Sinds een paar weken werk ik fulltime en tijdens normale kantooruren. Dat vind ik in principe erg lekker – (niet) werken op dezelfde momenten als de rest van de wereld zorgt toch weer voor een bescheiden daling van het FOMO-gehalte in mijn bloed. Bovendien gedij ik vrij goed bij een vast ritme. Iedere dag om zeven uur opstaan maakt mij energiek en gelukkig (ja lach maar, stelletje bohémiens, zo ben ik nu eenmaal).
Als je voelt aankomen dat ik nu ga vertellen wat het nadeel van het office hours-leven is dan heb je gelijk, want er is zeker een nadeel en dat nadeel heet ‘spitsuren’. Ja, ook fietsers hebben daar last van, in Amsterdam wel tenminste. Fietsfiles zijn echt een ding – ik verzin dit niet. Het enige verschil tussen fietsfiles en autofiles is dat automobilisten nooit zomaar uit de file stappen om over de stoep verder te rijden. Dan zou hun rijbewijs afgepakt worden, denk ik.
In Amsterdam is veel te weinig fietspad voor veel te veel fietsers. Dat wist ik al langer dan vandaag, maar nu ik iedere werkdag met de massa meerijd, merk ik het pas écht. Wellicht helpt het feit dat ik me door het centrum (Waterlooplein, Nieuwmarkt, Centraal Station) beweeg ook mee met deze fijne bewustwording.
Omdat zondag voor mij en de meesten van jullie een rustdag is, heb ik besloten om te zorgen voor ontspanning door mijn frustratie om te zetten in woorden. Bij dezen, de lijst met mijn grootste ergernissen van fietsen door Amsterdam tijdens spitsuren:
- Met stip op 1: mensen die aan de linkerkant van het fietspad fietsen. Ik snap dat dus echt niet. Denk je dat je zo snel fietst dat niemand je in kan halen of zo? FOUT. Ik wil je inhalen. Er zitten al zo weinig minuten in een dag, en die kan ik echt niet verspillen door langer achter jou te fietsen dan strikt noodzakelijk is.
- Mensen die aan de verkeerde kant van de weg fietsen, voornamelijk in de Wibautstraat. Even voor het beeld: de Wibautstraat telt twee aparte fietspaden, de ene aan de ene kant van de autoweg, de ander aan de andere kant (goh). Oversteekplekken zijn schaars en de fietspaden zijn vrij breed, dus heel veel mensen fietsen maar gewoon aan de verkeerde kant als ze toevallig aan die kant moeten zijn. Ik weet nooit zo goed of dat eigenlijk niet gewoon mag (aangezien ZOVEEL mensen het doen) maar ik vind het bloedirritant en supergevaarlijk. Laatst fietsten we met een hele stoet werkpaarden aan de juiste kant van de weg toen er ineens uit het niets een tegenligger aankwam. Ik moest uitwijken, waardoor mijn tas in het stuur van een ander haakte en we bijna omvielen (gelukkig bleef het bij bijna). Echt mensen, rij gewoon aan de goede kant van de weg. Kan mij het schelen dat je twee minuten later bij de Albert Heijn bent.
- Mensen die hun hand niet uitsteken als ze voor je neus ineens naar links of naar rechts gaan, zodat je keihard afgesneden wordt. Heeft geen uitleg nodig, geloof ik.
- Voetgangers die heel erg demonstratief beledigd doen als je over het zebrapad fietst zonder hen voor te laten. Ik weet het: eigenlijk moet het wel. Maar soms fiets je vooraan een enorme Lion King-achtige kudde gnoes en dan is het supergevaarlijk om ineens stil te staan. Ik probeer zo veel mogelijk te stoppen voor zebrapaden, maar… dit is typisch iets dat je nou eenmaal per situatie in moet schatten. Ik wil geen ongeluk krijgen, weet je.
- Speaking of ongelukken: een van mijn grootste ergernissen in het dagelijks fietsverkeer is dat ik iedere dag weer in m’n eentje stilsta voor een rood stoplicht omdat ik bang ben om overreden te worden. Daar hebben andere mensen nooit last van, op een of andere manier. Hashtag eens het braafste meisje van de klas, altijd het braafste meisje van de klas.
- Mensen die met je willen vechten om iedere lullige verkeersovertreding die je maakt. Ik bedoel, hoe irritant ik de bovenstaande dingen ook vind, ik ga heus niet tegen je schreeuwen of zo, ik zucht hooguit eventjes dramatisch. We zijn allemaal deelnemers aan het verkeer, we maken allemaal fouten (ja, zelfs ik). Maar er zijn dus echt mensen die heel hard tegen anderen gaan schreeuwen. Schreeuwen, ja. “Kun je niet uit je doppen kijken, achterlijke eikel?” hoor ik dan, alleen maar omdat iemand een keertje geen voorrang gaf. Sorry hoor, maar dan neem je ‘op tijd op je werk komen’ echt veel te serieus.
- Lekke banden – en dan vooral die je krijgt op de verkeerde plaats en het verkeerde moment. Kijk, dat mijn band vrijdag lek ging, dat was vervelend. Dat het niet in de buurt van mijn huis was, was nog vervelender. Dat het op vrijdagavond was, maakte mijn verdriet al helemaal compleet. Inmiddels is-ie bij de fietsenmaker, maar ik kan hem pas maandagavond ophalen. En eerlijk is eerlijk: hoewel fietsen in Amsterdam tijdens spitsuur bloedirritant is, is met het openbaar vervoer in Amsterdam tijdens spitsuur altijd nog net wat erger…