Author Archives: Lisa

zelfs mijn sims doen niet aan mindfulness

Ooit heb ik even kunnen mediteren. Mijn ‘mediteren’ stelde weinig voor: ik heb het over vijf minuten stilzitten, waarvan ik net iets meer tijd aan niets denk dan dat ik denk aan hoe goed ik ben in aan niets denken.

En dat ‘mediteren’ hè (of mindfulness, zo’n vies woord maar dan weet iedereen het wel meteen waar ik het over heb), dat is best wel handig om te kunnen. Als het lukte, voelde ik me oprecht helderder. Gereset. Het tegenovergestelde van hoe ik me nu voel, nu ik mijn ogen haast niet meer open kan houden en ik mijn eigen zinsconstructies niet meer begrijp. Weer mediteren zou in theorie een goede oplossing zijn, ware het niet dat ik het niet meer kán. Het lukt me niet om me te concentreren, ik ben te onrustig, na één minuut word ik gek.

Volgens mij lukt het niet omdat ik te vol zit met gedachten, te snel ga om stil te kunnen staan. Dus ik moet afremmen. (Sorry voor het extreem cliché taalgebruik, maar het is nu eenmaal zeldzaam accuraat). Daarom probeer ik minder te denken. Meer te doen. Zoals al die vrouwenbladen zeggen; als je de groente snijdt, snij je de groente, en als je je tanden poetst, poets je je tanden! En je denkt dan niet aan boodschappen.
Dat probeer ik dus. (Soms, niet te vaak. Wanneer denk je dat ik deze blogpost verzon? Gisteren, toen ik aan het wandelen was. Als ik tijdens het wandelen alleen maar had gewandeld, had ik nu een beetje niet geweten wat ik moest schrijven en uit wanhoop een youtubefilmpje online gegooid, de horror). Maar goed, dan probeer ik dus op te ruimen, of wat op de bank te zitten, en dan voel ik me net een sim.

Want ja, alleen een sim kan op de bank gaan zitten en een beetje voor zich uit staren en dat normaal vinden. Want je vervult op dat moment de behoefte van zo’n sim: comfort. En dat is fijn voor de sim. In het echte leven hebben we te weinig geduld voor die comfortbehoefte: er moet tegelijkertijd aan het plezier worden gewerkt! Of aan sociaal (maw dingen met een smartphone).

Maar nu ik erover nadenk: eigenlijk zaten mijn sims ook nooit zomaar op de bank. Als ze op de bank zaten, waren ze tegelijkertijd techniek aan het leren. Plezier kregen ze door te schaken of te schilderen, zodat ze ook wat punten inzicht- of creativiteitspunten scoorden. Als ze eens tv keken, was het omdat ik ze tegelijkertijd wilde laten bonden met andere sims, zodat ze sneller promotie kregen.
Ik was echt heel goed in dat spel, moet ik zeggen.
Maar sims kennen het begrip ‘vierkante ogen’ dan ook niet.

23 Comments

Filed under de ongemakken des levens

de verjaardagsblog zonder winactie

Vandaag ben ik jarig! En ik trakteer lekker niet. (Moet je nou weer meteen nadruk op het negatieve leggen, Lisa? Kun je er niet gewoon overheen praten en hopen dat ze niets doorhebben?)

Verder ga ik sowieso niet zo veel doen. Vanavond uit eten met allemaal andere buitenlanders, maar die komen heus niet speciaal voor mij want er is ook een meisje dat morgen terug naar Ierland verhuist, maar goed, het is alsnog beter dan de hele dag huilend thuiszitten. Sowieso vinden anderen jouw verjaardag nooit zo belangrijk, tenzij je a) je hun kind/kleinkind/enige neefje bent of b) ze je superlief vinden en daarbij mega sentimenteel zijn/zich om één of andere reden schuldig voelen.

Je zou je af kunnen vragen waarom ik deze blog überhaupt schrijf.
Het heeft iets te maken met de vluchtigheid van de gelegenheid, met het idee dat ik nú mijn kans moet grijpen omdat het anders al voorbij is, net zoals dat ik altijd geneigd ben om over Kerstmis en nieuwjaar te schrijven. Rond kerst lukt het me meestal wel om me in te houden, maar nieuwjaar vind ik zo’n spannend concept dat ik er altijd minstens twee stukjes over moet tikken. En mijn verjaardag vind ik, aan het feit dat ik dit schrijf te zien, kennelijk ook wel leuk.

Dus goed, gefeliciteerd met mij, jongens.
Ik hoop dat jullie allemaal een leuke dag hebben.

25 Comments

Filed under de ongemakken des levens

Beste mevrouw D.,

Toen ik had besloten om een semester in Frankrijk te gaan studeren, verwachtten mijn ouders dat ik geen enkel vak zou halen. Zelf geloofde ik er heilig in dat ik voor alles zou slagen. Dat droombeeld viel al snel in duigen, maar ik wist zeker dat ik met een paar goede cijfers thuis zou komen.

En dat ik in ieder geval úw vak zou halen. Want sonnetten analyseren, dat kan ik inmiddels wel. Dat bleek ook uit het eerste deeltentamen: zelden ging een toets zo goed. Omdat ik voor mindere vakken ook allemaal voldoendes heb gehaald, rekende ik op een prachtig cijfer. U gaf me echter een zes. Van de twintig. Toen ik u er na de les op aansprak, zei u dat ik thuis even de taalfouten moest verbeteren, en dat we er later naar zouden kijken.

Volgens mij bent u echt aardig. Dat zie ik aan uw verontschuldigende blik als u weer eens een kwartier te laat bent, aan hoe u nauwelijks uw stem durft te verheffen als u de klas tot stilte wilt manen. Ik geloof daarom ook dat u mij echt wel een goed cijfer gunt, maar het vanwege uw werkethiek gewoon niet kunt geven, omdat u mijn zinnen op één of andere manier echt niet begrijpt (in tegenstelling tot de andere docenten, die op mijn tentamens collectief ‘slecht Frans maar tekst goed begrepen’ schrijven).
(Bij dat ‘slechte Frans’ wil ik wel nog een kanttekening plaatsen. Ik praat de hele fokking dag alleen maar Frans, zonder al te grote problemen. Niet zonder dertig foutieve zinsconstructies per alinea, maar toch.)

Voor de verbeterde versie van het tentamen had ik een zeven. Van de twintig. “Het Frans is te moeilijk.”

Vandaag had ik een mondeling voor uw vak. Mijn tweede mondeling al, want die ik voor de klas deed, heb ik niet gehaald – u noemde het “heel dapper”, maar u doet niet aan troostprijzen. Ik weet eigenlijk niet waarom ik het nog probeerde; de tweede deeltoets was weliswaar weer supergoed gegaan, maar we weten allebei dat onze percepties van ‘goed’ nogal afwijken.

Toen ik al in uw lokaal stond, besloot u dat ik deze mondeling beter bij een andere docent kon doen.
Nadat ik me door het te analyseren sonnet had heengestotterd, merkte de man op dat ik het heel goed had begrepen, en dat ik het goed had uitgelegd. Ik zou ‘une très bonne note’ krijgen.
Une. Très. Bonne. Note.

Dus, mevrouw. S’il vous plaît. Probeert u alstublieft bij het nakijken van dat laatste tentamen mijn ‘slechte Frans’ te begrijpen, zodat ik het vak alsnog haal. Ik heb geen enkele les gemist. Ik heb vrijwillig een mondeling voor de klas gedaan. Ik was er vandaag wéér.
Ik weet dat u het ook wilt.

Bien cordialement,

Die ene hopeloze buitenlander

21 Comments

Filed under studie in buitenland, studie/werk

je suis confus, snappen jullie

Nog iets minder dan drie weken tot ik terug naar Nederland verhuis. Het liefst zou ik alles alvast inpakken, zodat ik dat achter de rug heb, maar naast het feit dat het onhandig is, wil ik de laatste weken ook ingaan zonder eraan te denken dat het praktisch afgelopen is – onder ‘t mom ‘geniet maar van de tijd die er nog wel is‘, dat soort ongein – maar ik ben in de war. Ik heb nog één tentamen, tenzij ik iets over moet doen. Maar hoe weet ik of ik iets over moet doen? Waarom staan mijn cijfers niet online, waarom mailen mijn docenten niet terug, waarom voel ik me zo achterlijk? Ga ik dadelijk naar huis ga met zero studiepunten vanwege gebrekkige communicatie?
Ik ben woensdag jarig. Hoe moet ik het vieren? Weet iedereen wel dat ik jarig ben? Wat voor Erasmusshizzle moet ik nog doen voor/tijdens/na vertrek? Hoe zat het ook alweer met die elektriciteitsrekening? Ik moet leren internetbankieren bij de Franse bank, zodat ik mijn borg naar mijn Nederlandse account over kan maken. Ik heb een enorme waslijst van de residence gekregen waarop staat hoe en wat ik precies moet poetsen, terwijl ik deze kamer vies en rommelig heb aangetroffen. Zouden ze mijn borg inhouden als ik de gordijnen niet was? Ik heb vanochtend een lamp vervangen, maar hij werkt niet. Hoe kan dat? Moet ik alvast boeken bestellen voordat mijn nieuwe semester in Nederland begint?
Ik zou willen dat het een maand later was, dat mijn koelkast in mijn kamer in Amsterdam alweer gevuld was en dat ik alle koffers op kon bergen. Nee, dat wil ik niet. Niet dat ik niet in Amsterdam wil zijn, ik wil zo ontzettend graag weer in Amsterdam zijn, maar ik wil ook hier zijn en ik wil dat dit niet voorbij is. Amsterdam kan wachten. Alles kan wachten, nee niets kan wachten, ik moet dingen regelen, maar ik weet niet wat, of misschien ook wel, of niet.

16 Comments

Filed under de ongemakken des levens, studie in buitenland

pokémon confessions

Laatst stuitte ik op een tumblr die ‘Pokemon Confessions’ heet, iets wat in de eerste instantie mijn interesse wekte – niets is leuker dan praten over Pokémon en over hoe serieus je het vroeger nam (volgens mij kreeg ik destijds soms letterlijk tranen in mijn ogen omdat ik ZOVEEL VAN POKÉMON HIELD). Helaas bleek die site niet echt aan mijn verwachtingen te voldoen, ik raakte er alleen maar in de war van. Daarom zet ik zelf maar wat bekentenissen onschuldige herinneringen online. (Hopend dat jullie volgen, anders sta ik in m’n eentje voor lul)

-Mijn favoriete Pokémon was Growlithe en als ik ging tennissen, deed ik net alsof hij met mee meespeelde. Ik weet niet zo goed waarom, want het was een soort hond en ik heb echt een hekel aan honden. Ik deed ook altijd net alsof ik Ponyta zat als ik op mijn fiets naar school reed, wat nog raarder was, want ik heb al helemaal een hekel aan paarden.

– Mijn broertje en ik hebben een keer de tent in zijn kamer opgezet en gespeeld dat wij Pokémontrainers op reis waren. Dat was echt leukste wat we ooit gedaan hebben, totdat hij ineens verdween met de mededeling dat hij ‘even naar de wc ging’, en ik hem toen een kwartier later beneden voor de tv vond.

– Gelukkig kon hij ook meelevend zijn: toen mijn spel bij Pokémon Gold ineens zomaar gewist was (ja, ik moest huilen – ik was al zo ver!), begon hij uit solidariteit ook een new game bij Pokémon Silver. Awww.

– Nog steeds voel ik euforie als ik denk aan die keer dat ik van mijn drie jaar oudere buurjongen won met Pokémonkaarten. Ik was sowieso best goed met die kaarten (als ik het zelf mag zeggen) maar dat was waarschijnlijk vooral omdat ik er meer geld aan uitgaf dan diegenen tegen wie ik speelde.

– Ik deed altijd alsof Dana mijn beste vriendin was, omdat ze me altijd belde. En ik droomde een keer dat ik verkering had met James. Awkward. Heeel awkward.

– Ik heb een keer bij het spel van m’n broertje een Tangela gevangen met een masterbal.

– Toen een paar kennissen van ons een paar van die ‘legendarische’ Pokémon hadden gevangen en die kloonden en aan ons gaven en ik Red Ash ineens kon verslaan, vond ik het niet meer leuk.

26 Comments

Filed under film en teevee, vroegah