Tag Archives: elizabeth gilbert

big magic (of: mijn haat-liefdeverhouding met elizabeth gilbert)

 

Heb ik jullie wel eens het verhaal verteld van mijn moeder die Eten, Bidden, Beminnen (Eat Pray Love) van me wilde lenen? Dat verhaal waarin ik zei “Doe het niet, je gaat het haten!”, waarop zij zei “Nou ik wil het toch lezen!”? Dat verhaal over hoe ze het boek op weg naar Frankrijk het liefst uit het autoraam had gegooid, omdat ze het zo dramatisch slecht vond?

Oh wacht, dit verhaal heb ik inderdaad al verteld, maar ik vind het een leuke anekdote en jullie onthouden heus niet alles wat ik ooit heb geschreven, dus jullie krijgen ‘m gewoon opgewarmd opgediend. Laat ik er nog maar eens opnieuw aan toevoegen dat ik zelf een hele complexe relatie heb met dit boek: aan de ene kant vind ik het FANTASTISCH en krijg ik hierdoor superveel zin om me misselijk te vreten aan pasta arrabiata en te gaan mediteren tot ik een blauwe geest zie, maar aan de andere kant vind ik de grapjes stom en dat spirituele gedoe dat maar all over the place gaat tenenkrommend. Kijk, ik wil me best openstellen voor een beetje hocus-pocus, maar die hocus-pocus moet dan wel enigszins consequent blijven. En geloof me, mijn blogschema is nog consequenter dan EPL.

Goed, op naar het volgende onderwerp. Ik weet niet of jullie het weten, maar de schrijfster van EPL, Elizabeth Gilbert, heeft een tijdje geleden een boek uitgebracht over creativiteit, Big Magic. Hierin schrijft ze over hoe je als gewone brave burger meer creativiteit in je leven kunt brengen. Het boek staat vol tips als “Blijf gewoon stug doorschrijven als je werk ergens wordt afgewezen, dat heb ik ook gedaan” en “Probeer je geschrijf niet te zien als je echtgenoot, maar als je stiekeme minnaar” en “Probeer niet financieel afhankelijk te worden van je creativiteit, want dan kun je niet meer onbekommerd creatief zijn” en “Als je oud bent en je je gefrustreerd voelt omdat je nog geen literair succes hebt, stop er dan mee, want je wordt er duidelijk niet gelukkig van” (waar ‘schrijven’ staat kan trouwens ook ‘schilderen’ staan, of ‘kunstschaatsen’, of ‘kabouterhuisjes knutselen’, of wat dan ook).

Allemaal leuke een broodnuchtere adviezen. Ik ben dan ook zeer blij dat ik dit boek heb gevraagd voor Kerstmis (ik zei tegen mijn moeder “Ik durf dit bijna niet uit te pakken waar jij bij bent!” en mijn moeder zei: “Ik wil het ook wel eens lezen!” waarop ik zei: “Doe het niet, je gaat het haten!” waarop zij zei “Nou ik wil het toch lezen!”).

Helaas is ook dit boek niet alleen maar leuk, want gek genoeg kon Gilbert het toch weer niet laten ook hierin weer een paar spoken te stoppen. Het beste voorbeeld: volgens haar is creativiteit letterlijk magisch (“In de Zweinsteinse betekenis van het woord”). Haar theorie: ideeën zweven door de lucht, tot ze iemand vinden die iets met ze wil doen, en als diegene weigert (dus als je te lui bent om een kunstwerk te maken naar aanleiding van je fantastische ingeving (die je dus niet aan jezelf te danken hebt, maar die jou gewoon is aan komen waaien)), dan zweeft het idee weer naar iemand anders die er wat dankbaarder mee omgaat (VERDIEND!!!). Het klinkt prachtig, maar is natuurlijk totaal idioot. Hoezo ben jij zo speciaal dat een idee jou kiest uit zeven miljard mensen? En hoeveel mensen is-ie al langsgegaan voordat hij het bij jou probeerde? Wat voor wanhopige afgelikte boterham is dat idee wel niet?

Volgens Gilbert verlaten ideeën je dus als je ze geen aandacht heeft. Haar zou dat ook zijn overgekomen toen ze een boekidee over het kappen van regenwoud in Brazilië verwaarloosde. Dat idee heeft ze toen per ongeluk doorgegeven aan de schrijfster Ann Pachett, want die bleek later bijna exact hetzelfde boek geschreven te hebben als dat boek dat Gilbert niet schreef. Hoe het idee volgens Gilbert is overgelopen?

Met een kus tijdens een paneldiscussie over bibliotheken.

Jep. Er stond niet bij wie waar precies kuste, dus het kan van de ene op de andere lichaamsopening zijn gegaan, maar het lijkt me dat ze d’r toch gewoon op d’r wang kuste, dus hoe dat idee dan zo van het ene in het andere lijf terechtkomt is mij een raadsel (tenzij je poriën meetelt als lichaamsopeningen).

En dan moeten jullie bedenken dat deze vrouw wel van haar creativiteit kan leven.

Maar goed, net als dat Eat Pray Love er mede voor gezorgd heeft dat ik ben begonnen met yoga, zit ik nu toch voor de eerste keer sinds meer dan een maand een blog te typen. En dat is ook wat waard.

12 Comments

Filed under boeken

ik lees wel eens wat, deel vijf

Ik heb ontdekt wat het probleem is met die leesverslagen van mij: ik lees de laatste tijd alleen maar gênante boeken. Met ‘gênante boeken’ bedoel ik voornamelijk losse flodder-thrillers, zweverige wijvenpockets en zelfhulpboeken vol leugenachtige clichés. Oké, ik overdrijf. Maar als je Nederlands studeert, of als je in het algemeen nogal bent omgeven door snobs, dan ligt de lat nu eenmaal hoog.

Ik ben momenteel trouwens al heel lang bezig in een roman van Murakami. Alleen oeps, daar kwamen ineens twee andere boeken tussendoor. Twee heel erge vrouwenboeken, dat ook nog eens. Gelukkig verschillen ze wel aardig van elkaar.

eten, bidden, beminnen - elizabeth gilbert een webshop is geen carriere - marianne zwagerman

Elizabeth Gilbert – Eten, bidden, beminnen

Toen ik in Rome was, kreeg ik meteen de onweerstaanbare behoefte om Eten, bidden, beminnen te herlezen. Eigenlijk mag dat niet, aangezien ik me altijd enigszins laatdunkend uitlaat over dit boek. In een kruiswoordpuzzel van Absint heb ik het zelfs beschreven als een ‘huisvrouwenroman’. Best lullig – vooral omdat ik het de eerste keer in één ruk uitlas. Mijn moeder wilde het vervolgens per se van me lenen voor op vakantie naar Frankrijk. Ik zei dat dit boek ab-so-luut niets voor haar was. Ze luisterde niet. Voor het bereiken van de snelweg had ze het al bijna uit het autoraam gegooid.

Voor het geval er nog iemand op deze planeet is die níet weet waar Eten, bidden, beminnen over gaat: een depressieve vrouw besluit er een jaar ertussenuit te gaan. Of, nouja, beter gezegd, ze gaat “op zoek naar zichzelf”. Dat doet ze door zich eerst vier maanden vol te proppen met pasta in Italië, vervolgens door vier maanden te gaan zitten hummen in India en dan uiteindelijk deze activiteiten vier maanden lang te combineren op Bali.

Anyway, in Rome luisterde ik naar mijn innerlijke stem en begon gewoon opnieuw in dit boek. En eerlijk is eerlijk, ik las het wederom in één ruk uit, kreeg trek in pasta en ijs, besloot op yoga te gaan en probeerde ook meteen al mijn geestelijke ballast voor eens en voor altijd weg te hummen. Maar tegelijkertijd heeft dit boek iets vervelends, iets waardoor ik het niet helemaal geloof. Ik kan mijn vinger er niet zo goed opleggen. Misschien is het de wazige alles-kan-en-alles-mag-spiritualiteit, misschien is het de overdaad aan slechte grapjes (kom op, zestien soortgelijke geinige vergelijkingen in één alinea?). Ook al die verschrikkelijk lieve en perfecte mensen die de hoofdpersoon tijdens haar reizen ontmoette, vond ik bloedirritant en niet erg realistisch. Ja, ik denk dat dat mijn probleem is met dit boek: het verkoopt iets prachtigs (het idee van innerlijke rust, terwijl je nog gewoon superveel mag blijven eten) maar ik geloof het gewoon niet.

Marianne Zwagerman – Een webshop is geen carrière

Weet trouwens niet zeker of het volgende boek, Een webshop is geen carrière, veel geloofwaardiger is. Dit boek stond al een jaar of anderhalf op mijn te lezen-lijstje, en ook dit werk las ik nu in één ruk uit. Hierna kreeg ik direct zin om loonsverhoging te vragen en de baas te worden van euh, ALLES. Wat nou innerlijke rust? Macht, geld en van iedereen op de werkvloer winnen is véél bevredigender! Het boek staat vol tips voor vrouwen die willen “ontsnappen uit het mutsenparadijs”, wat inhoudt dat ze geen genoegen meer mogen nemen met hun ‘baantje’ en gewoon  carrière moeten gaan maken.

Ik vond het ontzettend interessant om te lezen hoe Zwagerman maar meer en meer succes kreeg, en er stonden best handige inzichten en tips in (mijn favoriete: zeg niet “ik trek dit niet” maar “ik accepteer dit niet”, dan kom je veel sterker over), maar er waren ook veel dingen die ik nogal lullig en onrealistisch vond. Zo wil ze dat leidinggevende vrouwen, net zoals hun mannelijke collega’s, gaan rijden in gigantische auto’s om te laten zien wie de baas is (DAT IS HARTSTIKKE ONMILIEUVRIENDELIJK NIEMAND MOET EEN GROTE AUTO NEMEN) en mag je absoluut niet minder dan fulltime werken zodra je kinderen krijgt (ik geloof dat de meeste ouders, man EN vrouw, beter afzijn als ze niet vijf dagen per week op kantoor zitten, maar goed, ik ben net zo min moeder als Zwagerman zelf) (ik heb er trouwens echt een hekel aan als kinderloze mensen aan ouders gaan vertellen wat ze moeten doen – weet je niet hoe erg de wereld op z’n kop staat als je een kind krijgt?) (ik weet het niet want ik heb geen kinderen).

Daarnaast had ik enigszins moeite met de schofferende toon van het boek en de onrealistische eisen worden gesteld aan een ‘carrière’, maar goed, daar kon ik wel overheen lezen. Volgens mij bedoelt Zwagerman het ook niet letterlijk, maar is ze gewoon een beetje aan het trollen om ons wakker te krijgen. Dan kan ik wel principieel gaan zitten doen, maar als ik even mijn ogen dichtknijp, dan is dit boek net zo inspirerend als Eten, Bidden, Beminnen.

(Ook Een webshop is geen carrière wilde mijn moeder trouwens meteen lezen. Ook dit boek vond ze verschrikkelijk.)

9 Comments

Filed under boeken