Dat was het dan. Tien jaar Harry Potter, misschien wel langer. Een decennium.
Het waren niet alleen de boeken en de films, er was zo veel meer. De Harry Potter-driedaagse op de kinderboerderij. Chocokikkers, smekkies in alle smaken. Heel veel Harry Potter-lego. Het computerspel, het bordspel. De knuffeluil. Harry Potter-stickers, schriften, kaarten, speciale tekenblokken die natuurlijk vol kwamen te staan met scènes uit de boeken. Harry Potter-feestjes. De Heks & Haard van HPO. Radio MOS, dat ik samen met een vriendin op cassettebandjes opnam. Al die keren dat we met onze skateboards van het bruggetje afreden en deden alsof we in het zwerkbalteam van Ravenklauw zaten.
En ja, eigenlijk was dat al lang over, maar toch.
Het laatste boek verscheen vier jaar geleden. Nadat ik het uit had bekeek ik dagen achter elkaar tranentrekkende Youtube-compilaties vol met van Deviantart geplukte tekeningen, opgedragen aan de gestorvenen uit Harry Potter. Zo leek het net alsof ik er nog middenin zat. Ik onderdruk de neiging om het weer te doen – je komt er niet mee verder. Maar wat moet je wel doen als het boek uit is? Fanfiction lezen waarin het beter afloopt met Sneep? (Want ja, ik zit vooral zo met die Sneep ik m’n maag. Had je iets anders verwacht.) Natuurlijk heb je nu Pottermore.com, maar dat is evenals de Youtubefilmpjes slechts uitstel van het einde.
Op dit soort momenten heb ik een hekel aan fictie. Er wordt een wereld geschapen, zo uitgebreid en levensecht, maar dan houdt deze wereld op. Kennelijk heeft dit heelal toch een plafond. Binnenin gebeurt zoveel, maar ‘veel’ is nog steeds beperkt.
Dus ja, wat nu. Ik weet het niet. Ik ben dankbaar dat ik erbij mocht zijn, dat ik mocht wachten op het volgende deel en erover kon speculeren op Harry Potter-fora. Dat ik jong genoeg was om op een brief van Zweinstein te kunnen hopen. Het was fantastisch.
De boeken liggen klaar om opnieuw gelezen te worden, maar ik wil het niet. Fictie kan niet dood, maar leven zoals het de afgelopen tien jaar heeft gedaan, zal het ook niet meer.