Als je dit leest, staat mijn blog weer online. Als je dit niet leest, is mijn blog dus helemaal naar de gallemiezen is (of ben je op dit moment gewoon met iets anders bezig, dat kan natuurlijk ook). Strak verhaal, tot nu toe.
Die zinnen hierboven horen bij een stukje dat ik vrijdag schreef, toen ik wel had gehoord dat mijn blog gemaakt zou worden maar ik het eigenlijk nog niet durfde te geloven. Inmiddels is het alweer maandag en wist ik al lang zeker dat mijn blog praktisch heelhuids terug zou keren, dus dit zielige, angstige verhaaltje dat ik had geschreven om online te gooien zodra het kon (nu dus) leest nu nogal… lullig.
Op het moment dat ik het schreef, was mijn blog al anderhalve dag kapot, zoals ze dat noemen. Donderdag kreeg ik te horen dat er iets was misgegaan met de server en dat ik ‘mogelijk’ ‘veel’ kwijt zou zijn. Mijn eerste reactie was dat ik de afspraak die ik die avond had DIRECT af moest zeggen om mijn avond te besteden aan het kopiëren van al mijn blogsposts uit het cachegeheugen van Google. (Want nee, ik had zelf geen back-up gemaakt. En nee, ik schreef ook nooit iets in Word. Vrijdag wel. Vrijdag kon ik niet anders.)
Later kalmeerde ik en besloot ik om even af te wachten of de boel toch niet gered kon worden, zodat ik niet voor niets tweehonderd blogposts zou moeten knippenplakken. Ondertussen maakte ik offline de balans van drie jaar bloggen op en concludeerde ik dat ik écht veel kwijt zou zijn. Al mijn Parijs-verhalen. Mijn huilie-ik-ben-terug-uit-Parijs-verhalen. Al die Ongemakken des levens, Jesus take the wheel’s. Mijn geslaagde verhalen en iets minder geslaagde verhalen, omdat ik er in mijn hele blogcarrière slechts één keer iets af heb gegooid. Soms las ik wel eens een draak van een blogpost terug, maar dan liet ik ‘m toch staan. Omdat ik het, hoe slecht dan ook, nog steeds wel leuk vond om terug te zien.
Best grappig, want als ik iets schrijf dat ergens anders verschijnt, durf ik het na de publicatie juist nooit meer te lezen. Stel dat er een fout in staat! Of een stom grapje! Dan kan ik het nooit meer aanpassen. Met mijn blog heb ik dat probleem niet – misschien juist omdat ik het zou kunnen veranderen, eventueel, in theorie. Dat doe ik zelden, maar de gedachte is genoeg.
Daarom vind ik bloggen zo leuk. Omdat ik zoveel kan. En zoveel mag. Ik zou niet zeggen dat ik ‘puur van mezelf’ schrijf – als ik dat echt zou doen, dan zouden het ontzettend vreemde, ellenlange verhalen worden. Ik doe heus wel concessies. Maar als ik daar geen zin in heb, doe ik er wat minder. Het is mijn eigen blog. Ik mag mijn eigen regels overtreden. Wat een feest.
Daarom ben ik ook zo blij dat jullie dit kunnen lezen, want dat betekent dat alles – op een paar verdwenen comments na, ach – gewoon weer goed gekomen is. Dankzij mijn arme host (of hoe noem je zo iemand?) die alles vanaf juli handmatig terug heeft moeten zetten. Duizendmaal dank voor Paul en zijn terugtoverskills dus.