een hypothetisch winkelverhaaltje

Winkelen is zoiets waarvan ik steeds vergeet hoe stom ik het vind. Het is niet dat ik niet van kleren hou, het is niet dat ik niet van nieuwe kleren hou, maar ik hou gewoon niet zo van het zóeken naar nieuwe kleren. Ik ben best wel kieskeurig en vind altijd alles lelijk, van slechte kwaliteit of gewoon meh.

Omdat ik steeds vergeet dat winkelen niet. leuk. is., krijg ik eens in de zoveel tijd toch weer De Geest en besluit ik een paar uur door te brengen in muffe confectieholen. Omdat een mens altijd wel iets nodig heeft, maak ik van tevoren een lijstje, laten we zeggen:
– dichte zomerschoenen die geen allstars zijn (de grootste schoenencrime die er bestaat, want dichte zomerschoenen zijn altijd lelijk)
– een bikini die blijft zitten als je vanaf drie meter hoog het water in springt
– desinfecterende handgel

In het begin is het altijd wel even leuk, ik ga vol goede moed de eerste winkels in. Ik pak duizend verschillende dingen van de rekken van de, laten we zeggen, Mango (oh nee, niet Mango, hebben we niets geleerd van het journaal?) (oké ik geef het toe het was Mango) en ga ermee in een pashokje staan (overigens zijn die dingen geen schoenen of bikini’s, maar drie jurken, een vest, een jumpsuit en een spijkerjasje (???)), om tot de conclusie te komen dat niets echt stom is, maar alles een beetje meh. ‘Meh’ is het grootste probleem bij winkelen. Als je eenmaal in zo’n hokje staat, ben je er toch wel vanuit gegaan dat je met íets leuks naar huis zult gaan, en tegen iets weerzinwekkends durf je nog wel nee te zeggen, maar het mehe ben je nog wel geneigd mee te nemen. Of nouja, ik dan, laat ik het niet te veel veralgemeniseren.
Uiteindelijk verlaat ik dan toch de winkel (met of zonder mehe dingen, dat ligt helemaal aan hoe sterk ik me die dag voel) en dan is de toon al gezet. Vervolgens besluit is dat ik maar actief op zoek moet gaan naar de dingen die ik nodig heb. Maar alle schoenen zijn net zo lelijk als ik dacht, en de weinige bikini’s die niet uit elkaar vallen als ik er naar kijk zijn saai en duur. En eigenlijk heb ik honger. Ik kan niet winkelen als ik honger heb! Het is al moeilijk genoeg! Maar dan zie ik een winkel die wel oké is, en dan ga ik toch maar even een jurk passen, want dat is altijd leuker dan dingen die je nodig hebt, maar eigenlijk zie ik helemaal geen leuke jurk, dus pas ik maar een stomme. En dan is het ineens al bijna sluitingstijd.

In dit hypothetische geval kom ik thuis zonder bikini, maar met de allstars waarvan ik al jaren zeg dat ik die nóóit meer ga kopen, een Mango-vest (laatste keer) en twee vetcoole mega-afgeprijsde dingen van Supertrash (waarvan in een zogenaamd met de hand moet wassen, maar dat is toch niet echt waar? Iemand? Dat zeggen ze toch alleen maar?).

Oh ja, en zonder desinfecterende handgel, want de rij voor Kruidvat was te lang.

PS1. Voor iedereen die zich zorgen maakt of ik nu wel kan gaan zwemmen: ik heb nog wel een goede in de kast hoor. Na zeven jaar was ik wel klaar met dat printje, maar hij zit nog uitstekend in elkaar.
PS2. Als het soepel loopt, vind ik het trouwens wél leuk. ‘Soepel’ betekent meestal dat ik allemaal dingen in de eerste drie winkels koop en dan klaar ben. Gebeurt ongeveer twee keer per jaar.
PS3. En dan heb ik het nog niet eens gehad over hoe zenuwachtig ik word van al die rommelige uitverkooprekken.

 

 

Deze post ging 20 augustus 2013 online, maar verdween toen mijn blog crashte. Op 10 oktober 2014 heb ik hem ergens in de krochten van het web gevonden en opnieuw online gezet.

Leave a Comment

Filed under de ongemakken des levens, kleding en zo

Leave a Reply

Your email address will not be published.