Vroeger viel ik iedereen continu lastig met ‘mijn’ muziek. Ik durf niet te zeggen of ik destijds oprecht dacht de wereld te verblijden met mijn geweldige smaak of dat ik vooral wilde laten horen wát voor muziek ik luisterde – kijk, hier val ik elke avond mee in slaap, erken mijn bestaan – maar ik weet, na heel veel jaren ongevraagd en ongewenst cd’s opzetten, liedjes op sociale media plaatsen (waar vervolgens nooit iemand op reageert) en in het algemeen veel over ‘mijn’ muziek ouwehoeren, inmiddels wél dat niet iedereen zit te wachten op liedjes uit Franse vampiermusicals, krijsende vrouwen en nummers die later door Atomic Kitten gecoverd zouden worden (m.a.w., alles wat ik luister). Dus hou ik mijn oordoppen tegenwoordig maar in m’n oren. Meestal.
Dat nog niet iedereen tot dit besef is gekomen, is duidelijk te merken in openbaar vervoer. Dan heb ik het niet eens over mensen wiens muziek luid en duidelijk door hun oortjes heen te horen is (iets waarvan ik me altijd afvraag hoe ze dat voor elkaar krijgen, maar dat terzijde), maar over mensen (lees: tienerjongens) die liedjes uit hun blikkerige telefoons met willens en wetens door de coupé laten schallen.
Zodra ik zo’n telefoon hoor, wil ik eerst altijd heel boos worden, roepen dat-ie niet zo aso moet doen en dat ik niet op zijn kutmuziek zit te wachten – maar aangezien ik dat niet durf, blijf ik maar meeluisteren. En begin me te verwonderen. Want waarom doet zo iemand zoiets? Vast niet om zijn medereizigers te pesten. Is hij zijn oortjes vergeten en kan hij echt geen treinritje zonder zijn gekoesterde albums? Denkt hij zijn medereizigers een plezier te doen door ons te verlichten met Echt Goede Artiesten? Wil de lieverd soms dat wij zijn muziek luisteren en daarmee begrijpen met wat voor persoon te maken hebben, dat wij al zijn dromen en angsten leren kennen? Zijn bestaan erkennen?
Als ik erover nadenk is het best schattig, eigenlijk.
P.S. Deze is leueueeuk toch.