Tag Archives: goede doelen

gastblog: het goede doel

Vorige keer schreef ik iets onaardigs over goededoelenwervers, maar echt – sommigen vragen erom. Lees de gastblog van Ellen maar.

Het was een saaie rotdag; het weer viel tegen en dus sleepte ik me voort door mijn huis want ik was ziek. Was de weersvoorspelling nou wel uitgekomen, dan had ik me tenminste nog door mijn tuin kunnen voortslepen. Weersvoorspellingen komen doorgaans altijd uit, alleen weet je nooit wanneer precies (ja de zon gaat schijnen, maar WANNEER, tja, dat weet je nooit en het gaat regenen, tja, maar WANNEER, nou die dag dus dat ik me thuis voortsleepte). Mijn enige dramatische lichtpuntje  moest de bezorging worden van een pakje. In dit pakje zou ik dan die ene modieuze outfit aantreffen,  die zou maken dat ik er in één klap fantastisch uit zou zien. Zelfs in geval van ziekte. En al helemaal bij slecht weer.  Na lang slepen is het goed rusten dus ik lag op de bank en hé wat hoorde ik daar?

Dring dring. Dat was mijn deurbel en ik sprong op want hèhè, daar kwam het dan eindelijk. Maar in plaats van de TNT-bezorger stond er een jonge man voor mijn deur. Je zou zeggen, op mijn leeftijd (bijna 50): count your blessings, maar nee, en het liefst had ik direct de deur weer dicht gegooid. Dat  deed ik dan ook weer niet, het had trouwens niet geholpen want volgens mij kon deze jongen sneller praten dan ik deuren dicht gooien. Hallo mevrouw, mag ik me even aan u voorstellen, mijn naam is Lionel en ……nee, zei ik, geen belangstelling. Nee? Hooglijk verbaasd. Nee, en ik ben ziek en ik wil dit niet. Nou mevrouw, maar deze mensen, die zijn nog veel zieker dan u!  Oh ja, oh ja, dacht ik (hier even goed opletten: ik DACHT het alleen maar hè, ik ZEI het dus niet) is dat zo? Ik was dan weliswaar op dat moment alleen geveld door een koutje, maar hadden zij soms ook al 17 jaar Parkinson, en twee verstandskiezen er uit? Nou?

Maar ik kon het niet meer zeggen, want hij liep al weg, een beetje mopperend. Na bijna 50 jaar EN twee verstandskiezen minder is het me dan toch gelukt: mijn blikken zijn nog net niet dodelijk, maar dat is slechts een kwestie van tijd en goed oefenen. Haha, ik werd er bijna blij van. Kreeg visioenen van bordjes op de deur: hier waak ik. Of: aanbellen op eigen risico. Moet ik wel even die TNT-meneer waarschuwen, anders krijg ik nooit meer mijn pakje.

Er volgde nog enige research want ik dacht: ik wil helemaal niet zo boos kijken. Is er misschien een “bel-niet-aan”-register. Of zo’n sticker op je deur,  zo van JA/NEE  of NEE/NEE : in geval JA/NEE wèl de lokale krantjes maar geen reclame in je brievenbus en in geval NEE/NEE – die kan je zelf bedenken. En verdraaid het bestaat nog ook! Ook hier met een variant JA/NEE. JA voor goede doelen en NEE voor de rest. Lionel met al zijn zieke mensen in zijn  kielzog zou dan nog steeds aanbellen.  En anders bestempelde hij ongetwijfeld zichzelf tot het goede doel.

Door Ellen

14 Comments

Filed under de ongemakken des levens, gastblog

goed doel, goed gevoel, stoel

Goededoelenwervers. Vroeger vond ik het ontzettend moeilijk om “nee” tegen die lui te zeggen. Niet dat ik ooit “ja” zei; ik bleef gewoon heel lang naar de grond kijken en “ik weet niet…” stamelen, om vervolgens, na heel lang moed te hebben verzameld, te zeggen dat ik me er tóch niet goed bij voelde.
Later begon ik ze steeds makkelijker af te wimpelen, zeker toen ik hoorde hoe weinig van het gedoneerde geld op de juiste plek terecht kwam. En als iemand mij toch met een slimme truc in gesprek lokte en me zo klem had dat ik even geen tegenargument meer wist, hoefde ik maar te denken: zou het goed voelen als ik nu een handtekening zet? Het antwoord was altijd “nee”. Dus zei ik nee.

Vandaag liep het echter anders. Vlak voor de bushalte vloog er een jongen op me af, die veel te vrolijk vroeg of ik hem ergens mee wilde helpen. Omdat hij geen klembord had (en omdat ik bang was onbeleefd te zijn) liet ik hem maar praten, voor het geval dat hij echt de weg wilde weten, of zo. Hij sprak zo luid en duidelijk dat ik het idee had ik in een tv-show met verborgen camera zat.

Hij vertelde over zijn organisatie, Hospitaalbroeders, die onder andere dorpen in Afrika leerde om waterputten te bouwen. Ik voelde ‘m al aankomen, dus ik deed een stap naar achteren en maakte wat rotopmerkingen (Jongen: “Ik was dus in Afrika…” Ik: “En toen werd je zeker ziek?”), maar de dingen die hij vertelde klonken best oké. Hij noemde het aantal dorpen waar ze geweest waren en vertelde over concrete toekomstplannen. Toen hij vroeg of ik wilde helpen, zei ik dat ik het niet zo vertrouwde. Daarop vertelde hij over hoe weinig personeel er in dienst was en dat ze geld bespaarden door niet te adverteren, en ratelde weer verder over het goede werk dat ze deden en hoeveel veranderingen ze teweeg hadden gebracht. Hij gooide er flink nog wat retorische trucs doorheen toen hij benadrukte  over hoe belangrijk het werk was (“Ik zie aan jouw gezicht dat jij dit ook vindt”) en over hoe belangrijk het was dat het werk werd voortgezet.

En het erge was? Ik geloofde hem. Voor de eerste keer in mijn leven voelde het beter om “ja” te zeggen dan om “nee” te zeggen.
Dus gaf ik mijn rekeningnummer.
(Hij zei: “Je moet ook echt op onze website kijken!” Ik antwoordde dat ik wel naar de website van Radar ging)

En nu behoor ik voor altijd tot die mensen die is gevallen voor de praatjes van een goededoelenwerver. Maar het voelt eigenlijk best goed.

27 Comments

Filed under dit past echt nergens in