Author Archives: Lisa

zeven rode jaren

schoenenrood

Ik kocht ze toen ik vijftien was. Ik was toen net een paar maanden gestopt met vlees eten en wilde eigenlijk ook geen dode dieren meer aan mijn voeten. Mijn moeder vond het geen goed idee dat ik dag in dag uit op knellend plastic zou lopen en stond erop dat ik zwarte leren laarzen kocht, maar goed, een extra kunststof paar van mijn eigen geld kon ze me moeilijk verbieden.

Ze waren maar vijftig euro en ze waren perfect. Precies de goede kleur rood, precies de goede vorm en precies de goede lengte. En hoewel je het misschien niet zou verwachten, stonden ze bijna overal bij (hoewel dit natuurlijk uit de mond komt van een meisje dat de hele winter met een groene tas en oranje sjaal heeft gelopen). De hak was hoog genoeg om een hak te mogen heten en laag genoeg om er de hele dag op door de stad te kunnen lopen.

Maar ja, plastic hè, dat ga je toch merken. Toen het verflaagje begon te rafelen, heb ik de beige stof die eronder vandaan kwam eerst ingekleurd met rode pen. Jammer alleen dat ik tijdens het inkleuren de laagjes er nog verder afduwde.
En ja, heel lekker zaten ze niet altijd. Als ik ze uit had gedaan en een half uur later weer aan wilde trekken, waren ze nog steeds warm. Wat wel comfortabel was, maar ook een beetje viezig.

(En ze waren spekglad – ik ben vandaag in de keuken nog bijna op mijn bek gegaan – maar dat heeft niets te maken met het feit dat ze van plastic zijn.)

Gisteren concludeerde ik dat het er wel heel zielig uit begon te zien. Voorkant kapot, bovenkant kapot, van binnen helemaal stuk – ze waren één grote ravage, en dan niet eens een ravage die nog wel iets had, het was alleen maar zielig. Zielig voor alle betrokken partijen.
Vandaag mochten ze nog één keer mee naar college.
Het waren zeven goeie jaren.

21 Comments

Filed under kleding en zo

knip en praat, knip en praat praat praat

Er zijn veel dingen die ik niet leuk vind aan naar de kapper gaan.

Het wachten, bijvoorbeeld, en het uitleggen wat er met je haar moet gebeuren, en het met je kop in de spoelbak hangen (ben altijd bang dat m’n nek breekt). Dat de kapper “En wat vind je ervan?” vraagt en dat je dan niet durft te zeggen dat het superlelijk is, omdat je dat zielig voor haar vindt.

Over zielig gesproken: ik weet nooit waar ik met ze over moet hebben. Vroegah werd ik altijd door dezelfde kapster geknipt, die kwam bij ons thuis en we praatten altijd over school en Disneyland. Lekker makkelijk. Tegenwoordig ga ik zo weinig naar de kapsalon dat ik daar volledig anoniem ben, en dat is prima, maar dan heb je ook weinig aanknopingspunten.
Sommigen maken die gewoon zelf. Eens werd ik geknipt door iemand die maar niet kon stoppen met me vertellen hoe droog mijn haar was en hoe verschrikkelijk dat was en wat een ramp en zon en chloor en zout en draaaaaaaaaaama. Ze kon er maar niet over ophouden (hoewel ze ook een paar vragen stelde over waar ik het liefst uitging en toen ik zei dat ik het liefst naar feestjes bij mensen thuis ging begreep ze dat antwoord niet).

Dat mens heb ik twee keer gehad en toen ben ik nooit meer naar die kapsalon gegaan. Waar ik nu kom, ben ik nog nooit door dezelfde geknipt. Wel zijn ze allemaal erg stilletjes als ze met mijn hoofd bezig zijn. En dat terwijl die mensen naast ons wél allemaal geanimeerde gesprekken voeren over kinderen en buurvrouwen en weet ik veel wat. Een gekakel, jongens. En de mijne maar bezig zijn met knippen. Op dat soort momenten voel ik me echt schuldig.

Vindt ze me niet aardig? denk ik dan.
Wil ze mijn uitgaanstips niet horen?
Baalt ze dat ze geen spraakzamere klant heeft?

Dit opschrijven is best wel confronterend. Geef ik een fortuin uit zodat ik een kapster moet entertainen. Hou op zeg.

Gelukkig had ik gisteren een makkelijke. Die begon op een gegeven moment over dat ze zo raar had gedroomd. Opgelucht begon ik allerlei vragen te stellen (“En, heb je dat wel vaker?” “En wat gebeurde er toen?” “Hoe voelde je je daarbij?”).

Als het leven niet moeilijk is, moet je het maar moeilijk maken.

28 Comments

Filed under de ongemakken des levens

sorry voor de muziek

Vroeger viel ik iedereen continu lastig met ‘mijn’ muziek. Ik durf niet te zeggen of ik destijds oprecht dacht de wereld te verblijden met mijn geweldige smaak of dat ik vooral wilde laten horen wát voor muziek ik luisterde – kijk, hier val ik elke avond mee in slaap, erken mijn bestaan – maar ik weet, na heel veel jaren ongevraagd en ongewenst cd’s opzetten, liedjes op sociale media plaatsen (waar vervolgens nooit iemand op reageert) en in het algemeen veel over ‘mijn’ muziek ouwehoeren, inmiddels wél dat niet iedereen zit te wachten op liedjes uit Franse vampiermusicals, krijsende vrouwen en nummers die later door Atomic Kitten gecoverd zouden worden (m.a.w., alles wat ik luister). Dus hou ik mijn oordoppen tegenwoordig maar in m’n oren. Meestal.

Dat nog niet iedereen tot dit besef is gekomen, is duidelijk te merken in openbaar vervoer. Dan heb ik het niet eens over mensen wiens muziek luid en duidelijk door hun oortjes heen te horen is (iets waarvan ik me altijd afvraag hoe ze dat voor elkaar krijgen, maar dat terzijde), maar over mensen (lees: tienerjongens) die liedjes uit hun blikkerige telefoons met willens en wetens door de coupé laten schallen.
Zodra ik zo’n telefoon hoor, wil ik eerst altijd heel boos worden, roepen dat-ie niet zo aso moet doen en dat ik niet op zijn kutmuziek zit te wachten – maar aangezien ik dat niet durf, blijf ik maar meeluisteren. En begin me te verwonderen. Want waarom doet zo iemand zoiets? Vast niet om zijn medereizigers te pesten. Is hij zijn oortjes vergeten en kan hij echt geen treinritje zonder zijn gekoesterde albums? Denkt hij zijn medereizigers een plezier te doen door ons te verlichten met Echt Goede Artiesten? Wil de lieverd soms dat wij zijn muziek luisteren en daarmee begrijpen met wat voor persoon te maken hebben, dat wij al zijn dromen en angsten leren kennen? Zijn bestaan erkennen?

Als ik erover nadenk is het best schattig, eigenlijk.

 

P.S. Deze is leueueeuk toch.

 

15 Comments

Filed under muziek

het bestaan in een paar vraagstukken

Mijn leven kent vele onzekerheden. Zoals: ben ik een ochtend- of avondmens? (Volgens mij geen van beide.) Of: ben ik intro- of extravert? (Volgens mij geen van beide.) Of: functioneer ik beter onder druk, of juist beter zonder druk? (Vooropgesteld dat ik in het dagelijks leven toch wel redelijk functioneer, mag ik hier dus niet ‘geen van beide’ invullen hè. Dus eh… ik functioneer altijd? Nou ja ligt eraan wat voor situatie het is? Of zo???)

Dit soort rare tweedelingen bezorgen mij allerlei existentialistische kriebels. (De oplettende bloglezer al merken dat ik overal existentialistische kriebels van krijg.) Als ik me nu ergens mee identificeer, moet ik me dan daar voor altijd mee identificeren? Rekenen jullie me er dan voor altijd op af?

Maar goed, misschien stel ik me nu een beetje aan. Niemand heeft mij ooit serieus gevraagd of ik een ochtend- of avondmens ben. Of of ik mijzelf meer als een into- of extravert persoon beschouw. En toch heb ik het gevoel dat ik altijd een antwoord op dit soort vragen paraat moet hebben, gewoon, omdat een mens dit over zichzelf hoort te weten. Is dat raar??? (Graag ja of nee invullen.)

Met andere woorden, wat ik wél over mezelf kan concluderen:

– Ik gebruik veel haakjes. En vraagtekens.
– Mijn existentialistische snaar is snel geraakt.
– Ik voel me regelmatig verplicht tot het beantwoorden van vragen die mij niet worden gesteld.
– Ik moet stoppen met het lezen van Pyschologie Magazine want daar kan ik niet zo goed tegen.

Heerlijk hè, die duidelijkheid.

39 Comments

Filed under de ongemakken des levens

feministisch vragenuurtje

Bloggers en hun lezers zijn lichtelijk conservatieve figuren. Durft iemand het f-woord in de mond te nemen, regent het direct reacties als “Ja maar mannen moeten hoffelijk zijn anders is mijn leven niet meer leuheuk” en “Vrouwen zijn hypocriet want ze willen serieus genomen worden maar vervolgens willen ze wel dat ik alles betaal.” Hoewel ik had verwacht dat deze dingen geen issue meer waren, is het natuurlijk hartstikke vervelend is dat er nog steeds onduidelijkheid bestaat over wat de politiek correcte m/v-omgangsregels van vandaag de dag zijn. Daarom, speciaal voor jullie:

“Mag ik een jongen mijn drankjes laten betalen???”
Als je iemand niet kent moet je gewoon voor je eigen shit dokken, als je diegene wel kent mag je ‘m best een keer laten afrekenen. Als je het maar onthoudt en volgende keer eens je portemonnee trekt. (En trakteer je vrouwelijke vriendinnen ook eens, gierig kreng)

“Mogen jongens dan nog wel de deur voor me open houden???”
Het zou schandalig zijn als ze dat niet deden. Of als jij de deur voor hun neus dicht laat vallen. Gewoon, wie als eerste bij de deur is, houdt hem open. En lacht er vriendelijk bij. Al moeten we niet overdrijven, als het toevallig zo uitkomt mag je best wel als eerste door het deurgat lopen, maar geef ‘m daarna dan nog even een duw. Is niet moeilijk en/of zwaar.
(En wie goed doet, wie goed ontmoet, want ooit hield ik megagalant de deur open voor iemand die er echt nog tien meter lopen van verwijderd was. Die iemand bleek van dichtbij dus echt de knapste jongen OOIT te zijn. Later kwam ik erachter dat hij homo was, maar goed, dat was hij al, dat is hij niet geworden doordat ik de deur voor hem openhield.)

“En wat nou als ik gewoon fulltime moeder wil worden???”
Ten eerste: alle moeders zijn fulltime moeder.
En we leven in een vrij land.

“Is het eerlijk dat meisjes make-up ‘moeten’ dragen en jongens niet???”
NEE. Maar omdat ik niet zonder make-up kan, heb ik het volgende voorstel: alle jongens gaan vanaf vandaag ook aan de make-up. Zijn we tenminste allemaal een slaaf van het decorum.

makeup
Ik hoop u hiermee van dienst te zijn. Mochten er desondanks toch nog vragen of verwarde gevoelens omtrent dit onderwerp bestaan, spui het hier.

 

15 Comments

Filed under tips en tricks