Enige tijd geleden zei ik terloops dat ik fietsen rond Amsterdam Centraal Station een grote ramp vind. Ik had beloofd om hier nog over uit te weiden, maar dit heb ik verzaakt. Gelukkig voor jullie (ha ha ha) zal ik me hier over een paar uur toch weer op de fiets begeven, dus ik zit nu alvast te trillen van angst. Omdat praten over je gevoelens beter schijnt te werken dan je nagels tot bloedens toe af te bijten, zal ik die dan maar in deze blog onder woorden proberen te brengen.
Voor de mensen die hier pas net zijn komen aanwaaien (hoi!) of een geheugen als een vergiet hebben (geen probleem), zal ik het nog even uitleggen: ik woon dus in Amsterdam-Noord. Als ik met de fiets naar niet-noord wil, moet ik a) over een of andere wazige enge brug aan de andere kant van de stad of b) met de pont. Het pontgedeelte is nog wel leuk, maar helaas eindigt dit ritje achter centraal station. En daar is het druk jongens, DRUK. Niet zo druk als aan de voorkant, vandaar ook dat zoveel fietsers hier langs rijden als ze van west naar oost of andersom moeten, maar goed, dat scharrelkippen meer ruimte hebben dan kooikippen wil ook niet zeggen dat ze een leuk leven hebben. U begrijpt mijn punt.
Voor wie het niet voor zich ziet, recycle ik even mijn allermooiste tekening van Amsterdam:
Goed, waar was ik? De pont. Ja. Zodra de pont niet-noord bereikt, is het net alsof we veranderen in een kudde zebra’s die plotseling ontdekt dat er een leeuw achter ze staat. Mensen vlíegen de pont af, vaak nog voordat het hekje helemaal naar beneden is geklapt, en fietsen naar links of naar rechts, en als diegene rechts van je naar links wil en jij naar rechts dan heeft diegene een probleem, want hier werken de wetten van de snelsten, of wellicht die van de a-sociaalsten. Het verbaast me eigenlijk dat er nooit slachtoffers vallen. (Misschien omdat uiteindelijk blijkt dat er helemaal geen leeuw op de pont stond. Maar je kunt toch niet rustig aan doen, want voor je het weet loop je de kans om vertrapt te worden door een nieuwe kudde, die deze informatie nog niet heeft.)
Men trapt extra hard om verder van centraal station te komen, of om wat meer adem te krijgen, maar eenmaal voorbij het ergste punt ben je nog niet bepaald alleen. De eerste stoplichten veroorzaken een enorme rij alsmede wrevel tussen de mensen die netjes willen wachten en zij die gewoon door willen rijden omdat er op dit moment even geen auto is.
Ja, het verschil tussen mensen is het duidelijkst te zien wanneer je ze op de fiets zet. Zij die nauwelijks vooruitkomen en zijn die racen. Zij die voorrang geven als het niet hoeft en zij die alleen voorrang geven als ze anders zouden sterven. Zij die met licht rijden en zij die zonder licht rijden. Zij die angstig om zich heen kijken en zij die zich overal maar instorten, omdat ze weten dat automobilisten toch wel opletten.
De meerderheid van de mensen rondom centraal station valt natuurlijk onder categorie twee, dat begrijpen jullie wel. Om mijn eigen overlevingskansen te vergroten, probeer ik me ook altijd van mijn meest roekeloze kant te laten zien, maar dat gaat moeilijk. Naast mijn aangeleerde angsthazigheid die me ook in Parijs parten speelde, heb ik gewoon een nare fiets omdat die Parijs-fiets dus gestolen was. (Jezus, ik vraag me echt af waarom ik zoveel blogs schrijf over fietsen, terwijl ik nooit fiets. Jullie kunnen je gelukkig prijzen dat ik geen auto heb, ik zou waarschijnlijk zo iemand zijn die dat ding een naam geeft).
(Gelukkig ga ik binnenkort een nieuwe fiets kopen, van het sinterklaasgeld van mijn opa. Kijken of het trotseren van die kudde zebra’s bij centraal station iets dragelijker wordt met de juiste uitrusting.)
Hahahaha en dát is precies de reden waarom ik niet in Amsterdam woon. Ik behoor tot de eerste categorie, en zou waarschijnlijk het einde van de straat niet halen met al die categorie 2 kuddes 🙂
Je vergeet de scooters en brommers die de pont al scheurend af rijden terwijl fietsers en wandelaars er nog rustig rond scharrelen!
Ah ja! Dat is ook irritant. (Hoewel fietsers vaak ook niet bepaald scharrelen.)
Mijn auto heet Rolf.
Ik heb op datzelfde punt laatst gelopen, en ik vond het inderdaad behoorlijk chaotisch er uitzien, hoe men van de pont af probeerde te komen. Misschien dat een fietshelm je roekeloze kant omhoog kan halen?
Ja maar ik heb ook nog andere ledematen waar ik zuinig op moet zijn… 🙁
zooo blij dat ik niet in Amsterdam woon 🙂
oh en met je auto een naam geven is niks mis hoor, die van ons heet Fuckly 😉
Haha. Prachtig beschreven hoe onnozel het menselijk (kudde)gedrag is.
🙂
Haha ik heb ‘t laatst ook gezien. Was naar het Eye, aan het ei. Dan moet je ook vanaf Centraal met de pont ‘t water over. Tering, wat ‘n drukte. Eén positief ding is dat ik op de veerpont in Amsterdam altijd moet denken aan de geniale serie Grijpstra en de Gier, die eindigde vaak op zo’n veerpont.
Haha, ik het begin vond ik fietsen in Amsterdam (ik woon op Uilenstede, onder de zuidas) zo eng! Zo veel verkeer, zo veel fietsers, wandelaars, Italianen op MacBikes (als je niet kan fietsen, huur dan alsjeblieft geen fiets!) en vooral: tramrails, waarvan ik hoop dat ik er nooit van mijn leven infiets want dan ga je kapot, en helaas, zijn die overal. Ik had respect voor degenen die enerzijds vooruitkomen omdat ze alles durven en overal voordoor fietsen en anderzijds heel voorzichtig zijn omdat je anders dood gaat in Amsterdam.
Maar het went. Ik ken nu steeds beter de weg en ik weet waar het smal en druk en lastig wordt en ik heb mezelf ook zover dat ik gewoon af stap als ik het niet vertrouw. En het geluk van vanuit zuid komen, ik hoef nooit met de pont 😉
Ah ja, ik had nog niet eens nagedacht over die tramrails, maar die heb je ook nog. Ik ken trouwens wel iemand die erin is gereden en een hersenschudding heeft opgelopen 🙁
Herkenbaar! Ik woon ook in Noord en als ik dan aan de overkant kom, verander ik acuut in een soort fietscourier die overal zo snel mogelijk doorheen probeert te komen. Amsterdammers + fietsen = chaos.
Pingback: dingen die ik ga missen aan amsterdam-noord | vijf koffie graag
Pingback: waar geluk is je postcode | vijf koffie graag