“Het is een rare tijd” is het grootste cliché van het afgelopen half jaar geworden, maar ik begrijp wel waarom iedereen dat zinnetje blijft herhalen. Als je steeds “Ik vind er geen zak meer aan” zegt, gaan mensen met een grote boog om jouw negatieve aura heen lopen. Dus gebruik je maar een neutraler woord. ‘Raar’. ‘Gek’. Oké, écht neutraal is het natuurlijk niet. Maar het is beter dan ‘tyfusteringklote’ (om maar wat te noemen).
Zelf heb ik weleens beter in mijn vel gezeten, kan ik zeggen. De afgelopen tijd leek mijn wereld dan wel redelijk ‘normaal’ (hoewel ik voornamelijk thuiswerkte, nooit meer uitging, mijn vrienden niet aanraakte en niet meer samen kwam in grote groepen – ik werkte wél, ik zág wel vrienden en familie, en ik kon gewoon naar de sportschool en uit eten) maar toch voelde het anders. Iedere keer als ik toch iets te dichtbij mijn opa had gestaan (die corona en afstand houden onzin vindt, maar dat terzijde), zat ik toch weer 2 weken in de zenuwen of hij niet ziek werd. En ik zit sowieso al de hele tijd in de zenuwen of de mensen die ik ken niet ziek gaan worden. Al die nieuwsberichten over klappen voor de economie maken me nerveus. En de wetenschap dat sommige mensen uit risicogroepen al een half jaar aan huis gebonden zijn, is ook niet echt opwekkend.
We weten allemaal dat de hoeveelheid coronabesmettingen dramatisch oploopt. Andere virussen zijn ook weer aan het floreren, trouwens. De afgelopen weken zijn al zoveel van mijn afspraken met vrienden niet doorgegaan omdat ik of iemand anders hoofdpijn had, of één keertje had geniest, of wachtte op de uitslag van een coronatest. En ik ben stiekem best bang voor nieuwe maatregelen die het ‘gewone’ leven straks meer minder gewoon maken (al heb ik er natuurlijk wel begrip voor).
Ik voel me een beetje stom om hierover te klagen, want dan denk ik: is dit nou je probleem? Dat je sociale leven onzeker is, en dat je straks misschien niet meer mag sporten? Sneu hoor. Je kent tot nu toe niet eens iemand die daadwerkelijk op de IC heeft gelegen. Sommige mensen hebben écht leed doorstaan. Oorlog, hongersnood, onderdrukking – of een daadwerkelijke coronabesmetting die henzelf of een geliefde doodziek maakte.
En ik vermoed dat wel meer bevoorrechte Nederlanders er zo over denken, dus noemen we deze tijd ‘raar’ in plaats van ‘klote’.
Ik merk dat ik het toch lastig vind dat ik niet weet wat er gaat komen, dat ik geen beeld heb bij de toekomst. Het veroorzaakt een soort ruis in mijn hoofd, dat alle ‘normale’ dingen die ik doe net een beetje zwaarder maakt. Natuurlijk: ik kan 836 situaties bedenken waarin mensen een nog onduidelijker beeld hebben van de toekomst. Maar ja. Met ontkennen dat je iets lastig vind, maak je het denk ik alleen maar erger.
Dus ik probeer er maar het beste van te maken. Door een beetje leuke, ontspannende dingen te plannen enzo. En ik ben weer voorzichtig begonnen aan een nieuw manuscript. Het zit nu nog in de allereerste, vrij wazige en totaal onconcrete beginfase maar het is een begin, en hopelijk kan ik het over niet al te lang concretiseren en een schrijfplan maken. Ik merk dat ik daar goed op ga: deadlines, concrete doelen per week, een beetje druk. (En dat gewoon binnenin mijn eigen huis. Daar kunnen ze me niet pakken!)
(Ik heb natuurlijk ook mijn werk, dus het is niet alsof ik nu de hele dag maar doelloos ronddwaal – maar daarbij heb ik vooral veel kleinere doelen en deadlines: met een boek ben je een jaar aan een groot project bezig, waarbij je helemaal zelf je tijd indeelt, dat is toch anders)
Hopelijk helpt dat ritme om alle andere dingen ook makkelijker te maken.
En zo niet, tsja. Dan kom ik de komende tijd ook wel door. Maar leuk is anders.