Vanavond heb ik uren naar mijn beeldscherm gestaard, wachtend op bloginspiratie. Of beter gezegd: op de juiste bloginspiratie. Ik heb zat blogs over Boy George, Interview with the vampire of Zwarte Piet in mijn hoofd zitten, maar met de eerste twee heb ik jullie al genoeg lastig gevallen en met de laatste wil ik nog even wachten. Gelukkig is daar Dionne, die mij best wel een blogonderwerp wilde toespelen, als ik maar beloofde dat ik er dan ook écht over ging schrijven. Even twijfelde ik, uit angst voor onderwerpen als ‘de top vijf rotste eigenschappen van je top vier beste vrienden’, maar gelukkig kwam ze met twee top drie’s die mijn sociale leven niet zullen verwoesten: mijn favoriete en minst favoriete groenten. Bij dezen!
Top drie favoriete groenten
3. Tomaten aka ‘levenselixer’. Als ik zo’n ding in mijn mond stop, voel ik de vitamines door mijn lichaam strómen. Daarnaast zien ze er altijd leuk uit in salades.
2. Spinazie. Omdat de smaak en om de vitamines, maar de beste eigenschap van spinazie is toch wel de multifunctionaliteit waar geen andere slasoort tegenop kan. Hoewel ik groenvoer vreet als een malle, moet ik het laatste restje vaak weggooien omdat de zak te lang open is. Behalve bij spinazie, want als de kwaliteit daarvan tegen z’n einde loopt, gooi ik de rest gewoon in een pan. En dat krimpt dan zo dat je nooit teveel spinazie kunt hebben. Handig!
1. Paprika. Paprika is echt mijn allerfavorietste groente ooit. Niets is zo lekker knapperig en sapperig en heeft zo’n fijne textuur en of snijdt zo lekker als een paprika. That’s all.
Top drie minst favoriete groenten
3. Aubergine. Soms denk ik ineens: ah, ik ga pasta met aubergine maken, dat is weer eens wat anders! Die dikke paarse aubergine ziet er ook zo gezellig uit, dat kan gewoon niet misgaan. Hoop ik dan. Maar vervolgens smaakt het helemaal nergens naar.
2. Spruitjes. Ja sorry dat deze clichéviezegroente in het lijstje moet, maar ik heb het laatst nog gegeten en geloof me, dit cliché is zo terecht.
1. Bleekselderij. Ik kom het zelden tegen, maar soms stopt iemand het in een onschuldige salade en dan is het altijd huilen met de pet op, want dat ‘frisse’ smaakje bederft alles. Overigens koop ik hier in Parijs altijd een groentepakket voor om een stoofpot mee te maken (niet dat ik ooit echt een stoofpot maak), daar zit superveel in: wortel, bosui, gewone ui, knolraap, hartstikke fijne dingen en je kunt er minstens drie dagen van eten. Het was al me opgevallen dat er ook altijd één zielig groen stronkje bijzit. Ik vermoedde eerst dat het gewoon een mislukte bosui was en ik gooide hem altijd weg, totdat ik een keer dacht: nou, laat ik hem eens in de pan gooien, misschien smaakt hij nog niet zo slecht. Was het dus bleekselderij. Huilen met de pet op, ja.