Nog niet zo lang geleden geloofde ik dat geesten best wel eens zouden kunnen bestaan. Hier was een gegronde reden voor: ik las in mijn tienerjaren heel veel meidenbladen, de ElleGirl en de Fancy en de CosmoGirl en zo, en daar stonden altijd verhalen in over rondzwervende zielen. ALTIJD. Naast de bladzijden over loverboys en bekentenissen als “Ik heb een schaamlipcorrectie gehad” en “Ik ben een nudist”, stond dan “Ik kan praten met de overleden kat van m’n tante” en dergelijke.
Deze belevenissen waren altijd heel verschillend van aard. Sommige mensen zagen op bepaalde plekken ineens gekke afdrukken op de muur of bleke meisjes aan hun bedrand, anderen kregen continu belangrijke boodschappen door, weer anderen werden gepest nadat ze zo onverstandig waren geweest glaasje te draaien. Dit werd immer met grote ernst gebracht. En zodoende dacht ik: misschien bestaan ze wel. Als er zoveel verhalen bekend zijn over mensen die die dingen zien, zal het toch wel niet verzonnen zijn? Toch? Net zoals loverboys en nudisten en schaamlipcorrecties. Die bestaan ook. Een wereld met geesten leek ineens de normaalste zaak ter wereld.
Maar met het verstrijken van de jaren en het te oud worden voor meidenbladen begon ik bijna te vergeten dat ik ooit in geesten had geloofd en inmiddels kon ik me haast niet meer voorstellen dat ik die Vet Heftige Verhalen ooit serieus nam, hoewel ik me af en toe nog wel afvroeg waar ze vandaan kwamen.
Tot ik een documentaire zag over een spookbar in Amerika. Honderd jaar geleden waren twee mensen op deze plek vermoord en de eigenaar van de bar was ervan overtuigd dat zij hier nog rondhingen. Hij hoorde regelmatig rare geluiden en meende zelfs een keer van de trap te zijn geduwd. Discovery Channel ging wel even onderzoeken hoe dat zat: met een koffer vol interessante apparaten onderzochten ze ieder hoekje en gaatje van het gebouw. Hun conclusie was dat de geluiden iets te maken hadden met tocht en balken (duh) en dat er sprake was van een vreemde luchtdruksituatie, waardoor er op sommige plaatsen te weinig zuurstof was en mensen bijna flauwvielen en dan het gevoel kregen dat ze werden geduwd.
Aha, dacht ik, vreemde natuurkundige omstandigheden, zo zat het dus ook bij al die mensen die hun verhalen aan de bladen vertelden (want ik ben dan ook wel weer zo dat ik weiger te geloven dat de verhalen totaaaal uit de duim gezogen waren). Paradoxaal genoeg werd ik direct weer bang een klein meisje met lang sluik haar en bloeddoorlopen ogen in mijn spiegel te zien. Mijn remedie: de Viva lezen. Lekker veel heftige verhalen, maar een wereld zonder geesten.