Author Archives: Lisa

waarom ik gedoemd ben (om op 13m² te wonen)

Zal ik jullie een geheim verklappen? Ik ben bang in het donker. Of nou ja, eigenlijk ben ik ook wel bang als het gewoon licht is. Maar in het donker is het altijd nog net wat erger.

Waar ik bang voor ben? Om dingen te zien. Geesten, voornamelijk. Geesten van vrouwen met enge gezichten. Ik ben bang dat ze ineens naast mijn bed staan, bang om ze in de spiegel te ontdekken. Om ineens een koude hand op mijn schouder te voelen, bang ze voor mijn raam te zien – en dat terwijl ik op de vijftiende verdieping woon.

En ja, ik ben ook bang voor mannen, maar dan voor mannen van vlees en bloed met messen en bivakmutsen. Mijn angst komt in clichés, dat kan ik ook niet helpen. Dat krijg je hè, als je als kind teveel griezelboeken leest. Toen sliep ik ook al met knoflook voor mijn raam.  En kennen jullie dat verhaal uit de Griezelbus 3 nog, waarin dat meisje na een fietsongeluk in het ziekenhuis belandde, met die enge zuster die ‘s nachts bloed dronk? Daar kan ik nog steeds wakker van liggen. Toen ook al, trouwens, maar mínder. Er is ergens iets misgegaan, al heb ik geen idee wat.

Ik prijs mezelf gelukkig met het feit dat ik momenteel op dertien vierkante meter woon en dat er dus bijna geen verstopplekjes voor enge mensen in mijn kamer zijn. Mijn angst-in-het-donker is op zich best wel een reden om niet te verhuizen naar een woning voor mij alleen, een woning met een aparte slaapkamer en een eigen keuken. Hoe graag ik dit overdag nog wil, ‘s avonds denk ik daar heel anders over.

Misschien denk je nu: god Lisa, hier groei je heus wel overheen, als je groot bent, maar jongens, ik ben al 23, en ik weet zeker dat het niet overgaat als ik het gewoon probeer. Het bewijs vond ik zojuist in een vergeten blogpost van drie jaar terug, toen ik dus wel een huis voor me alleen had en alleen maar bang was. Als iemand een tip heeft om toch wat stoerder te worden, hoor ik het graag. En kom niet met knoflook voor mijn raam, want vampiers zijn hartstikke onrealistisch, daar geloof ik echt niet meer in. Duuuh.

Griezelbus 3 - het ziekenhuis (Camila Fialkowski)

Het engste verhaal uit de Griezelbus OOIT

24 Comments

Filed under de ongemakken des levens

de bloglozen groeten u

Als je dit leest, staat mijn blog weer online. Als je dit niet leest, is mijn blog dus helemaal naar de gallemiezen is (of ben je op dit moment gewoon met iets anders bezig, dat kan natuurlijk ook). Strak verhaal, tot nu toe.

Die zinnen hierboven horen bij een stukje dat ik vrijdag schreef, toen ik wel had gehoord dat mijn blog gemaakt zou worden maar ik het eigenlijk nog niet durfde te geloven. Inmiddels is het alweer maandag en wist ik al lang zeker dat mijn blog praktisch heelhuids terug zou keren, dus dit zielige, angstige verhaaltje dat ik had geschreven om online te gooien zodra het kon (nu dus) leest nu nogal… lullig.

Op het moment dat ik het schreef, was mijn blog al anderhalve dag kapot, zoals ze dat noemen. Donderdag kreeg ik te horen dat er iets was misgegaan met de server en dat ik ‘mogelijk’ ‘veel’ kwijt zou zijn. Mijn eerste reactie was dat ik de afspraak die ik die avond had DIRECT af moest zeggen om mijn avond te besteden aan het kopiëren van al mijn blogsposts uit het cachegeheugen van Google. (Want nee, ik had zelf geen back-up gemaakt. En nee, ik schreef ook nooit iets in Word. Vrijdag wel. Vrijdag kon ik niet anders.)

Later kalmeerde ik en besloot ik om even af te wachten of de boel toch niet gered kon worden, zodat ik niet voor niets tweehonderd blogposts zou moeten knippenplakken. Ondertussen maakte ik offline de balans van drie jaar bloggen op en concludeerde ik dat ik écht veel kwijt zou zijn. Al mijn Parijs-verhalen. Mijn huilie-ik-ben-terug-uit-Parijs-verhalen. Al die Ongemakken des levens, Jesus take the wheel’s. Mijn geslaagde verhalen en iets minder geslaagde verhalen, omdat ik er in mijn hele blogcarrière slechts één keer iets af heb gegooid. Soms las ik wel eens een draak van een blogpost terug, maar dan liet ik ‘m toch staan. Omdat ik het, hoe slecht dan ook, nog steeds wel leuk vond om terug te zien.

Best grappig, want als ik iets schrijf dat ergens anders verschijnt, durf ik het na de publicatie juist nooit meer te lezen. Stel dat er een fout in staat! Of een stom grapje! Dan kan ik het nooit meer aanpassen. Met mijn blog heb ik dat probleem niet – misschien juist omdat ik het zou kunnen veranderen, eventueel, in theorie. Dat doe ik zelden, maar de gedachte is genoeg.

Daarom vind ik bloggen zo leuk. Omdat ik zoveel kan. En zoveel mag. Ik zou niet zeggen dat ik ‘puur van mezelf’ schrijf – als ik dat echt zou doen, dan zouden het ontzettend vreemde, ellenlange verhalen worden. Ik doe heus wel concessies. Maar als ik daar geen zin in heb, doe ik er wat minder. Het is mijn eigen blog. Ik mag mijn eigen regels overtreden. Wat een feest.

Daarom ben ik ook zo blij dat jullie dit kunnen lezen, want dat betekent dat alles – op een paar verdwenen comments na, ach – gewoon weer goed gekomen is. Dankzij mijn arme host (of hoe noem je zo iemand?) die alles vanaf juli handmatig terug heeft moeten zetten. Duizendmaal dank voor Paul en zijn terugtoverskills dus.

20 Comments

Filed under metablog

maar wat denk je nou écht?

Als kind kom je er vrij snel achter dat je ouders ook niet alles weten. Geen idee hoe het met jullie zit, maar ik trok dat niet zo goed. Mijn wereld zat al vol vragen, en níemand die het antwoord had? (Want als je ouders het niet weten, dan weet natuurlijk niemand het.)

Bovendien is het gewoon heel erg vervelend om afgescheept te worden met de ontzettend irritante mededeling “Dat weet ik niet.” Daarom bedacht ik op een gegeven moment de nog veel irritantere vraag:

“Maar wat denk je nou écht?”

Dat was vooral leuk als mijn ouders hadden gezegd dat ze niet wisten hoe lang iets ging duren, of iets zou lukken of toch net niet. Maar wat nou als je een antwoord móest geven? Oké, je hebt geen idee hoe lang het nog rijden is naar de camping, maar als je nou héél diep in jezelf kijkt, wat verwacht je dan toch stiekem? Je weet niet meer of het links of rechts was, maar als je nou zonder verdere informatie een kant op moest gaan, WAT ZOU JE DAN KIEZEN?

Inderdaad irritant, want meestal liep het dan toch uit op een wilde gok en aan een wilde gok heb je niets. Daarom weigerden mijn ouders ook zo vaak antwoord te geven, denk ik.

Tegenwoordig stel ik deze vraag graag aan mezelf, bij voorkeur voordat ik iets ga doen dat een soort van spannend is. Een mailtje openen waar een cijfer instaat, bijvoorbeeld. Voordat ik het aanklik, bedenk ik hoe hoog ik dit getal verwacht. En of ik het zo laag inschat omdat ik bang ben om teleurgesteld te worden, of juist zo hoog omdat ik dat zo graag wil. En wat ik nou echt echt echt echt denk dat het is, als ik even heel erg eerlijk tegen mezelf ben. Zelfs al is het een beetje een gok. Maar toch.

Het is best wel een interessant experiment, jezelf doorvragen naar wat je nou écht denkt. Iets dat je ook toe kunt passen op minder willekeurige facetten van het leven: denk/wil/doe ik iets nu omdat ik dit écht denk/wil/doe, of zit er een andere beweegreden achter? Dat is soms moeilijk. En pijnlijk. En bloedirritant. Maar vervelend zijn is soms gewoon nodig.

De kaarten des levens liggen soms zomaar op de grond

1 Comment

Filed under tips en tricks

bevindingen na één week stagelopen

Zo. Mijn eerste week stage zit er weer op. Na maandenlang een zeer onregelmatig leven te hebben geleid (ik had bijna geen college en geen vaste werkdagen of -tijden), moest ik nu In Het Gareel. Iets waar ik met hart en ziel naar uitkeek, want iedere avond weer moeten nadenken over hoe laat je de wekker de volgende ochtend moet zetten, is uiteindelijk ook maar vermoeiend.

Eerst ter info: ik loop nu vier maanden stage als tekstschrijver bij de online marketing bureau. Het bedrijf en het werk zijn mij deze week goed bevallen, maar daar ga ik het nu niet over hebben. Niet alleen omdat ik dit al vaak genoeg heb verteld aan mensen die het echt iets boeien, maar ook vanwege mijn strikte no work policy op deze blog. Ik weet namelijk nooit precies wat ik nou allemaal online ‘mag’ gooien, dus om mezelf gedoe te besparen plaats ik maar lekker (bijna) helemaal niets.

Goed. Genoeg uitgelegd. Op naar de triviale zaken, want daarvoor zijn we hier. Hierbij mijn bevindingen na één week stagelopen:

  • First things first: ik word moddervet. Als ik thuis achter de pc zit voor mijn studie, doe ik tussendoor continu andere dingen. Blogs lezen. Twitter. De was. Maar op kantoor gaat dat een beetje moeilijk. Daarom heb ik mijn normale verzetjes ongemerkt vervangen door eet-verzetjes, want doorwerken en voedsel naar binnen proppen gaat als doorwerken en ademen. Supersoepel dus. Daarbij: ooit liep ik drie keer per week hard, maar nu zou ik niet weten hoe. ‘s Ochtends lukt niet, dan zou ik om vijf uur op moeten. En na een werkdag nog gaan sporten? Hoor je me al lachen?
  • Over blogs lezen gesproken: dat doe ik nog wel. Als ik op de bus wacht. Of in de trein zit. Maar uitgebreid, op een computer in plaats van op een telefoon en met comments achterlaten enzo, dat is nu even teveel gevraagd. (Fulltime werkende bloggers, hoe doen jullie dat toch?)
  • Ik word ontzettend saai. Mijn vriendinnen hebben elkaar deze week meerdere keren gezien terwijl ik al lang lag te slapen. Omdat ik tussen zes en half zeven op moet (ligt eraan of ik mijn haar moet wassen of niet), probeer ik om tien uur ‘s avonds mijn ogen dicht te doen. Veel te vroeg, maar heel erg nodig. (Het schijnt trouwens dat als je een vast ritme hebt, je afkunt met veel minder slaapuren. Dat zou goed kunnen, want ik heb al jaren geen behoorlijk ritme en ik ben altijd moe. Ik hoop zo dat dit werkt.)
  • Schrijven over bepaalde zaken roept verlangen naar deze zaken op. Ik heb deze week onder andere geschreven over vogels in je tuin krijgen. Ik wist hiervoor niet dat ik een tuin wilde, maar nu dus wel. Een tuin met delicate bloemen en vogelhuisjes. Misschien plaats ik een bak aarde in mijn kamer, want schoffelen werkt heel ontspannend (ook over geschreven, jajaja). Handig, na zo’n lange werkdag.

Dit waren dus de conclusies van week één. Ben benieuwd hoe de rest van deze vier maanden zullen verlopen. Ik zal het doorgeven als ik echt veertig kilo aankom en of als ik zo doodsaai word dat ik iedere avond spontaan voor tienen in slaap val – of juist als ik een manier heb gevonden om dit af te wenden.

 

Nooit meer een blogpost missen? Volg Vijf Koffie Graag op Facebook!

 

26 Comments

Filed under studie/werk

ik lees wel eens wat

Ik was van plan om een lijstje te maken van alle boeken die ik 2014 lees. Voor eigen documentatie, gewoon, omdat het leuk is en om niet te vergeten. Maar toen bedacht ik me dat ik mijn gelezen boeken net zo goed maandelijks op mijn blog kan gooien, zodat iedereen kan lezen wat ik heb gelezen en dan ook even kan lezen of het wat is. Een onorgineel doch zeer goed plan, al zeg ik het zelf. Het enige jammere aan dit nobele voornemen is dat ik dan zo te koop loop met al die gênante boeken die ik heb. Maar ja.

~*~__Gelezen boeken van januari 2014__~*~

1. Eat that frog – Brian Tracy

Omdat Lianne, wiens oordeel ik altijd bijzonder serieus neem, het al-tijd maar over dat verrekte Eat that frog heeft, wilde ik dit boek supergraag lezen. Zo supergraag dat ik hier op een middag half Amsterdam voor heb afgezocht. En het niet vond. Een andere keer gooide ik het in mijn digitale winkelmandje op Bol.com, maar vergat ik vervolgens te betalen. Het mag duidelijk zijn: ik had echt een boek over tijdmanagement nodig. Maar ik nu heb ik het dus en ik ben er ontzettend blij mee. Er staan veel praktische tips in over hoe je uitstelgedrag kunt voorkomen en beloftes dat je succesvol zult worden als je je maar blijft concentreren op je doelen (“Een gemiddeld persoon die iets doet, is succesvoller dan een geniaal persoon die niets doet!”).

2. Stoner – John Williams

Dit boek lag al bizar lang op mijn nachtkastje. Inmiddels durfde ik er niet meer met goed fatsoen in te beginnen, omdat onderhand iedere om Hyves treurende oudtante hem al uit & weer vergeten had. Eenmaal begonnen was ik blij dat ik het niet eerder gedaan had, want ik genoot er enorm van. Het is een erg mooi geschreven, rijk boek over, nou ja, over een leven. Hoewel ik het niet zo fantastisch vond als sommige anderen, zou ik ‘m toch aanraden.

3. De Wetten – Connie Palmen

Connie en ik hebben een beladen geschiedenis. Nou ja, dat vind ik dan. Op de middelbare school las ik De Vriendschap en dat vond ik zo’n tenenkrommend boek dat ik bijna ging spugen als ik erover praatte. Sinds we een aantal colleges over haar hebben gehad, heb ik mijn mening positief bijgesteld (in tegenstelling tot mijn medestudenten, maar dat verhaal bewaar ik voor de volgende keer). Anyway. De Wetten, haar debuut, is best een goed boek. In het begin wat navelstaarderig, maar later wordt het beter. Het enige dat ik zo jammer vind, is dat ze steeds schrijft over het schrijven. Voor een keertje is dat wel leuk, maar ze doet dat al-tijd. Keer op keer lezen over schrijven voelt ontzettend nutteloos. Wel mooi-om-te-lezen-nutteloos, maar toch.

4. Sushi en Chardonnay – Yoyo van Gemerde

Vorige week gingen we naar de Boekenbeurs. Daar kocht ik dertien boeken, waarvan elf romans. Tussen die elf romans zat één fout wijvenboek. (Chicklit, ik krijg het woord bijna niet uit mijn vingers). Het was maar 1,99, snap je. En het speelde zich af in Amsterdam, wat ik wel lachen vond. Ik vind het best wel typisch dat ik van die elf romans expres begon met de foute, maar goed. Misschien had ik het nodig na Connie. Het was ook echt een totaal ontspoord verhaal, over een vrouw die door te liegen en bedriegen een eigen tv-show krijgt, en ondertussen een paar foute mannen de deur wijst. Verder gebeurt er nog van alles, maar niets wordt afgerond. Weet niet of dit nou postmodern is of gewoon extreem slecht. Grootste wtf-moment: als de BFF van de hoofdpersoon is geopereerd aan een goedaardige hersentumor, geeft de hoofdpersoon haar drie lingeriesetjes van de H&M cadeau. DRIE lingeriesetjes! Van de H&M!

5. Pas goed op jezelf – Renate Dorrestein

Renate Dorrestein is mijn favoriete schrijfster. Mijn liefde voor haar werk begon aarzelend en terughoudend, maar inmiddels ben ik zeker van mijn zaak en iedereen mag het weten. Niemand is zo goed in het creëren van zulke echte personages en situaties. Dit boekje is maar 54 pagina’s en dat is wellicht de reden waarom ik niet in een totaal gelukkige extase achterbleef, maar het is wel weer zo’n heerlijk typisch Dorrestein-verhaal. Gelukkig heb ik bij de boekenbeurs ook De Stiefmoeder gehaald. Komt dat even goed uit.

1 Comment

Filed under boeken