Voor mijn studie ben ik bezig met het onderzoeken van een roman van Octavia Butler. Hierin heeft de mensheid zich door een nucleaire oorlog bijna helemaal uitgeroeid. De weinige overlevers worden gered door aliens, die tevens de aarde restaureren zodat hun genetisch gemodificeerde nazaten daar in vrede kunnen leven.
Dit klinkt misschien grappig, maar ondertussen zijn we met z’n allen de wereld wel aardig aan het SLOPEN. Ik zou eigenlijk beter tips kunnen geven om het einde der tijden te overleven, maar waarschijnlijk ben ik de eerste die eraan gaat want ik heb niet zo’n verstand van dit soort zaken. Daarom besloot ik in plaats daarvan maar wat dingen op een rijtje te zetten die ik doe om de verwoesting van de aarde enigszins af te remmen. Als je hier echt meer over wilt leren kun je beter Mille Pagine of een andere blog over groen doen lezen: mijn tips zijn best wel basic en zeker niet echt schokkend. Desondanks geloof ik erin dat we op de wereld zijn om elkaar te inspireren en kettingreacties te veroorzaken. Dus, bij dezen mijn dagelijkse bijdragen om de wereld te redden:
1) Plastic weigeren
Het niet gebruiken van plastic zakjes in de supermarkt is één van de makkelijkste dingen die je kunt doen om iets milieuvriendelijker te leven. Mijn appels en citroenen gooi ik altijd in deze herbruikbare take5nets. Scheelt misschien wel tweehonderd plastic zakjes per jaar! Toen ik de netjes net had, vond ik ze trouwens enigszins onhandig en was ik bang dat mensen zouden denken dat ik fruit wilde jatten. Inmiddels ben ik daar wel overheen gegroeid. De caissières bij de Jumbo hoor ik er nooit over.
Verder zie ik veel mensen zakjes doen om producten waarbij dit niet nodig is, bijvoorbeeld om één enkele peer, een tros bananen of rode peper. Het is net zo makkelijk om daar gewoon een sticker op te plakken.
En dan heb je altijd nog die welbekende plastic tasjes die je in winkels altijd ongevraagd meekrijgt. Ik weiger ze meestal, maar om eerlijk te zijn ben ik ook vaak te sloom en on-assertief om dit tegen te houden. Omdat ik ze daarna niet zomaar weg wil gooien, bewaar ik ze voor een moment waarop ik ze nodig zal hebben. Met als gevolg dat ik nu een tas met 249 plastic tasjes erin heb. Maar wie het laatst lacht, lacht het best.
2) Over de datum-eten eten
Het meeste voedsel gaat veel langer mee dan de houdbaarheidsdatum beweert. Nu wil ik niemand aanmoedigen om bedorven vlees te eten, maar bij veel soorten voedsel kun je beter op je zintuigen afgaan dan op de datum op de verpakking. Vooral sauzen en andere dingen in potjes kun je vet lang bewaren, ook als ze eenmaal geopend zijn geopend. Nederlandse producten zitten toch vol E-nummers en andere shit die ervoor zorgen dat ze tot in het einde der tijden te consumeren zijn.
3) Superkritisch zijn bij het kopen van spullen
Ik probeer zo min mogelijk materiële dingen, oftewel ‘spullen’, aan te schaffen. Spullen moeten worden geproduceerd – dat betekent dat er energie en grondstoffen voor moeten worden gebruikt. Ze moeten worden vervoerd en geleverd, wat olie en verpakkingsmateriaal (plastic!) betekent. Met een beetje pech zijn ze bovendien gemaakt door iemand die zichzelf voor een hongerloontje uit de naad werkt. En het ergste? Ik moet het nog bewaren ook.
Nu komt het misschien doordat ik niet zoveel plek heb, misschien heeft het te maken met het boek over opruimen dat ik ooit las, maar ik haat het om dingen te hebben die ik niet leuk vind of niet nodig heb. Overbodige spullen kosten ruimte en energie, want als je ze ziet moet je er weer aan denken en dat is vermoeiend. Het is mijn droom om ooit over alleen maar dingen te beschikken die ik geweldig vind: het liefst allemaal fair trade en tweedehands. Omdat ik bijna nooit die geweldige dingen zie, koop ik maar gewoon heel weinig.
Dit gaat natuurlijk niet vlekkeloos – bij boeken denk ik al snel ‘ach, laat ik de industrie steunen’ en nooit meer de H&M ingaan lijkt ook een onmogelijk streven, maar ik doe mijn best. Als je het moeilijk vindt om niet alles te kopen wat los en vast zit, zul je dat kritische oog moeten trainen; dus bij alles wat je wilt kopen, nadenken over of je het wel écht mooi vindt, of het wel van goede kwaliteit is, of het wel ergens bij past etc. Als je hard genoeg oefent, is iets stoms kopen niet langer iets leuks, maar gewoon wat het echt is: iets stoms.