Sinds 31 januari heb ik geen voet meer in mijn voormalige woonplaats gezet. Niet omdat ik niet terug wilde, maar gewoon, omdat het er niet van kwam. Het is bizar hoeveel tijd er voorbij gaat als iets er ‘niet van komt’. De eerste maanden was ik nog te vers terug in Nederland om terug naar Frankrijk te willen, daarna wilde ik vriendinnen in Engeland opzoeken en de plannen om met mijn uitwisselingsvrienden terug te keren voor Quatorze Juillet vielen ook grandioos in het water.
Dus even gebeurde er niet zo veel. Nou ja, er gebeurde van alles, maar niet op Parijs-gebied. Af en toe fantaseerde ik tijdens het hardlopen een beetje dat ik daar later weer ging wonen en dan allemaal romans schreef vanuit mijn Parijse appartement boven een boulangerie (je moet toch wat).
Tot twee weken geleden. Toen werd er ineens een trein geboekt. En een hotel. En niet voor over twee maanden, maar voor over twee weken. Dat is dus… overmorgen.
Al praktisch vandaag, dus. En toch kan ik niet wachten. De enige reden dat ik jullie nog geen twee weken lang helemaal kapot verveel met mijn gejengel over dat ik er zoooooooveel in in heb is because of reasons (goeie hè), anders had ik dat al lang gedaan. Nu moest ik mijn gezeur over hoeveel zin ik erin heb maar omzetten in constructief googelen naar leuke plekken waar ik nog niet geweest ben en bedenken naar welke plekken ik diegene met wie ik ga, een arme ziel die pas eenmaal in Parijs geweest is, moet heensleuren (sowieso naar mijn lievelingsrestaurant). Nu weet ik dat ik het met deze arme ziel nog leuk zou hebben in IJmuiden, maar ik moet mijn enthousiasme toch ergens in kwijt. Vanaf nu ga ik dit dus stoppen in aftellen. Mijn tas is al lang ingepakt, dus daar kan ik het ook niet laten. Het is een heel zwaar leven, ja.