Inmiddels woon ik alweer langer dan twee maanden niet meer in Amsterdam-Noord, maar in Amsterdam-Oost. En ik ben ZIELSGELUKKIG. Werkelijk mensen, als deze verhuizing me iets geleerd heeft, is het dat waar geluk niet uit jezelf komt. Waar geluk is waar je huis staat. Ik schaam me er een beetje voor om dit toe te geven, want toen ik in Noord woonde was ik ook best blij en ik voelde me er zelfs thuis, maar jongens, alles is beter nu ik niet meer dagelijks langs Centraal Station hoef en gewoon lekker ‘s nachts over straat kan banjeren.
Voordat ik in Amsterdam studeerde, had ik een visioen. Het was herfst (in mijn visioenen is het altijd herfst) en ik fietste na een productieve collegedag over de Blauwbrug naar het huis dat ik samen met drie andere meisjes zou delen (dat huis stond natuurlijk binnen de ring en die drie andere meisjes waren precies even oud als ik en we vormden een heilige vier-eenheid waarbij nooit iemand zich buitengesloten voelde).
Dit visioen bleek later helemaal geen visioen, want ik werd nooit gekozen bij hospiteeravonden, waardoor ik bij mijn ouders moest blijven wonen, waarna ik een jaar in een (hele mooie) schuur in Zwanenburg (say whut) zat, en vervolgens terechtkwam in een gigantische flat in Noord waar ik de keuken deelde met dertien anderen. Niet echt wat ik van mijn studententijd verwacht had, maar uiteindelijk had ik het 3,5 jaar (minus een half jaar Parijs tussendoor) toch leuk in Noord, en zoals ik al zei, ik voelde me er hartstikke thuis.
Tegenwoordig woon ik dus in het oosten van de stad. Mijn directe omgeving is niet fantastisch in de zin van mooi of gezellig, maar dat maakt niet uit, want ik ben in vijf minuten ergens waar dat het wel is. Voor het eerst sinds Parijs woon ik vlakbij dingen waar mensen willen zijn, kroegen en hippe restaurants en zo. Als ik ergens heen moet, kan ik door allemaal verschillende stukjes stad fietsen. Laatst ging ik naar een foodfestival en het was vlakbij mijn huis! Er is nog nooit eerder iets vlakbij mijn huis geweest! Ik heb eindelijk het gevoel alsof ik in de stad woon. Mijn Amsterdam-haat is nu ook als sneeuw voor de zon verdwenen: eigenlijk bleek ik Amsterdam helemaal niet écht vervelend te vinden. Ik voelde me gewoon buitengesloten en kon deze gevoelens niet uiten.
En het mooiste is? Ik kan vanaf het centrum zelfs over de Blauwbrug naar huis fietsen. Oké, ik moet er iets voor omrijden, maar voor dingen die zoveel joy sparken* mag dat best.
*Ik heb dus dat boek van Marie Kondo gelezen. Dat is maar goed ook, want hoewel ik nu een best grote kamer heb, heb ik besloten dat ik de rest van mijn leven alleen maar in het centrum van Amsterdam/Rotterdam moet wonen, en dan heb je over het algemeen niet zoveel ruimte.