Ooit was ik een ontzettend ongeorganiseerd meisje. Ik was zo’n type dat alles maar liet slingeren, dat om bij haar computer te kunnen eerst alle zooi van het toetsenbord op bed moest gooien, en als ze wilde slapen, alles weer van bed naar bureau moest verplaatsen. Als ik een belangrijk document nodig had, moest ik die in één van mijn vele verschillende dozen/laden/manden zoeken. Ik was standaard alles kwijt en mijn agenda kon ik net zo goed niet gebruiken, want ik deed niet eens de moeite om iets op te schrijven.
Daar is de afgelopen jaren geleidelijk verandering in gekomen, maar eerlijk is eerlijk: vaker dan dat alles spic en span was, was het gewoon nog steeds een teringzooi. Sinds een paar maanden gaat het echter ‘ineens’ een stuk beter, sterker nog: ik heb me nog nooit zo opgeruimd gevoeld als de laatste paar maanden. Op het obsessieve af bijna, want ik ruim alles op. Zelfs mijn bankkussens moeten recht liggen. Anders zie ik het zo. En daar kan ik nu niet meer tegen. Regelmatig sta ik versteld van deze plotselinge ontwikkeling en nog regelmatiger vraag ik me paniekerig af wanneer ik een terugval ga krijgen en, oh horror, mijn kamer weer zal veranderen in een onbegaanbare puinzooi.
Mijn allergrootste triomf: mijn smetteloze, goed bijgehouden agenda. Ik schrijf ALLES op (zelfs wanneer mijn bibliotheekboeken terug moeten) en als ik iets belangrijks moet doen, markeer ik het. En ik schrijf alleen met zwarte pen, omdat het mooier is. Ja, ik heb al sinds het begin van dit collegejaar alleen maar die kleur pen gebruikt. Nee, dat is dus nog nooit fout gegaan. Ik kan het zelf ook niet geloven. Vooral niet omdat ik maar één zwarte pen heb.
Of had. Want gisteren liet ik hem in een moment van onbedachtzaamheid op de bank slingeren, om er vervolgens op te gaan zitten. En toen hoorde ik dus ‘krak’. En wil hij niet meer terug in elkaar. Nou ja, de huls dan, het inktreservoir, je weet wel, dat lange dunne witte dingetje, daarmee kan ik nog wel schrijven. Niet erg netjes, maar toch. Ik weiger een blauwe pen te gebruiken – niet omdat ik mijn agenda niet wil verpesten, maar omdat ik mijn agenda niet wil verpesten, zeg maar. Ik ben als de dood om los te komen uit deze vicieuze cirkel van organisatie.
Morgen ga ik zes nieuwe zwarte pennen kopen. In elke tas twee, en een paar extra. Puur uit angst dat ik anders weer verander in iemand die ‘s avonds de spullen van haar bed moet halen om te kunnen slapen.