“Ik zou best wel een blog kunnen schrijven in jouw stijl,” zei een vriend van me laatst, “Ik zou gewoon beginnen met: Hallo lieve mensen, sorry dat ik zo lang niets geschreven heb, maar…”
“Nou ja,” antwoordde ik een beetje geschrokken, “Dat heb ik echt maar twee keer gedaan! Of vier keer. Of iets misschien vaker.”
Maar goed, ik ben hier niet om excuses te maken voor mijn afwezigheid, hoewel het nu lijkt alsof ik dat via een dubbele laag toch probeer te doen. Maar dat is dus NIET zo. Denk wat je wilt, maar ik maak dus GEEN excuses. Dat het maar duidelijk is.
Laat ik mezelf dit keer ook maar eens geen faalblogger noemen, want ik heb er bewust voor gekozen afstand te nemen van mijn computer. Nu ik vakantie heb zit ik er enkel achter als ik moet werken, of zoiets raars moet doen als geld overmaken. Ik heb het gehad met die krengen. Komt denk ik door al die scriptiedagen waarop ik half verlamd achter mijn laptop gezeten heb, doodsbang om iets op te schrijven, doodsbang om niets op te schrijven. Ja, het was behoorlijk traumatisch.
Er zijn echter een paar dingen die me van het hart moeten. Helaas zijn het niet echt gezellige dingen, maar boze feministische verhalen en antivleesblogs. Niet echt iets waar ik mijn meeste lezers blij mee maak. Nu hoeft het ook niet want het is MIJN blog MIJN leven, maar soms moet je ook een beetje diplomatiek zijn en omdat ik al zo lang heb gezwegen dacht ik, ik schrijf iets waarmee ik mijn gunfactor niet voor eens en voor altijd in de sloot gooi, dus daarom gaat deze blog over social media, want dat vindt iedereen altijd leuk.
Een tijdje geleden nam ik dus Instagram omdat omdat ik dacht dat ik misschien wat foto’s wilde delen. En dat heb ik even geprobeerd. Al snel kwam ik erachter dat ik die behoefte niet zo heb. En dat ik een hekel heb aan foto’s maken. Soms doe ik het wel hoor, als mijn blender laat overstromen of zo, en heel soms zet ik het wel eens online, maar meestal denk ik: meh. Momenten met mezelf delen vind ik meestal wel heftig genoeg.
Zelfde met selfies. Soms Regelmatig ben ik zodanig tevreden over mijn OOTD dat ik een foto wil maken. Maar als ik na achttien foto’s er eindelijk eentje heb gemaakt die niet monsterlijk lelijk is, wil ik hem niet plaatsen omdat ik hem eigenlijk nog steeds lelijk vind. En dat terwijl ik er waarschijnlijk beter opsta dan dat ik er in het echt uit zie. Ik heb een beetje een vertekend zelfbeeld, geloof ik.
Facebook heb ik eigenlijk nooit zo actief gebruikt omdat ik bang ben voor iedereen (ja). Twitter vind ik eigenlijk ook maar stom. Maar dat is nieuw voor me, want toen ik nog college had was Twitter mijn grote steun en toeverlaat. Zeker in Parijs, want als niemand met mij wilde praten kon ik gewoon tweeten hoe vervelend het was dat niemand met mij wilde praten. Fantastische tijd, ja. Maar nu ik vakantie heb, is de behoefte om daar iets te delen ook verdwenen. Ik ben zo lekker aan het schoonmaken gaat vervelen en als ik iets Vet Leuks aan het doen ben wil ik dat ook nooit zeggen, omdat ik bang ben dat het lijkt alsof ik opschep over hoe leuk mijn leven is. En dat is nóg erger dan dat iedereen denkt dat je een kutleven hebt.
En nu ik dit getypt heb, heb ik het gevoel dat ik alsnog klink als een stuk chagrijn, terwijl ik juist heel vrolijk en lieflijk ben. Helaas kan ik het niet bewijzen, want mijn vrienden maken ook bijna nooit leuke foto’s. Doei gunfactor. Had ik net zo goed wel kunnen schrijven over vrouwen en vlees. Nou ja, de volgende keer dan. Ik beland vast vanzelf weer in het gareel.
Deze post ging 16 juli 2013 online, maar verdween toen mijn blog crashte. Op 10 oktober 2014 heb ik hem ergens in de krochten van het web gevonden en opnieuw online gezet.