Eén van mijn vele traumatische jeugdherinneringen is dat ik vroeger altijd veel jonger werd geschat dan dat ik was. Dat vond ik altijd ontzettend beledigend, al was het maar door dat toontje waarop ze het zeiden: “Jij bent ook klein voor je leeftijd!”
Klein voor je leeftijd. Het voelde lang als een synoniem voor “Je bent niet cool genoeg”, huilen, huilen, huilen. Dit ging door tot het einde van mijn tienertijd. Pas nu ik 22 ben, en meestal wel zo oud word geschat als ik ben (hoewel ik eigenlijk nog maar net 22 ben en nog niemand mijn leeftijd heeft proberen te raden sinds mijn laatste verjaardag), vind ik het niet meer zo erg om voor jonger te worden aangezien. Ik bedoel, ik heb huisgenoten die 18 zijn. Dat is jonger dan mijn broertje. En die mogen ook al een creditcard aanvragen en alcohol kopen en zo. Dus waarom zou ik boos worden?
Nu kijk ik vol angst/interesse uit naar het moment wanneer ik ouder word geschat dan dat ik ben en dat me net zo zou beledigen als vroeger toen ik voor jonkie werd aangezien. Hoewel ik inmiddels ook wel zie dat ik de ideeën van anderen niet serieus hoef te nemen: toen ik op een paar dagen af zeventien was, kwam de moeder van een vriendinnetje van m’n zeven jaar jongere zusje haar dochter bij ons ophalen. Ze bleef een beetje kletsen met mijn moeder, mijn zusje (destijds negen) en mijn broertje (destijds veertien). Toen wendde ze zich tot mij.
“Hoe oud ben jij ook alweer?” vroeg ze. “Elf, bijna twaalf toch?”
Ik was furieus, dat begrijp je – ben je eindelijk bijna van die verdomde middelbare school af, word je als basisscholiere aangezien.
Al denk ik dat ik het over twintig jaar wel leuk zou vinden als ze me maar twee jaar ouder dan mijn kleine zusje schatten.