Tag Archives: jesus take the wheel

het bestaan in een paar vraagstukken

Mijn leven kent vele onzekerheden. Zoals: ben ik een ochtend- of avondmens? (Volgens mij geen van beide.) Of: ben ik intro- of extravert? (Volgens mij geen van beide.) Of: functioneer ik beter onder druk, of juist beter zonder druk? (Vooropgesteld dat ik in het dagelijks leven toch wel redelijk functioneer, mag ik hier dus niet ‘geen van beide’ invullen hè. Dus eh… ik functioneer altijd? Nou ja ligt eraan wat voor situatie het is? Of zo???)

Dit soort rare tweedelingen bezorgen mij allerlei existentialistische kriebels. (De oplettende bloglezer al merken dat ik overal existentialistische kriebels van krijg.) Als ik me nu ergens mee identificeer, moet ik me dan daar voor altijd mee identificeren? Rekenen jullie me er dan voor altijd op af?

Maar goed, misschien stel ik me nu een beetje aan. Niemand heeft mij ooit serieus gevraagd of ik een ochtend- of avondmens ben. Of of ik mijzelf meer als een into- of extravert persoon beschouw. En toch heb ik het gevoel dat ik altijd een antwoord op dit soort vragen paraat moet hebben, gewoon, omdat een mens dit over zichzelf hoort te weten. Is dat raar??? (Graag ja of nee invullen.)

Met andere woorden, wat ik wél over mezelf kan concluderen:

– Ik gebruik veel haakjes. En vraagtekens.
– Mijn existentialistische snaar is snel geraakt.
– Ik voel me regelmatig verplicht tot het beantwoorden van vragen die mij niet worden gesteld.
– Ik moet stoppen met het lezen van Pyschologie Magazine want daar kan ik niet zo goed tegen.

Heerlijk hè, die duidelijkheid.

39 Comments

Filed under de ongemakken des levens

feministisch vragenuurtje

Bloggers en hun lezers zijn lichtelijk conservatieve figuren. Durft iemand het f-woord in de mond te nemen, regent het direct reacties als “Ja maar mannen moeten hoffelijk zijn anders is mijn leven niet meer leuheuk” en “Vrouwen zijn hypocriet want ze willen serieus genomen worden maar vervolgens willen ze wel dat ik alles betaal.” Hoewel ik had verwacht dat deze dingen geen issue meer waren, is het natuurlijk hartstikke vervelend is dat er nog steeds onduidelijkheid bestaat over wat de politiek correcte m/v-omgangsregels van vandaag de dag zijn. Daarom, speciaal voor jullie:

“Mag ik een jongen mijn drankjes laten betalen???”
Als je iemand niet kent moet je gewoon voor je eigen shit dokken, als je diegene wel kent mag je ‘m best een keer laten afrekenen. Als je het maar onthoudt en volgende keer eens je portemonnee trekt. (En trakteer je vrouwelijke vriendinnen ook eens, gierig kreng)

“Mogen jongens dan nog wel de deur voor me open houden???”
Het zou schandalig zijn als ze dat niet deden. Of als jij de deur voor hun neus dicht laat vallen. Gewoon, wie als eerste bij de deur is, houdt hem open. En lacht er vriendelijk bij. Al moeten we niet overdrijven, als het toevallig zo uitkomt mag je best wel als eerste door het deurgat lopen, maar geef ‘m daarna dan nog even een duw. Is niet moeilijk en/of zwaar.
(En wie goed doet, wie goed ontmoet, want ooit hield ik megagalant de deur open voor iemand die er echt nog tien meter lopen van verwijderd was. Die iemand bleek van dichtbij dus echt de knapste jongen OOIT te zijn. Later kwam ik erachter dat hij homo was, maar goed, dat was hij al, dat is hij niet geworden doordat ik de deur voor hem openhield.)

“En wat nou als ik gewoon fulltime moeder wil worden???”
Ten eerste: alle moeders zijn fulltime moeder.
En we leven in een vrij land.

“Is het eerlijk dat meisjes make-up ‘moeten’ dragen en jongens niet???”
NEE. Maar omdat ik niet zonder make-up kan, heb ik het volgende voorstel: alle jongens gaan vanaf vandaag ook aan de make-up. Zijn we tenminste allemaal een slaaf van het decorum.

makeup
Ik hoop u hiermee van dienst te zijn. Mochten er desondanks toch nog vragen of verwarde gevoelens omtrent dit onderwerp bestaan, spui het hier.

 

15 Comments

Filed under tips en tricks

digitale ruimte is ook ruimte

Ik ben best goed in opruimen. Echt. Geef me een vuilniszak en ik stop er al mijn oude kleren, boeken en cd’s in. Het doet pijn, maar ik doe het wel. (Mijn ouders zullen nu denken: maar Lisa, je hebt zoveel spullen! Dat komt omdat ik nu eenmaal heel veel nodig heb, oké.)

Ik was niet altijd zo. Net als ieder ander kind was ik vreselijk bewaarziek. Hier kwam verandering in toen ik ouder werd, maar toen ik ooit het boek Opgeruimd! van Brooks Palmer kocht, ging het al helemaal mis. Ja, lach maar – ik heb die 223 pagina’s over opruimen verslónden. Hoewel ietwat dramatisch, ietwat Amerikaans, ietwat dubbelop, legde Brooks haarfijn uit waarom spullen (zeker die in dozen) niet belangrijk zijn en je alles net zo goed weg kunt flikkeren, samen met je ego, valse sentimenten en de herinneringen die eraan vastzitten. Want je leeft in het hier en het nu.

Nu mislukt dat ‘leven in het hier en nu’ bij mij op alle fronten, maar sinds ik die boek heb gelezen, heb ik toch het gevoel dat die Brooks continu bij me is. Bij iedere potentiële aanschaf denk ik: maar dat neemt ruimte in… dat ligt in de weg
(Soms nam het wel overdreven vormen aan, zodat dat ik heel lang geen citroenpers wilde kopen en ik dus dagelijks een citroenen met mijn handen uitkneep – maar uiteindelijk won de kramp in mijn handen en ben ik overstag gegaan)

Maar die Brooks hè, die trekt het wel heel ver door. Hij maakt geen foto’s, want dat leidt dus af van het hier en nu. En hij vindt dat je de inbox van je mail leeg moet maken. Je inbox leegmaken. Want digitale ruimte is ook ruimte, meent hij. Al die nutteloze e-mails vervuilen je account, belasten je, hun bestaan leidt af.
Vóór het lezen van dit boek had ik hier geen last van. Nu lijkt me niets lekkerder dan een lege inbox. Stel je voor, alles weg! Hoewel dit nergens op slaat, want de meeste e-mails hebben net zo min een persoonlijke inhoud als de newsfeed van een willekeurige website, maar ineens voel ik ‘m toch. En dat is irritant, zeker omdat mijn inbox zelf altijd zegt dat er nog wel tien keer zoveel bij kan. Je wordt bedankt, Brooks, met je hersenspoelingen. Ik ben nu zo gefrustreerd dat ik bijna alle boeken die ik regelmatig herlees in een vuilnisbak wil dumpen. Hè, dat is een goed idee. Veel beter dan het leeggooien van een non-ruimte.

12 Comments

Filed under boeken, de ongemakken des levens

een cultuurshock van hier tot tokio, nee grapje

Zes dagen, drie steden en vijf colleges later vraagt iedereen me: “En? Ben je al gewend aan Nederland? Het is wel een cultuurshock, zeker?”
Mijn antwoord: ja, ik ben wel een beetje gewend maar nee, toch niet helemaal, en ja, het is een enorme cultuurshock hoor. In vele, vele opzichten:

– Ik denk de hele tijd de Eiffeltoren of Tour Montparnasse te zien. Serieus. Het eerste vooral in elektriciteitsmasten, het tweede in ieder gebouw dat boven een andere uittorent.
– Ook denk ik steeds maar dat iedereen een zwerver is. Vooral als mensen ergens stilstaan. Het is ZO raar dat ik als ik hier langs het Leger des Heils loop, ik minder zwervers zie dan als ik in Parijs naar de supermarkt ging.
– Ik kan goededoelenwervers niet meer stil krijgen met een simpel “Je ne suis pas Français”.
– Ik kan iedereen verstaan. Nu kon ik ook wel Franse gesprekken afluisteren, maar het vergde toch wel wat moeite. Dat was vooral fijn als ik wilde studeren. Er gaat nu wel wat van mijn productiviteit verloren door TMI-gesprekken van eerstejaars in de Oudemanhuispoort.
– Het is gezellig in mijn flat! Dat het gezellig kán zijn in een flat!
– De supermarkt verkoopt voorgesneden zakjes groente. (Heftig, heel heftig.)
– Het begrijpen van de collegestof kost heel wat minder moeite. Nog belangrijker: ik begrijp nu wat er van me verwacht wordt. Nooit verwacht dat zoiets zó relaxt zou zijn.
– Niemand wil Frans met me praten (oké, dit is een leugen, ik heb het nog niet gevraagd).

Met andere woorden: terug in Nederland zijn is zwaar, heel zwaar. Maar ik red me wel. Geloof ik.

24 Comments

Filed under studie in buitenland

goed doel, goed gevoel, stoel

Goededoelenwervers. Vroeger vond ik het ontzettend moeilijk om “nee” tegen die lui te zeggen. Niet dat ik ooit “ja” zei; ik bleef gewoon heel lang naar de grond kijken en “ik weet niet…” stamelen, om vervolgens, na heel lang moed te hebben verzameld, te zeggen dat ik me er tóch niet goed bij voelde.
Later begon ik ze steeds makkelijker af te wimpelen, zeker toen ik hoorde hoe weinig van het gedoneerde geld op de juiste plek terecht kwam. En als iemand mij toch met een slimme truc in gesprek lokte en me zo klem had dat ik even geen tegenargument meer wist, hoefde ik maar te denken: zou het goed voelen als ik nu een handtekening zet? Het antwoord was altijd “nee”. Dus zei ik nee.

Vandaag liep het echter anders. Vlak voor de bushalte vloog er een jongen op me af, die veel te vrolijk vroeg of ik hem ergens mee wilde helpen. Omdat hij geen klembord had (en omdat ik bang was onbeleefd te zijn) liet ik hem maar praten, voor het geval dat hij echt de weg wilde weten, of zo. Hij sprak zo luid en duidelijk dat ik het idee had ik in een tv-show met verborgen camera zat.

Hij vertelde over zijn organisatie, Hospitaalbroeders, die onder andere dorpen in Afrika leerde om waterputten te bouwen. Ik voelde ‘m al aankomen, dus ik deed een stap naar achteren en maakte wat rotopmerkingen (Jongen: “Ik was dus in Afrika…” Ik: “En toen werd je zeker ziek?”), maar de dingen die hij vertelde klonken best oké. Hij noemde het aantal dorpen waar ze geweest waren en vertelde over concrete toekomstplannen. Toen hij vroeg of ik wilde helpen, zei ik dat ik het niet zo vertrouwde. Daarop vertelde hij over hoe weinig personeel er in dienst was en dat ze geld bespaarden door niet te adverteren, en ratelde weer verder over het goede werk dat ze deden en hoeveel veranderingen ze teweeg hadden gebracht. Hij gooide er flink nog wat retorische trucs doorheen toen hij benadrukte  over hoe belangrijk het werk was (“Ik zie aan jouw gezicht dat jij dit ook vindt”) en over hoe belangrijk het was dat het werk werd voortgezet.

En het erge was? Ik geloofde hem. Voor de eerste keer in mijn leven voelde het beter om “ja” te zeggen dan om “nee” te zeggen.
Dus gaf ik mijn rekeningnummer.
(Hij zei: “Je moet ook echt op onze website kijken!” Ik antwoordde dat ik wel naar de website van Radar ging)

En nu behoor ik voor altijd tot die mensen die is gevallen voor de praatjes van een goededoelenwerver. Maar het voelt eigenlijk best goed.

27 Comments

Filed under dit past echt nergens in