Ik schrijf zelden blogposts vooruit. Als ik aan meer dan één ding tegelijk werk, word ik onzorgvuldig en onkritisch en ga ik de boel maar een beetje afraffelen. Soms heb ik echter toch ineens heel veel ideeën én zin én tijd en schrijf ik de ene na de andere blog. Dit gaat immer volgens een vast patroon: de eerste post is wel oké, de tweede wat mwah en de rest van mijn probeersels blijven voor eeuwig halfaf in mijn ‘drafts’ staan (om één of andere reden zijn ze te slecht om later af te maken).
Het doet me altijd denken aan nieuwe artiesten die met veel bombarie gelanceerd worden. Bij hun eerste single denk je: yes! bij hun tweede: ook leuk en bij hun derde vraag je je af hoe het in godsnaam kan dat de inspiratie nu alweer op was. En dat terwijl die artiesten een heel team van mensen hebben die hier gezamelijk aan werken. En hun singles niet alledrie op dezelfde dag opnemen.
Op de basisschool zat ik trouwens heel even in een band, of nou ja, misschien noemden we het een meidengroep, daar wil ik vanaf zijn. Met een stuk of vijf meisjes besloten we dat we liedjes gingen maken en daar beroemd mee zouden worden. Beetje zoals M-Kids, maar dan minder kut. Ik begon direct vlijtig nummer te schrijven. Onze eerste single (die we overigens nooit zelfs ook maar gerepeteerd hebben, maar goed) had het volgende, tamelijke gênante refrein: De maan en de sterren / schijnen zacht / als wij slapen houden zij de wacht (het ging verder, maar de dramatische bridge die op dit ultrakorte refrein volgde is nog flauwer en clichématiger (ja, dat kan)). Destijds was ik er alsnog best trots op. De teksten die ik daarna schreef kan ik me niet eens meer herinneren, maar ik weet wel dat ze steeds suffer en ongeïnspireerder werden, tot ik uiteindelijk belandde bij een soort schreeuwrap over dat we op zee in een zinkende roeiboot zaten. Toen ben ik maar gestopt. Het was ook niet leuk meer.
Hoewel het al weer meer dan tien jaar terug is, moet ik hier nog altijd aan denken zodra ik probeer om een voorraad van kleine, semi-afgeronde gehelen op te bouwen (in de praktijk: blogposts). Maar goed, als ik toch ideeën én zin én tijd heb kan het niet veel kwaad. Als het niet meer leuk is, merk ik het wel. Dit ding dat ik drie maanden terug typte kan nog best door de beugel.
Category Archives: vroegah
van alto’s naar hipsters en weer terug
Vroeger wilde ik heel graag alto worden. Dit wilde echter niet zo goed lukken, omdat ik niet wist waar ik Overzeas-broeken kon kopen. Bovendien keken diegenen die deze kennis wél hadden me heel vies aan toen ik een blauwe maandag in een Avril Lavigne-shirt (oh, hoe naïef) naar school ging. Daarom verruilde ik de eyeliner onder mijn ogen maar snel voor eyeliner boven mijn ogen en luisterde ik maar weer gewoon naar Atomic Kitten. Je mot toch wat.
Dit betekent niet dat ik de alternatieve mode uit het oog ben verloren. Ik heb ze zien evolueren, die alto’s. Anno 2003 droegen ze allemaal gekleurde balletjeskettingen en teensokken, een paar jaar later was dit not done, toen droegen ze massaal identiteitsplaatjes om hun nek. Op dat moment werd het ook allemaal wat minder ‘klassiek’ alto: de jongere generatie alternatievelingen droeg skinnyjeans en boksbeugelkettingen en T-shirts van ijsjes die ‘rawrrr’ zeiden. Tsja. Het kan verkeren. Alternativiteit gaat ook met de mode mee. Daarom raakte ik een beetje in de war door de column ‘De dood van de alto’ op de Metro-site, waarin wordt beschreven hoe alto’s vroeger muziekfestivals als Lowlands domineerden met hun mislukte kapsels, slecht gekozen outfits en de wil om nergens bij te horen. Tegenwoordig is iedereen daar hipster en dat verpest de diversiteit. Maar als je met z’n allen lekker eigenwijs in de modder gaat banjeren, dan is toch niemand meer eigenwijs? Al die alto’s stonden toch ook lekker samen hetzelfde te zijn?
Nu ben ik het er wel mee eens dat mensen er op festivals irritant hetzelfde uitzien. En dat doet me weer denken aan dit stuk, ‘Sorry dat je zo veranderd bent Amsterdam’ op de site van HP/De Tijd, over dat Amsterdam verpest zou zijn door ‘verhipstering’. ‘Typisch Amsterdamse’ horeca- en uitgaansgelegenheden gaan dicht, om over te worden genomen door hippe koffiebars waarvan er in Amsterdam al veel te veel zijn. Tsja. Ik begrijp de ergernis, maar het verdriet niet. Kennelijk kwam er geen hond meer in die ‘typisch’ Amsterdamse zaken, anders hadden ze kunnen blijven bestaan. Als de stad hippekoffiebar-verzadigd raak, zullen die tenten ook wel weer sluiten.
En kennelijk wil dus ook niemand meer alto zijn. Ik denk niet dat het per se te maken heeft met het zogenaamd allesoverheersende hipsterdom – volgens mij is alternatief zijn gewoon niet meer zo in de mode. Heel rouwig kan ik hier niet om worden. Maar dat komt misschien ook omdat ik nog steeds een beetje jaloers ben.
Filed under kleding en zo, vroegah
een beetje in vorig jaar
Precies een jaar geleden woonde ik net in Parijs. Stel dat we nu in een tijdmachine zouden stappen en zouden teruggaan naar vandaag exact een jaar geleden, dan denk ik dat ik iets aan het doen zou zijn met formulieren invullen en kopieën maken. Of mezelf wanhopig Frans proberen te leren, aangezien mijn talenklasje zo ongeveer alleen maar bestond uit Italianen die de les ophielden omdat ze weigerden iets in het Frans te zeggen. Of ik was deze blog aan het typen. Of avocado aan het eten. (Het was kort voordat ik 28 uur lang misselijk was geworden door die vrucht, dus toen kon dat nog.) Oh, Parijs! Wat een mierzoete herinneringen allemaal weer.
Of misschien was ik wel online Boer zoekt Vrouw aan het kijken, dat zou ook best kunnen. Oh, Boer zoekt Vrouw! Zowel daar als hier het enige programma dat ik écht kijk – ik kan het niet helpen, ik vind zo leuk. Maar dan bedoel ik ook echtechtecht heel erg leuk. Niet net zo leuk als Harry Potter, dat nou ook weer niet, maar wel net zo leuk als, laten we zeggen, tumblrs met plaatjes van groene smoothies en hummus (die maakte ik in Parijs trouwens ook heel veel (smoothies geen tumblrs)). Destijds heb ik nog geprobeerd om een blog te schrijven waarin ik uitlegde wat mij zo in aantrok in BzV dat ik al ga jubelen als ik eraan denk, maar ik kon er zelf mijn vinger ook niet op leggen.
Maar goed, inmiddels woon ik dus alweer een dik half jaar in Amsterdam. En ik mis Parijs best wel. Niet per se het Parijs van precies een jaar geleden, want dat was maar een gedoe, maar het Parijs van pakweg tien maanden geleden mis ik wel. Ook hier mislukt het steeds om over te schrijven – want al weet ik waarnaar ik terug verlang, ik kan het niet onder woorden brengen. Alle goede herinneringen klinken zo banaal. Dus ik kap er maar mee. Ga wel weer nadenken en ondertussen tevreden concluderen dat dit filmpje, na al die tijd, nog steeds relevant aanvoelt. Ben ik toch nog een beetje in vorig jaar.
Deze post ging 9 september 2013 online, maar verdween toen mijn blog crashte. Op 10 oktober 2014 heb ik hem ergens in de krochten van het web gevonden en opnieuw online gezet.
Filed under leven, studie in buitenland, vroegah
over punniken en de tuttigheidsbalans
Mijn moeder houdt van voetbal. Zodoende kan ik haar niet tuttig vinden, wat ze ook doet: al heeft ze een enorme schoenencollectie, gaat ze nooit naar buiten zonder make-up en is Memories haar favoriete tv-programma. Zelfs het feit dat ze vroeger babysokjes breide kan ik haar niet aanrekenen.
Als klein meisje vond ik dat van die babysokjes mateloos interessant. Ik wilde ook leren breien, zag het al helemaal voor me: ik zou leuke kleine sokjes maken voor alle pasgeborenen van Nederland, en truitjes voor mijn pop. Ik zou een sjaal toveren en een kussensloop. En alvast een beginnetje maken voor de sokkencollectie voor mijn eigen nageslacht, natuurlijk.
Maar goed, een kind van zes kan niet breien, zeker niet als ze zo onhandig is als ik. Dus ik kreeg een punniksetje, om de edele ambacht van het touw in de handen te krijgen. Vrouwelijke lezers (stiekem hoop ik ook mannelijke ik ben feminist duh) herinneren zich dat misschien nog wel, een houten ding met haakjes eraan, en dan moest je dunne draadjes om die haakjes wikkelen en dan kreeg je een dikke draad. Dat wordt ten minste beweerd – ik ben nooit verder gekomen dan een rare knoop tussen de haakjes. Al snel vergat ik mijn dromen over een leven als vlijtig breistertje van babysokjes en ging ik weer met lego spelen.
Dat hele gebrei heb ik overigens nooit meer geleerd. En dat is helemaal niet erg. Vooral niet als je bedenkt dat ik mijn moeders liefde voor voetbal ook niet geërfd heb en ik dus heel wat minder potjes kan breken op tuttengebied.
Ter illustratie een foto van Dionnes monsterpunnik, waar ik al trillende handen van krijg als ik ernaar kijk. Dionne is overigens ook geen tutje. Dit zeg ik niet alleen om te slijmen (een beetje wel natuurlijk) maar omdat ze heeft gebungeejumpt.
En nu ik toch lekker aan het disclaimen bent: jij, lieve lezende breier/naaier/punniker/etc van het heden, ik vind jou ook geen tutje, hoor – tenzij je verkleinwoorden net zo fanatiek gebruikt als ik in deze blog. Yay voor iedere vorm van creativiteit en ontspanning die niets met schermpjes te maken heeft. Maar als ik het je ooit in het openbaar zie doen vind ik je wel een beetje een hipster, en dat is minstens net zo erg.
Filed under vroegah
de schoenen van polly
Tot mijn vijftiende vond ik laklaarzen het toppunt van wansmaak. Waarschijnlijk lag de oorsprong van mijn walging in groep drie, toen ik, net als alle andere meisjes uit mijn de klas, graag lakschoentjes wilde maar deze van mijn moeder niet mocht omdat ze me daar te jong voor vond. Toen ik ouder werd en dacht dat ik te stoer was voor jurkjes en roze en alle andere dingen waar ik als zesjarige nog zo van hield, bleef het begrip ‘lak’ in hetzelfde rijtje staan als mijn andere kleuterfavorieten. Lakschoenen vond ik iets voor kleine, verwende prinsesjes wiens moeders geen principes hadden.
Toen had ik de schoenen van PJ Harvey nog niet gezien, natuurlijk. Ik kende pas twee van haar andere nummers en toch wist ik al dat zij mijn Ware Muziekliefde was. En ik hoefde maar een blik op haar laklaarzen te werpen om te weten dat dit paar schoenen mijn Ware Schoenenliefde was. Ondertussen zijn we al bijna zeven jaar verder en heb ik wel tien PJ Harvey-cd’s, maar nog steeds geen laklaarzen.
Toch jammer.
Filed under kleding en zo, muziek, vroegah