Rotterdam is de koudste stad van Nederland. Dat heb ik niet verzonnen hoor, ik kan het ook niet helpen. “Dat is nu eenmaal zo,” zou mijn – overigens door- en doorrotterdamse – opa zeggen. Zojuist zat ik nog in de tuin, lekker in de zon aan een andere blog die ik net weer heb gedelete te typen, toen het ineens vanuit het niets keihard begon te regenen. Ik bedoel maar. In Amsterdam is het nog steeds stralend weer.
Momenteel verblijf ik in mijn ouderlijk huis. Gisteravond deed ik hier in de buurt voor het eerst sinds anderhalf jaar weer eens een intervaltraining. Het ging echt een stuk beter dan dat ik had durven hopen, ik was echt tevreden. Het enige dat een beetje tegenviel, was het gebrek aan hardlopersknikjes.
Ik hoef denk ik niet uit de leggen wat een hardlopersknikje is; dat is die neer- en opbeweging die je een tegenliggende hardloper geeft voordat je elkaar passeert. Zo van “Hee, wat zijn wij goed bezig hè” en “Hee, ik ben veel sneller dan jij, maar geef niet op, ooit stond ik in jouw schoenen”. Vroeger dacht ik altijd dat het hebben van zo’n samenzweerderig onderonsje tijdens het lopen een urban legend was: in omgeving Rotterdam kreeg ik namelijk NOOIT zo’n leuk knikje. Toen ik naar Amsterdam verhuisde, kwam ik erachter dat het oh zo gewensde (want bevestiging dat je een Echte Atleet bent) knikje geen mythe was: tijdens het rennen krijg ik daar ALTIJD van iedere passerende hardloper een goedkeurend knikje. Ik had eigenlijk besloten het de Rotterdammers niet te verwijten, ik bedoel, ik ben sinds mijn verhuizing wel een stuk beter geworden, wellicht namen ze me eerst gewoon niet serieus, en misschien straalde ik vroeger ook wel iets hulpeloos uit, iets van please-laat-mij-ajb-met-rust-ik-ben-onzeker.
Maar gisteravond ging het hartstikke goed. Echt! Ik straalde. En toch geen enkel knikje. Misschien is het in Rotterdam daarom zo koud.
Deze post ging 16 augustus 2013 online, maar verdween toen mijn blog crashte. Op 10 oktober 2014 heb ik hem ergens in de krochten van het web gevonden en opnieuw online gezet.