Author Archives: Lisa

ik ben van mijn stoel geduwd

Volgens mij is Bastille een beetje het pauperuitgaansgebied van Parijs, want de mensen die er rondlopen, zijn allesbehalve chic. Niet dat het ons wat uitmaakte; wij waren al lang blij dat we een bar hadden gevonden waar ze herkenbare muziek (lees: Jay-Z en J-Lo) draaiden. Het was er alleen wel bizar druk, van A naar B lopen, was nauwelijks mogelijk. Ik ging op een barkruk zitten, meer uit ruimtetechnische dan uit energieoverwegingen. Aan de overkant stonden diverse mensen op tafels te dansen en supervals mee te zingen met de muziek.
Na vijf minuten kwam er een jongen naar me toe.
“Je zit op mijn stoel,” zei hij.
Dat vond ik een beetje raar, een stoel claimen op zo’n drukke plek, zeker als je die stoel dan ook niet in de gaten laat houden. Daarom zei ik hem dat het niet zijn stoel was en dat ik er al vet lang zat.
Daarna zei hij weer iets. “Perfectement” dacht ik in de eerste instantie, en ik zei dus maar “Oui.”
Hij zei het nog een keer. Ik zei weer “oui”.
Toen keek hij een beetje boos en ging weer weg. Oh wacht, dacht ik toen, hij vroeg “Tu t’apelle comment”.
Even later kwam hij weer terug en vroeg of ik met hem wilde dansen. Ik zei nee. Hij vroeg of ik verlegen was. Ik zei nee. Toen ging hij weer weg. Even was alles goed. We dronken bier, dansten semi (met elkaar, niet met jongens) en keken vooral naar de mensen op de tafels.

Toen was-ie er weer. “Ik wil mijn stoel terug,” zei hij, en hij klonk echt boos.
Eerst deed ik maar alsof ik hem niet begreep, deels omdat ik dacht dat ik hem misschien écht verkeerd begreep, deels omdat ik was bedenktijd nodig had: de mensen aan de andere kant van de tafel leken zijn vrienden ze zijn. Was het in dat geval wel redelijk dat hij daar mocht zitten?
Hij herhaalde het en begon me toen te duwen.
Hij. Begon. Me. Van. Mijn. Kruk. Te. Duwen.
Niet hard. Het was niet zo alsof ik bijna viel, maar ik vond het hoogst vervelend. Daarom zei ik maar geïrriteerd dat het zijn stoel niet was, en even we voerden een wellis-nietes-discussie, terwijl hij bleef duwen.

Uiteindelijk heb ik maar toegegeven, en ben met mijn vriendinnen ergens waar meer ruimte was gaan staan. Daar was een man die een fles Jack Daniels had besteld. Nadat hij steeds wilde dat we een slokje namen, zijn we maar weggegaan. Ik dacht er nog over om die jongen in het voorbijgaan van zijn stoel te duwen, maar ik durfde het niet.

28 Comments

Filed under op stap, rare wereld

omdat ik het niet laten kon

Van tevoren had ik me heilig voorgenomen om er niet over te gaan bloggen. Niet weer.
Maar daarna dacht ik: Lisa, wie hou je nou voor de gek?

(Daarbij ging mijn vorige blog over dromen, en als er iets oninteressant is, zijn het andermans dromen. Dus dit kan er nog wel weer bij)

Voor de gelegenheid heb ik al mijn oude blogs over dit onderwerp herlezen. Ik moest concluderen dat ik er weinig aan toe kon voegen – althans, niet zonder mezelf belachelijk te maken. Want hoe vaak kan ik nog zeggen hoe mooi het was, hoe goed, hoe gelukzalig ik heb zitten glimlachen en hoe geïnspireerd ik me nu voel? Hoeveel ruimte geven jullie me nog voordat het pathetisch wordt?

En het ergste is – misschien ben ik die grens al lang voorbij. Voor niet-gelijkgestemden.

(Om eerlijk te zijn had ik toen ik de eerste blog schreef gehoopt om eendrachtige zielen naar me toe te trekken via Google, maar met deze zoekmachine heb ik in bijna twee jaar tijd slechts één bezoeker mogen ontvangen die iets over hem wilde lezen. De zoekterm was ‘patrick wolf emanciated’. Juist.)

Maar jongens. Hij was goed. Zo goed en fascinerend en beminnelijk, vergeet dat laatste niet. Omdat het zijn ‘akoestische’ (ik zag anders veel draadjes hoor) tour is, konden we plaatsnemen op een bescheiden tribune, of vooraan op de grond, op witte IKEA-kussens. Mijn benen zijn nog steeds niet blij dat ik voor het laatste gekozen heb, want godohgod wat was er weinig ruimte.

En ik voelde me intens tevreden. Toen hij de eerste noot aansloeg. Toen hij  dat ontzettend belangrijke liedje dat hij bijna nooit speelt speelde. Toen hij er een voor mij onbekend instrument bij pakte maar ik toch meteen wist dat het Theseus was.
En dat wil ik graag delen, met iedereen, omdat ik nu eenmaal niemand ken die ik hier eindeloos mee kan vervelen. Maar zoals ik al eerder zei: wanneer wordt het pathetisch? Of zeg ik: kanmelekkernietboeiuhhetistochmijnblog? Welke filosofie zal ik handhaven, Het Moet Wel Leuk Blijven of Laten We Nou Semi-Professioneel Blijven?

Toch maar een liedje, omdat ik het niet kan laten.

(Wat ik overigens ook niet kon laten, was na afloop wachten om in de rij te staan om hem even snel te bedanken en een foto te nemen. Ik zie eruit als een crazy gestoorde fangirl gone wild en Patrick alsof hij longontsteking wil krijgen, maar dat mag de pret niet drukken)

(Jezus iedere keer als ik die foto zie schrik ik zie er echt zo eng uit)

(Maar aan de andere kant, hij is in het echt drie meter en dat klopt ook niet, dus deze foto is sowieso niet zo waarheidsgetrouw)

 

15 Comments

Filed under metablog, muziek

Analyseer Mijn Dromen En Win Niets

In de categorie ‘blij dat ik mij ben’: ik onthou al mijn dromen. Vooruit, allemaal is misschien wat overdreven, maar bij het ontwaken kan ik er meestal wel meerdere navertellen. Naarmate de uren verstrijken, vervliegen ze gedeeltelijk of helemaal, zelfs al heb ik er tijdens het ontbijt vrij intensief over nagedacht.
En of ik met zoveel nachtelijke hersenactiviteit ook terugkerende dromen heb? Jazeker, heel vaak zelfs! Nooit het klassieke rennen maar niet vooruit komen, uitvallende tanden of naakt rondlopen (oké, ik droom wel eens dat ik ben vergeten een rok aan te trekken, maar dan heb ik wel altijd gewoon een maillot uit. Wat zou dat betekenen?), en oké, dromen dat je zwanger bent of in de trein zit is ook weinig zeldzaam, maar de meeste van mijn terugkerende dromen zijn iets moeilijker te ontrafelen. Misschien hebben jullie een idee?

Terugkerende droom 1: een schrikmoment in de Efteling
Vroeger droomde ik altijd dat ik naar de Efteling ging en daar verdwaald raakte in het huis van Hans en Grietje, tegenwoordig droom ik altijd dat ik in het Sprookjesbos sta te kijken naar zo’n verhaal als Het meisje met de zwavelstokjes of De Chinese nachtegaal, en dat ik wéét dat het verhaal eindigt met een ontzettend eng horrorfilmachtig schrikmoment, maar ik blijf toch kijken. En dan schrik ik me altijd te pletter.

Terugkerende droom 2: vooraan staan bij concerten (meestal bij Placebo)
Inmiddels luister ik helemaal niet meer zo vaak naar deze band, maar ik droom regelmatig dat ik naar concerten van ze ga. Soms sta ik al uren van tevoren te queuen om vooraan te kunnen staan, soms kom ik veel te laat binnen; het lukt me echter altijd om een perfect plekje te bemachtigen. Waarom is dat in het echt niet zo?

Terugkerende droom 3: kijken naar een kamer
Ik maak kans op een woning in een groot studentencomplex, maar voordat ik heb gehoord of ik de kamer ook echt krijg ga ik even checken of die kamers me wel aanstaan. Ik denk dat deze droom het makkelijkst te analyseren is: de pijnlijke zoektocht naar een woonruimte in Amsterdam laat me nooit meer los. Maar toch, waarom droom ik alleen maar woningen in grote studentencomplexen ver buiten het centrum, en nooit dat ik moet hospiteren voor een klein zolderkamertje in de Jordaan?

20 Comments

Filed under dit past echt nergens in

een lesje nederigheid

Vandaag heb ik voor het eerst sinds zes dagen weer kunnen douchen. De problemen begonnen zaterdagochtend, toen ik merkte dat het water niet echt warm wilde worden. Daar maakte ik me toen niet weinig zorgen over; het gebeurt wel vaker en is meestal na een halve dag weer over.

Nadat ik bibberend uit de douche kwam, ging ik verder met mijn dag, zonder erbij stil te staan dat deze douche wel eens de laatste in een lange tijd zou kunnen worden. Toen ‘s avonds bleek dat het water inmiddels kouder was dan de melk in mijn koelkast, werd ik wel wat nerveus. Het was nog een heleboel uur weekend en in het weekend wordt nooit zoveel gemaakt (nu we het daarover hebben, ik heb twee keer kortsluiting gehad op VRIJDAGAVOND. Dat is dan mooi je eigen probleem. Dat heeft wel zijn voordelen, de meterkast heeft inmiddels geen geheimen meer voor me).

Zondagochtend en geen warm water te bekennen. En ik ging dus níet onder een ijskoude douche staan. Dat zal best gezond zijn enzo, maar niet als de verwarming óók niet werkt. Vijf minuten kou zou ik misschien nog wel aankunnen, maar daarna zou het alsnog  een dag kosten om weer warm te worden, dus nee. In plaats daarvan heb ik de waterkoker maar aangezet. Het is verbazend hoeveel je kunt doen met 1,5 liter gekookt plus wat koud water, als je tenminste niet probeert om je haar te wassen.

Het werd maandag en de beheerders vertelden ons dat ze ‘ermee bezig’ waren, maar geen resultaat. De Facebookgroep van onze residence stond vol met berichten als “Nog steeds geen warm water…” en in de lift werden boze briefjes en tekeningen van wanhopige gezichten gehangen, waar anderen dan weer goedkeurende opmerkingen bijschreven. Ik vond het wel iets hebben, al praatten we verder nog steeds niet met elkaar.

Na drie dagen met vet haar rondgelopen te hebben, kon ik het niet meer aan en ben op mijn knieën in de badkamer gaan zitten om mijn haar te wassen met 1,5L+. Hoewel mijn haar de volgende dag wel gefrituurd leek, was het niet meer vies.

Gisteren kwam er eindelijk weer warm water uit de kraan. Toen ik naar de administratie fietste om mijn huur te betalen, vroeg de medewerkster:
“En, doet alles het weer?”
“Volgens mij niet helemaal,” zei ik, “Het water wel, maar de verwarming werkte al niet zo goed voor dat gedoe met het water.”
“De verwarming doet het wel, alles is gecontroleerd,” besliste de vrouw.
“Okee,” antwoordde ik nederig.

23 Comments

Filed under de ongemakken des levens

groenteverkiezingen

Vanavond heb ik uren naar mijn beeldscherm gestaard, wachtend op bloginspiratie. Of beter gezegd: op de juiste bloginspiratie. Ik heb zat blogs over Boy George, Interview with the vampire of Zwarte Piet in mijn hoofd zitten, maar met de eerste twee heb ik jullie al genoeg lastig gevallen en met de laatste wil ik nog even wachten. Gelukkig is daar Dionne, die mij best wel een blogonderwerp wilde toespelen, als ik maar beloofde dat ik er dan ook écht over ging schrijven. Even twijfelde ik, uit angst voor onderwerpen als ‘de top vijf rotste eigenschappen van je top vier beste vrienden’, maar gelukkig kwam ze met twee top drie’s die mijn sociale leven niet zullen verwoesten: mijn favoriete en minst favoriete groenten. Bij dezen!

Top drie favoriete groenten
3. Tomaten aka ‘levenselixer’. Als ik zo’n ding in mijn mond stop, voel ik de vitamines door mijn lichaam strómen. Daarnaast zien ze er altijd leuk uit in salades.
2. Spinazie. Omdat de smaak en om de vitamines, maar de beste eigenschap van spinazie is toch wel de multifunctionaliteit waar geen andere slasoort tegenop kan. Hoewel ik groenvoer vreet als een malle, moet ik het laatste restje vaak weggooien omdat de zak te lang open is. Behalve bij spinazie, want als de kwaliteit daarvan tegen z’n einde loopt, gooi ik de rest gewoon in een pan. En dat krimpt dan zo dat je nooit teveel spinazie kunt hebben. Handig!
1. Paprika. Paprika is echt mijn allerfavorietste groente ooit. Niets is zo lekker knapperig en sapperig en heeft zo’n fijne textuur en of snijdt zo lekker als een paprika. That’s all.

Top drie minst favoriete groenten
3. Aubergine. Soms denk ik ineens: ah, ik ga pasta met aubergine maken, dat is weer eens wat anders! Die dikke paarse aubergine ziet er ook zo gezellig uit, dat kan gewoon niet misgaan. Hoop ik dan. Maar vervolgens smaakt het helemaal nergens naar.
2. Spruitjes. Ja sorry dat deze clichéviezegroente in het lijstje moet, maar ik heb het laatst nog gegeten en geloof me, dit cliché is zo terecht.
1. Bleekselderij. Ik kom het zelden tegen, maar soms stopt iemand het in een onschuldige salade en dan is het altijd huilen met de pet op, want dat ‘frisse’ smaakje bederft alles. Overigens koop ik hier in Parijs altijd een groentepakket voor om een stoofpot mee te maken (niet dat ik ooit echt een stoofpot maak), daar zit superveel in: wortel, bosui, gewone ui, knolraap, hartstikke fijne dingen en je kunt er minstens drie dagen van eten. Het was al me opgevallen dat er ook altijd één zielig groen stronkje bijzit. Ik vermoedde eerst dat het gewoon een mislukte bosui was en ik gooide hem altijd weg, totdat ik een keer dacht: nou, laat ik hem eens in de pan gooien, misschien smaakt hij nog niet zo slecht. Was het dus bleekselderij. Huilen met de pet op, ja.

28 Comments

Filed under dit past echt nergens in