Ik heb ontdekt wat het probleem is met die leesverslagen van mij: ik lees de laatste tijd alleen maar gênante boeken. Met ‘gênante boeken’ bedoel ik voornamelijk losse flodder-thrillers, zweverige wijvenpockets en zelfhulpboeken vol leugenachtige clichés. Oké, ik overdrijf. Maar als je Nederlands studeert, of als je in het algemeen nogal bent omgeven door snobs, dan ligt de lat nu eenmaal hoog.
Ik ben momenteel trouwens al heel lang bezig in een roman van Murakami. Alleen oeps, daar kwamen ineens twee andere boeken tussendoor. Twee heel erge vrouwenboeken, dat ook nog eens. Gelukkig verschillen ze wel aardig van elkaar.
Elizabeth Gilbert – Eten, bidden, beminnen
Toen ik in Rome was, kreeg ik meteen de onweerstaanbare behoefte om Eten, bidden, beminnen te herlezen. Eigenlijk mag dat niet, aangezien ik me altijd enigszins laatdunkend uitlaat over dit boek. In een kruiswoordpuzzel van Absint heb ik het zelfs beschreven als een ‘huisvrouwenroman’. Best lullig – vooral omdat ik het de eerste keer in één ruk uitlas. Mijn moeder wilde het vervolgens per se van me lenen voor op vakantie naar Frankrijk. Ik zei dat dit boek ab-so-luut niets voor haar was. Ze luisterde niet. Voor het bereiken van de snelweg had ze het al bijna uit het autoraam gegooid.
Voor het geval er nog iemand op deze planeet is die níet weet waar Eten, bidden, beminnen over gaat: een depressieve vrouw besluit er een jaar ertussenuit te gaan. Of, nouja, beter gezegd, ze gaat “op zoek naar zichzelf”. Dat doet ze door zich eerst vier maanden vol te proppen met pasta in Italië, vervolgens door vier maanden te gaan zitten hummen in India en dan uiteindelijk deze activiteiten vier maanden lang te combineren op Bali.
Anyway, in Rome luisterde ik naar mijn innerlijke stem en begon gewoon opnieuw in dit boek. En eerlijk is eerlijk, ik las het wederom in één ruk uit, kreeg trek in pasta en ijs, besloot op yoga te gaan en probeerde ook meteen al mijn geestelijke ballast voor eens en voor altijd weg te hummen. Maar tegelijkertijd heeft dit boek iets vervelends, iets waardoor ik het niet helemaal geloof. Ik kan mijn vinger er niet zo goed opleggen. Misschien is het de wazige alles-kan-en-alles-mag-spiritualiteit, misschien is het de overdaad aan slechte grapjes (kom op, zestien soortgelijke geinige vergelijkingen in één alinea?). Ook al die verschrikkelijk lieve en perfecte mensen die de hoofdpersoon tijdens haar reizen ontmoette, vond ik bloedirritant en niet erg realistisch. Ja, ik denk dat dat mijn probleem is met dit boek: het verkoopt iets prachtigs (het idee van innerlijke rust, terwijl je nog gewoon superveel mag blijven eten) maar ik geloof het gewoon niet.
Marianne Zwagerman – Een webshop is geen carrière
Weet trouwens niet zeker of het volgende boek, Een webshop is geen carrière, veel geloofwaardiger is. Dit boek stond al een jaar of anderhalf op mijn te lezen-lijstje, en ook dit werk las ik nu in één ruk uit. Hierna kreeg ik direct zin om loonsverhoging te vragen en de baas te worden van euh, ALLES. Wat nou innerlijke rust? Macht, geld en van iedereen op de werkvloer winnen is véél bevredigender! Het boek staat vol tips voor vrouwen die willen “ontsnappen uit het mutsenparadijs”, wat inhoudt dat ze geen genoegen meer mogen nemen met hun ‘baantje’ en gewoon carrière moeten gaan maken.
Ik vond het ontzettend interessant om te lezen hoe Zwagerman maar meer en meer succes kreeg, en er stonden best handige inzichten en tips in (mijn favoriete: zeg niet “ik trek dit niet” maar “ik accepteer dit niet”, dan kom je veel sterker over), maar er waren ook veel dingen die ik nogal lullig en onrealistisch vond. Zo wil ze dat leidinggevende vrouwen, net zoals hun mannelijke collega’s, gaan rijden in gigantische auto’s om te laten zien wie de baas is (DAT IS HARTSTIKKE ONMILIEUVRIENDELIJK NIEMAND MOET EEN GROTE AUTO NEMEN) en mag je absoluut niet minder dan fulltime werken zodra je kinderen krijgt (ik geloof dat de meeste ouders, man EN vrouw, beter afzijn als ze niet vijf dagen per week op kantoor zitten, maar goed, ik ben net zo min moeder als Zwagerman zelf) (ik heb er trouwens echt een hekel aan als kinderloze mensen aan ouders gaan vertellen wat ze moeten doen – weet je niet hoe erg de wereld op z’n kop staat als je een kind krijgt?) (ik weet het niet want ik heb geen kinderen).
Daarnaast had ik enigszins moeite met de schofferende toon van het boek en de onrealistische eisen worden gesteld aan een ‘carrière’, maar goed, daar kon ik wel overheen lezen. Volgens mij bedoelt Zwagerman het ook niet letterlijk, maar is ze gewoon een beetje aan het trollen om ons wakker te krijgen. Dan kan ik wel principieel gaan zitten doen, maar als ik even mijn ogen dichtknijp, dan is dit boek net zo inspirerend als Eten, Bidden, Beminnen.
(Ook Een webshop is geen carrière wilde mijn moeder trouwens meteen lezen. Ook dit boek vond ze verschrikkelijk.)