Ik hou al jarenlang een dagboek bij. Het begon toen ik een jaar of acht was en ik vooral schreef over mijn extreem hoge cijfers (oh, de basisschool, wat een zalige tijd). In mijn tienerjaren had ik het vooral over iedereen die ik haatte (en dat waren veel mensen, geloof me) en tegenwoordig schrijf ik er alleen in als ik ergens over twijfel (zowel in de categorie ‘Moet ik wel naar dit feestje gaan?’ als in de categorie ‘Zal ik gaan verhuizen?’ als in de categorie ‘HELP WAT IS ER NA DE DOOD?!?!’).
Mochten jullie denken dat ik over deze onderwerpen vast niet zoveel neergekrabbeld kan hebben: dat kan dus wel, ik heb een hoop dagboeken versleten. Niet omdat ik zo vaak schrijf, maar omdat ik al zeventien jaar lang heel regelmatig heel zelden schrijf. (Gaat toch optellen.) Ik ben persoonlijk zeer tevreden met deze frequentie, want weinig schrijven betekent weinig drama. Als mensen zeggen dat ze ‘eigenlijk’ een dagboek ‘zouden moeten’ bijhouden raak ik dan ook altijd een beetje in de war – waarom zou je dat doen als je niet per se heel erg nodig iets kwijt moet? Dwangmatig dagboekschrijven is toch alleen maar zonde van je tijd?
Maar goed, dan denk ik ook weer, ik heb een blog, dus ik heb makkelijk praten. Inmiddels is dit al de 332e post die ik hier publiceer, dus als ik even vergeet wie ik ben, dan heb ik een hoop om terug te lezen. Natuurlijk heeft een blog (of in ieder geval de mijne) weinig te maken met een dagboek, aangezien het punt van een dagboek is dat je iets waars over je leven vertelt en mijn blog dat leven totaal vervormt tot een of andere aaneenschakeling van gênante momenten en hardloopproblemen en militant veganisme. Door het lezen hiervan kom je heus wel wat over me te weten (in het echt val ik ook bijna in slaap op de sportschool), maar je kunt niet lezen over hoe mijn dagelijks leven eruit ziet of over alle gevoelens die ik daarbij heb (en dat is maar goed ook, ha ha ha).
Niet dat mijn dagboek waarheidsgetrouwer is – sinds ik niet meer op de basisschool zit, schrijf ik er zelden als ik me gelukkig voel. Als ik blij ben, heb ik er geen behoefte aan om in mijn dagboek te schrijven, dan ga ik mijn positieve energie (posi enie) wel omzetten in iets anders, in mijn sokkenla opruimen of cassavekroepoek eten of zo. Alleen als ik boos ben, of bang, of twijfel, dan herinner ik me pas weer dat ik dat dagboek heb.
En daar is niets mis mee, want mijn dagboek mijn leven jwz. Het enige dingetje is dat ik soms bang ben dat er een keer iets met mij gebeurt en dat mensen dan mijn dagboeken vinden en dat het dan net lijkt alsof ik een rotleven heb gehad en dat ze dan denken dat ze me nu pas écht leren kennen. En dat ik er dan niet ben om ze te kunnen vertellen dat er nu pas allemaal misverstanden over mij ontstaan. Zou toch lullig zijn.
Nee, als je me dan toch per se door middel van het geschreven woord wilt leren kennen, dan kun je maar beter mijn blog lezen. Da’s wat gezelliger dan mijn dagboek en uiteindelijk misschien ook net nog wel iets meer waar.