Mijn leven kent vele onzekerheden. Zoals: ben ik een ochtend- of avondmens? (Volgens mij geen van beide.) Of: ben ik intro- of extravert? (Volgens mij geen van beide.) Of: functioneer ik beter onder druk, of juist beter zonder druk? (Vooropgesteld dat ik in het dagelijks leven toch wel redelijk functioneer, mag ik hier dus niet ‘geen van beide’ invullen hè. Dus eh… ik functioneer altijd? Nou ja ligt eraan wat voor situatie het is? Of zo???)
Dit soort rare tweedelingen bezorgen mij allerlei existentialistische kriebels. (De oplettende bloglezer al merken dat ik overal existentialistische kriebels van krijg.) Als ik me nu ergens mee identificeer, moet ik me dan daar voor altijd mee identificeren? Rekenen jullie me er dan voor altijd op af?
Maar goed, misschien stel ik me nu een beetje aan. Niemand heeft mij ooit serieus gevraagd of ik een ochtend- of avondmens ben. Of of ik mijzelf meer als een into- of extravert persoon beschouw. En toch heb ik het gevoel dat ik altijd een antwoord op dit soort vragen paraat moet hebben, gewoon, omdat een mens dit over zichzelf hoort te weten. Is dat raar??? (Graag ja of nee invullen.)
Met andere woorden, wat ik wél over mezelf kan concluderen:
– Ik gebruik veel haakjes. En vraagtekens.
– Mijn existentialistische snaar is snel geraakt.
– Ik voel me regelmatig verplicht tot het beantwoorden van vragen die mij niet worden gesteld.
– Ik moet stoppen met het lezen van Pyschologie Magazine want daar kan ik niet zo goed tegen.
Heerlijk hè, die duidelijkheid.