat heel veel volwassenen geen zin hebben om een hele dag in een suikerzoet attractiepark in Brabant te vertoeven, maar aangezien ik er zelf zo vaak geweest ben, dacht ik lang dat dit de norm was.

Een hele fijne norm, want het was altijd weer fantastisch. Dagen van tevoren waren mijn broertje en ik al high van geluk, en de dagen daarna ook. De Efteling was het ultieme geluk, met als hoogtepunten natuurlijk de luttele minuten die je in Fata Morgana en Droomvlucht doorbrengt. Als je één reden nodig hebt om kinderen te nemen, dan is dat wel dat je met ze naar de Efteling kunt gaan. Dat is beter dan drugs.

Inmiddels ben ik oud en verbitterd en niet meer zo goed in me laten meeslepen als vroeger, waardoor het vooruitzicht van rondlopen tussen de laven me niet meer zo uitzinnig blij kan maken als toen. Niet zó blij dus – dit betekent niet dat ik er niet ontzettend naar uitkijk om aankomende zondag gedag te zeggen tegen mijn oude vriend Hugo en dat ik as we speak Eftelingmuziekjes zit te luisteren om er alvast een beetje in te komen. Dit keer ga ik met mijn opa, moeder, broertje, nichtje, neefje, oom, tante, de andere oma van mijn neefje en nichtje en mijn vriend (die nu echt eens een keertje in Villa Volta moet). Mijn vader blijft bij mijn zusje, die door ziekte niet mee kan. Mijn oma is er niet meer (maar als er een hemel zou zijn, zou ze tevreden op ons neerkijken, opgelucht dat zij niet door dit park hoeft te struinen).

Maar lief zusje, niet getreurd: volgend jaar gaan we gewoon weer. En omdat je dan extra lang niet geweest bent, wordt het vast leuker dan ooit, let op mijn woorden.

vliegende hollander efteling

En dan gaan we gewoon hierin, daar ben je dan wel oud genoeg voor

23 Comments

Filed under op stap

alle tijd van de wereld

In mijn tienerjaren fantaseerde ik graag dat ik als enige mens op aarde nooit hoefde te slapen, zodat ik ‘s nachts in alle rust kon doen waar ik overdag geen tijd voor had. Mijn huiswerk maken, leren striptekenen, een boek schrijven, dat soort dingen.

Inmiddels ben ik te oud om een leven zonder slaap te wensen, maar een beetje (heel veel) extra tijd is nog steeds van harte welkom. En dan ook nog het liefst helemaal voor mij alleen – niet dat ik jullie niets gun, maar als we allemaal extra tijd hadden, zou die tijd vast verplicht worden ingezet om te werken, en daar heb ik in die extra tijd dus geen tijd voor. Die extra tijd is voor de dingen die er nu niet van komen. Ik zou romans lezen die al jaren op me wachten, mijn badkamer behoorlijk schoonmaken, een boek schrijven, dat soort dingen.

Momenteel komt er vaak niets van deze dingen omdat ze geen prioriteit hebben. “Dan moet je die dingen wél prioriteit geven”, hoor ik men al zuchten, maar dat is moeilijk want er zijn zoveel dingen die ik wil doen, honderd prioriteiten zijn geen prioriteiten, en met lezen verdien je geen geld, in een vieze badkamer word je ook schoon en het typen van driehonderd blogs is veel minder werk dan het schrijven van één boek – bovendien zie je hierbij wel direct resultaat.

Als ik alle tijd had, zou ik nooit meer hoeven kiezen. Daarom heb ik mijn fantasieën over nooit meer slapen maar vervangen door fantasieën over het stopzetten van de tijd. Dat iedereen, behalve ik, gewoon letterlijk stilstaat tot ik zeg dat de tijd weer aan mag. Sorry dat ik zo egoïstisch ben, maar zoals ik al zei, meer tijd voor iedereen zal uitlopen op een fiasco en bovendien is het míjn dagdroom dus ík profiteer ervan. Als dit je boos maakt, beeld je je maar als wraak in dat ik uitglijd over een bananenschil. Iedereen blij.

Over het bovenstaande probeer ik trouwens maar niet zoveel na te denken, want dat kost ook weer tijd, tijd die ik beter kan gebruiken voor iets dat wél mogelijk is. Maar goed, ik ben toch bijna klaar, dus ik maak mijn verhaal gewoon af: in dit droombeeld staat iedereen dus stil, en ik zit in m’n eentje op mijn kamer te werken aan alles waar ik aan wil werken (boodschappen en rennen doe ik wel als iedereen weer beweegt: lopen tussen bevroren mensen lijkt me doodeng). Oh, nog even een kanttekening: in dit scenario word ik dus niet sneller ouder dan andere mensen, want hoewel ik meer leef, staat mijn verouderingsproces tegelijkertijd met jullie stil. Dat dan weer wel.

Oh ja, een weten jullie wat ik ook ga doen in die extra tijd, naast al die creatieve, nuttige en zeer belangrijke dingen?

Slapen natuurlijk.

Niet echtesuperrelevant maar ik vond het wel weer tijd voor Culture Club

13 Comments

Filed under de ongemakken des levens, tijdmanagement