Nu ik op zoek ben naar een tijdelijke woonruimte in Parijs, krijg ik allerlei flashbacks van mijn zoektocht naar een kamer in Amsterdam. Voordat ik begon aan mijn studie heb ik vijf keer gehospiteerd en elke keer was om zijn eigen redenen een ramp. Lees & gruwel.
1. De eerste kamer die ik bezocht was niet, zoals beloofd, 9 vierkante meter, het bleken twee kamers: een van 6 en eentje van 3 vierkante meter. Een grote en een kleine inloopkast dus. Potentiële huisgenoot 1 was best aardig. P.H. 2 kon niet ophouden met zeiken over zijn carrière als professional gamer. P.H. 3 was pissig dat ik was gekomen, nu ‘kon hij zich niet concentreren’. In bakken aangekoekte cornflakes zaten ook uitgedrukte peuken. Saillant detail: ik was de enige van de genodigden die op was komen dagen. “Wij contacteren jou wel, of jij contacteert ons,” zei P.H. 1 ongemakkelijk bij het afscheid. “Zal ik doen,” loog ik.
2. Nog diezelfde avond ging ik kijken naar een andere kamer. Het huis was best aardig, de bewoonsters ook, de andere tien geïnteresseerden ook. Jammer dat de betreffende kamer zich afgesloten van de rest van het huis bevond, maar goed, dat was te overkomen: groter nadeel was dat ik één van die meisjes al bleek te kennen. We vonden elkaar best aardig hoor, maar… ook niet echt. Dat werd dus een avondje tijd uitzitten.
3. “Neem iets te drinken mee (voor jezelf), stond in de advertentie van kamer 3. Prima. De hospiteeravond was net een tof feestje. Jammer dat er nog dertig anderen uitgenodigd waren en ik zo’n beetje als eerste weg moest omdat ik de volgende dag weer moest werken in Rotterdam. Oh, en dat ze me terloops vertelden dat vegetariërs per definitie geen kans maakten.
4. De volgende kamer die ik bezocht, bevond zich in de meest troosteloze flat van de Bijlmer en werd bewoond door een soort emoprinses en een heel suffig stil meisje. Was best oké. Maar naar huis gaan was eng. Nou ja, ze kozen uiteindelijk toch voor een ander.
5. Huis 5 was het laatste huis dat ik bezocht. De bewoonsters, een stel lelijke heksen zonder hobby’s, moesten lachen om zo’n beetje alles wat ik vertelde. Na een kwartier elimineerden ze de helft van hun potentiële huisgenoten vanwege tijdgebrek. Ik mocht ook gaan, samen met de grootste sjonnie die ik ooit had ontmoet, een jongen die geen Nederlands sprak en een meisje dat wel Nederlands sprak maar gewoon geen woord zei.
Thuis kreeg ik koffie en taart van mijn favoriete huisgenoten: mijn ouders. Ik besloot nooit meer te hospiteren. Anderhalf jaar later is mij een huis toebedeeld gekregen, mijn huisgenoten hebben mij noch elkaar gekozen. En tóch zijn we allemaal superleuk.