Category Archives: de ongemakken des levens

over complimentjes en mijn flapuit-skills

Ik ken een meisje dat heel goed is in complimenten geven. Als ik met haar samen ben, heeft ze er binnen de kortste keren uitgeflapt hoe goed je haar zit, én dat je een leuke tas hebt, én dat die nieuwe rok je bijzonder goed staat. Alles wat ze zegt, is oprecht. Het is heel leuk om met zo iemand om te gaan, maar tegelijkertijd ook wat moeilijk, want het geeft constant het gevoel dat je iets aardigs terug moet zeggen. (First world problems, ik weet het)

En daar ben ik niet zo goed in. Dat ligt niet aan dit meisje; ze is hartstikke knap en haar outfits zijn meestal wel drie afzonderlijke pluimen waard, maar het lukt mij gewoon niet om die aardige woorden over mijn lippen te krijgen zonder ze al te gekunsteld te laten klinken. Omdat ik er bij voorbaat vanuit ga dat het er zo raar uitkomt dat niemand het gelooft (in de trant van: “Wat zie jij er apart uit”). En op die manier komt het er ook raar uit.

Zo zat ik met hetzelfde meisje crêpes te eten. “Ik hoop dat mijn lippenstift er nog een beetje op zit,” zei ik, niet vissend naar complimentjes, maar oprecht bezorgd over rozerode vlekken die willekeurig tussen mijn bovenlip en kin verspreid zouden kunnen zijn.
“Hij zit er nog goed op hoor,” antwoordde ze, “het is trouwens echt een mooie kleur! Waar heb je die vandaan?”
Ik  deed uitgebreid verslag over hoe deze lippenstift in mijn bezit was gekomen.
“Ik draag eigenlijk nooit make-up,” zei ze.
In mijn hoofd zei ik: echt niet? En er dan nog zo goed uitzien! Ik wou dat ik dan kon! (Ja, ik ben jaloers op mensen die geen make-up hoeven te dragen omdat ze, nou ja, het nooit dragen, en dus niet niet meer op henzelf lijken zodra ze eens geen smeersel op hun gezicht hebben, en dat hun moeders dan geschokt vragen wat er in godsnaam mis met ze is).
Maar ik zei niets. Of nouja, ik zei wel iets, maar het was geen compliment.
Het goede nieuws is dat ze nu niet denkt dat ik vind dat ze make-up moet gaan dragen omdat ik haar make-uploos kopje apart vind.
Ik moet echt werken aan mijn flapuit-skills.

14 Comments

Filed under de ongemakken des levens, mensen

digitale ruimte is ook ruimte

Ik ben best goed in opruimen. Echt. Geef me een vuilniszak en ik stop er al mijn oude kleren, boeken en cd’s in. Het doet pijn, maar ik doe het wel. (Mijn ouders zullen nu denken: maar Lisa, je hebt zoveel spullen! Dat komt omdat ik nu eenmaal heel veel nodig heb, oké.)

Ik was niet altijd zo. Net als ieder ander kind was ik vreselijk bewaarziek. Hier kwam verandering in toen ik ouder werd, maar toen ik ooit het boek Opgeruimd! van Brooks Palmer kocht, ging het al helemaal mis. Ja, lach maar – ik heb die 223 pagina’s over opruimen verslónden. Hoewel ietwat dramatisch, ietwat Amerikaans, ietwat dubbelop, legde Brooks haarfijn uit waarom spullen (zeker die in dozen) niet belangrijk zijn en je alles net zo goed weg kunt flikkeren, samen met je ego, valse sentimenten en de herinneringen die eraan vastzitten. Want je leeft in het hier en het nu.

Nu mislukt dat ‘leven in het hier en nu’ bij mij op alle fronten, maar sinds ik die boek heb gelezen, heb ik toch het gevoel dat die Brooks continu bij me is. Bij iedere potentiële aanschaf denk ik: maar dat neemt ruimte in… dat ligt in de weg
(Soms nam het wel overdreven vormen aan, zodat dat ik heel lang geen citroenpers wilde kopen en ik dus dagelijks een citroenen met mijn handen uitkneep – maar uiteindelijk won de kramp in mijn handen en ben ik overstag gegaan)

Maar die Brooks hè, die trekt het wel heel ver door. Hij maakt geen foto’s, want dat leidt dus af van het hier en nu. En hij vindt dat je de inbox van je mail leeg moet maken. Je inbox leegmaken. Want digitale ruimte is ook ruimte, meent hij. Al die nutteloze e-mails vervuilen je account, belasten je, hun bestaan leidt af.
Vóór het lezen van dit boek had ik hier geen last van. Nu lijkt me niets lekkerder dan een lege inbox. Stel je voor, alles weg! Hoewel dit nergens op slaat, want de meeste e-mails hebben net zo min een persoonlijke inhoud als de newsfeed van een willekeurige website, maar ineens voel ik ‘m toch. En dat is irritant, zeker omdat mijn inbox zelf altijd zegt dat er nog wel tien keer zoveel bij kan. Je wordt bedankt, Brooks, met je hersenspoelingen. Ik ben nu zo gefrustreerd dat ik bijna alle boeken die ik regelmatig herlees in een vuilnisbak wil dumpen. Hè, dat is een goed idee. Veel beter dan het leeggooien van een non-ruimte.

12 Comments

Filed under boeken, de ongemakken des levens

hoe ik, ondanks mijn onassertieve gedrag, toch aan redelijk lekkere macarons kwam

Dit is de laatste week dat ik in Parijs woon. Dat vind ik een goed excuus om allerlei decadente dingen te doen, zoals twee dagen achter elkaar hetzelfde museum te bezoeken, te betalen voor de relikwieënafdeling van de Notre-Dame (tip: niet doen) of naar dure patisserieën te gaan.  Ik heb altijd een zwak gehad voor mooi vormgegeven, zoete troep, vooral als je ze per stuk mag uitkiezen en ze in een leuk zakje gaan. Daarom dacht ik: laat ik eens macarons gaan kopen bij Ladurée. Normaal gesproken eet ik die krengen alleen bij de McDonald’s, 90 cent per stuk, maar zoals ik al zei, ik wilde iets decadents en Parijsachtigs doen. Alles voor de ervaring, toch?

En de winkel zag er zo leuk uit. Zo pastel, zo zoet, zoveel verschillende kleuren macarons. Op de balie stonden verschillende doosjes met allemaal een eigen prijs, die niet per se afhing van de hoeveelheid macarons die erin kon. Voordat ik begreep waarom dit zo was, vroeg de man achter de balie of hij me kan helpen.
“Eh, doe maar een doosje van Les Incroyables,” zei ik, want die waren het goedkoopst, veertien euro voor acht stuks. Duur, maar je gaat er niet failliet aan. Ik hoopte dat er vooral smaken als vanille en pistache bij zouden zitten, want fruitmacarons vind ik niet te vreten.
De man leidde me naar een uithoek van het macarongebied. Oké, kennelijk mocht ik zelf kiezen wat erin ging. Hij wees verschillende macarons aan, zei dingen, iets met marshmallowsmaak, maar ik snapte er helemaal niets van. “Moet ik het in het Engels zeggen?” vroeg hij, en ik zei ja, maar het bleef verwarrend. Oké, ik had dus een bijzonder smalle keuze uit vier verschillende soorten macarons. Ik moest ongeveer vijf keer opnieuw vragen welke smaken het nou precies waren, want het waren ontzettend ingewikkelde combinaties. Na de zoveelste keer vragen begreep ik alleen dat ik niet de kauwgomsmaak wilde.
“Doe maar wat van die,” zei ik uiteindelijk, “Die groene.” Er waren twee kleuren groen. Hij begon er een aantal in het doosje te doen.
“En wat van die roze,” zei ik. Er waren twee kleuren roze.
“Deze?” vroeg hij. Ik bedoelde eigenlijk die andere, maar ik knikte.

Toen ik in mijn hoofd een reconstructie maakte van alle smaken die hij had opgenoemd, bedacht ik me ineens dat ik alleen maar uit fruitsmaken had kunnen kiezen. Ik had zojuist veertien euro uitgegeven aan iets waarvan ik al in de winkel had kunnen zeggen dat ik het niet lustte.

Thuis haalde ik het doosje uit het chique tasje, haalde de deksel eraf en maakte voorzichtig en verzegelde papiertje los. Het is in ieder geval een beleving, dacht ik, en stopte op hoop van zegen de roze aardbeienmacaron in mijn mond. Hij was eigenlijk best nog wel lekker. Heb dus toch niet alleen voor het merk betaald.

Deze illustratie was strikt noodzakelijk.

(Daarna heb ik trouwens de groene gegeten. En wat denk je? Geen fruitsmaak te bekennen. Het is gewoon pistache, mijn favoriete smaak der favoriete smaken. Er zit alleen een wat rare marshmallowvulling tussen.)

 

27 Comments

Filed under de ongemakken des levens

zelfs mijn sims doen niet aan mindfulness

Ooit heb ik even kunnen mediteren. Mijn ‘mediteren’ stelde weinig voor: ik heb het over vijf minuten stilzitten, waarvan ik net iets meer tijd aan niets denk dan dat ik denk aan hoe goed ik ben in aan niets denken.

En dat ‘mediteren’ hè (of mindfulness, zo’n vies woord maar dan weet iedereen het wel meteen waar ik het over heb), dat is best wel handig om te kunnen. Als het lukte, voelde ik me oprecht helderder. Gereset. Het tegenovergestelde van hoe ik me nu voel, nu ik mijn ogen haast niet meer open kan houden en ik mijn eigen zinsconstructies niet meer begrijp. Weer mediteren zou in theorie een goede oplossing zijn, ware het niet dat ik het niet meer kán. Het lukt me niet om me te concentreren, ik ben te onrustig, na één minuut word ik gek.

Volgens mij lukt het niet omdat ik te vol zit met gedachten, te snel ga om stil te kunnen staan. Dus ik moet afremmen. (Sorry voor het extreem cliché taalgebruik, maar het is nu eenmaal zeldzaam accuraat). Daarom probeer ik minder te denken. Meer te doen. Zoals al die vrouwenbladen zeggen; als je de groente snijdt, snij je de groente, en als je je tanden poetst, poets je je tanden! En je denkt dan niet aan boodschappen.
Dat probeer ik dus. (Soms, niet te vaak. Wanneer denk je dat ik deze blogpost verzon? Gisteren, toen ik aan het wandelen was. Als ik tijdens het wandelen alleen maar had gewandeld, had ik nu een beetje niet geweten wat ik moest schrijven en uit wanhoop een youtubefilmpje online gegooid, de horror). Maar goed, dan probeer ik dus op te ruimen, of wat op de bank te zitten, en dan voel ik me net een sim.

Want ja, alleen een sim kan op de bank gaan zitten en een beetje voor zich uit staren en dat normaal vinden. Want je vervult op dat moment de behoefte van zo’n sim: comfort. En dat is fijn voor de sim. In het echte leven hebben we te weinig geduld voor die comfortbehoefte: er moet tegelijkertijd aan het plezier worden gewerkt! Of aan sociaal (maw dingen met een smartphone).

Maar nu ik erover nadenk: eigenlijk zaten mijn sims ook nooit zomaar op de bank. Als ze op de bank zaten, waren ze tegelijkertijd techniek aan het leren. Plezier kregen ze door te schaken of te schilderen, zodat ze ook wat punten inzicht- of creativiteitspunten scoorden. Als ze eens tv keken, was het omdat ik ze tegelijkertijd wilde laten bonden met andere sims, zodat ze sneller promotie kregen.
Ik was echt heel goed in dat spel, moet ik zeggen.
Maar sims kennen het begrip ‘vierkante ogen’ dan ook niet.

23 Comments

Filed under de ongemakken des levens

de verjaardagsblog zonder winactie

Vandaag ben ik jarig! En ik trakteer lekker niet. (Moet je nou weer meteen nadruk op het negatieve leggen, Lisa? Kun je er niet gewoon overheen praten en hopen dat ze niets doorhebben?)

Verder ga ik sowieso niet zo veel doen. Vanavond uit eten met allemaal andere buitenlanders, maar die komen heus niet speciaal voor mij want er is ook een meisje dat morgen terug naar Ierland verhuist, maar goed, het is alsnog beter dan de hele dag huilend thuiszitten. Sowieso vinden anderen jouw verjaardag nooit zo belangrijk, tenzij je a) je hun kind/kleinkind/enige neefje bent of b) ze je superlief vinden en daarbij mega sentimenteel zijn/zich om één of andere reden schuldig voelen.

Je zou je af kunnen vragen waarom ik deze blog überhaupt schrijf.
Het heeft iets te maken met de vluchtigheid van de gelegenheid, met het idee dat ik nú mijn kans moet grijpen omdat het anders al voorbij is, net zoals dat ik altijd geneigd ben om over Kerstmis en nieuwjaar te schrijven. Rond kerst lukt het me meestal wel om me in te houden, maar nieuwjaar vind ik zo’n spannend concept dat ik er altijd minstens twee stukjes over moet tikken. En mijn verjaardag vind ik, aan het feit dat ik dit schrijf te zien, kennelijk ook wel leuk.

Dus goed, gefeliciteerd met mij, jongens.
Ik hoop dat jullie allemaal een leuke dag hebben.

25 Comments

Filed under de ongemakken des levens