Tag Archives: kijk eens wat ik heb bereikt

mijn wanhoopsdaad

Onlangs heb ik een wanhoopsdaad begaan. Het was de schuld van mijn zusje.

Ik stond voor haar spiegel, een beetje mijn haar te kammen. De onderkant was zo droog dat het wel poppenhaar leek. Ik probeerde het weg te stoppen in een knot, maar met een knot zag ik er ook stom uit.
“Oh mijn god,” zei mijn zusje, “Je haar is echt droog. Ik heb wel iets dat je erin kunt smeren.”
“Nee,” zei ik boos, want ik word niet graag geconfronteerd met mijn tekortkomingen. “Ik doe het wel in een knot.”
Maar aangezien dat er ook niet uitzag gaf ik mijn zusje toestemming om het spul in mijn haar te smeren. Het hielp voor geen meter. “Oh mijn god,” zei ze. Het was wel duidelijk dat hier niets meer te redden viel.

En ik had dus geen zin om de kapper te bezoeken. Want ik wist al precies hoe het zou gaan:
“Oh, wat is jouw haar droog zeg, oo em djie, smeer je er wel eens een masker in? Oh ja sorry ik knip zo veel af want het is zo dood, dit masker is heel goed, je moet het wel echt doen, en je moet wel echt iets duurs gebruiken, niet die rommel van de Kruidvat, je haar is zoooo droog oo em djie!”
Zoals ik al zei: ik word niet graag geconfronteerd met mijn tekortkomingen. En ik smeer echt wel haarmaskers in mijn haar. Maar ik kan ook niet helpen dat mijn haar heel dun is maar dat ik er wel heel veel van heb, dat het droog is maar ook heel vet en daarom altijd binnen een minuut na het kammen weer in de klit zit, waardoor ik het weer kapotkam en de boel totaal verkloot. Ik. Kan. Het. Niet. Helpen. Als ik mooi haar zou willen hebben, zou ik een dagtaak hebben aan de verzorging hiervan. Maar ik heb nog een leven naast mijn haar.

Daar hebben kappers alleen geen boodschap aan, die blijven maar doorkakelen over hoe erg in mijn haar heb verwaarloosd. En ik had echt geen zin om daar naar te luisteren. Dus toen besloot ik te doen wat personages in films normaliter alleen doen als ze op het punt van doordraaien staan: mijn eigen haar knippen.
Het was op een vrijdagavond, ik had uit tijdgebrek mijn haar al drie dagen niet gewassen (maar normaal verzorg ik het echt, écht) en ik had net Flikken Maastricht gekeken. Mooi moment om de schaar erin te zetten. Dus dat deed ik. Eerste zo’n acht centimeter eraf, want ja, het was écht droog. Een blik in de spiegel. Oeps. Dit was wel erg veel. Gelukkig was dit het voorste stuk, zodat ik kon doen alsof dit een uitgegroeide pony was. Dan maar een stukje dood haar overhouden, als het maar minder aanwezig was. Dus het volgende stukje moest iets minder kort.

En zo knipte ik mijn haar rond. Het ging best goed. Terwijl ik lekker bezig was, bedacht ik dat ik dit eigenlijk had moeten filmen, zodat ik eindelijk een YouTube-goeroe kon worden. Hoe Knip Ik Mijn Eigen Haar Voor Beginners Met Stom Haar En Twee Linkerhanden.

Helaas, nu blijft het bij een verslag. Maar de tips zullen nog komen, daar kunnen jullie op rekenen. Dan zal ik ook wel een foto plaatsen om te bewijzen dat het écht goed gelukt is (als in: dat het niet per se mislukt is) en ik er niet bijloop met een rattenkopje dat erop wijst dat ik ieder moment iemand kan gaan aanvallen met de kappersschaar. Mijn wanhoopsdaad is echt een succesverhaal. Echt!

Kappersschaar eigen haar knippen

Jullie hebben niets te vrezen

20 Comments

Filed under de ongemakken des levens

bevindingen na één week stagelopen

Zo. Mijn eerste week stage zit er weer op. Na maandenlang een zeer onregelmatig leven te hebben geleid (ik had bijna geen college en geen vaste werkdagen of -tijden), moest ik nu In Het Gareel. Iets waar ik met hart en ziel naar uitkeek, want iedere avond weer moeten nadenken over hoe laat je de wekker de volgende ochtend moet zetten, is uiteindelijk ook maar vermoeiend.

Eerst ter info: ik loop nu vier maanden stage als tekstschrijver bij de online marketing bureau. Het bedrijf en het werk zijn mij deze week goed bevallen, maar daar ga ik het nu niet over hebben. Niet alleen omdat ik dit al vaak genoeg heb verteld aan mensen die het echt iets boeien, maar ook vanwege mijn strikte no work policy op deze blog. Ik weet namelijk nooit precies wat ik nou allemaal online ‘mag’ gooien, dus om mezelf gedoe te besparen plaats ik maar lekker (bijna) helemaal niets.

Goed. Genoeg uitgelegd. Op naar de triviale zaken, want daarvoor zijn we hier. Hierbij mijn bevindingen na één week stagelopen:

  • First things first: ik word moddervet. Als ik thuis achter de pc zit voor mijn studie, doe ik tussendoor continu andere dingen. Blogs lezen. Twitter. De was. Maar op kantoor gaat dat een beetje moeilijk. Daarom heb ik mijn normale verzetjes ongemerkt vervangen door eet-verzetjes, want doorwerken en voedsel naar binnen proppen gaat als doorwerken en ademen. Supersoepel dus. Daarbij: ooit liep ik drie keer per week hard, maar nu zou ik niet weten hoe. ‘s Ochtends lukt niet, dan zou ik om vijf uur op moeten. En na een werkdag nog gaan sporten? Hoor je me al lachen?
  • Over blogs lezen gesproken: dat doe ik nog wel. Als ik op de bus wacht. Of in de trein zit. Maar uitgebreid, op een computer in plaats van op een telefoon en met comments achterlaten enzo, dat is nu even teveel gevraagd. (Fulltime werkende bloggers, hoe doen jullie dat toch?)
  • Ik word ontzettend saai. Mijn vriendinnen hebben elkaar deze week meerdere keren gezien terwijl ik al lang lag te slapen. Omdat ik tussen zes en half zeven op moet (ligt eraan of ik mijn haar moet wassen of niet), probeer ik om tien uur ‘s avonds mijn ogen dicht te doen. Veel te vroeg, maar heel erg nodig. (Het schijnt trouwens dat als je een vast ritme hebt, je afkunt met veel minder slaapuren. Dat zou goed kunnen, want ik heb al jaren geen behoorlijk ritme en ik ben altijd moe. Ik hoop zo dat dit werkt.)
  • Schrijven over bepaalde zaken roept verlangen naar deze zaken op. Ik heb deze week onder andere geschreven over vogels in je tuin krijgen. Ik wist hiervoor niet dat ik een tuin wilde, maar nu dus wel. Een tuin met delicate bloemen en vogelhuisjes. Misschien plaats ik een bak aarde in mijn kamer, want schoffelen werkt heel ontspannend (ook over geschreven, jajaja). Handig, na zo’n lange werkdag.

Dit waren dus de conclusies van week één. Ben benieuwd hoe de rest van deze vier maanden zullen verlopen. Ik zal het doorgeven als ik echt veertig kilo aankom en of als ik zo doodsaai word dat ik iedere avond spontaan voor tienen in slaap val – of juist als ik een manier heb gevonden om dit af te wenden.

 

Nooit meer een blogpost missen? Volg Vijf Koffie Graag op Facebook!

 

26 Comments

Filed under studie/werk

een semi-hoogtepunt (geen taart waard)

De afgelopen twee dagen zou ik niet beschrijven als bijzonder interessant. Ik had een deadline voor twee essays en die waren zo belangrijk dat ik even nergens anders aan mocht denken. Dat was ook wel eens lekker overzichtelijk. En niet stom, want het was voor het keuzevak ‘Seven Masterpieces’ – een vak dat neerkomt op ‘laat zeven docenten college geven over hun lievelingsboek laat de studenten daar dan vier essays over schrijven’. Ja, dat is net zo leuk als het klinkt.

De afgelopen twee dagen stortte ik me dus (geen paniek, was wel eerder begonnen maar nu werd het pas menens) op vrouwbeelden in Seven Gothic Tales van Isak Dinesen (aanrader) en het creëren van empathie in Sefarad van Antonio Muñoz Molina (aanrader). Tussendoor heb ik de was gedaan. En eh, op internet gezeten – maar niet zo veel, ik had een Missie. En eh, misschien heb ik nog twee afleveringen van Gossip Girl seizoen 1 gekeken. Ergens blijf ik voor altijd vijftien. De eerste keer sinds gisterochtend dat ik een levende ziel heb gezien, was toen ik zojuist de afwas naar de keuken bracht en me de tyfus schrok omdat ik niet had verwacht dat één van mijn buurmannen aan het koken zou zijn. Ja, inderdaad heel erg raar, mensen die zomaar koken in hun eigen keuken.

Maar er was toch wel iets semi-interessants aan deze twee dagen: het waren de laatste dagen die ik besteedde aan een vak voor mijn bachelor. De allerlaatste. Volgend semester ga ik stage lopen en dan krijg ik het papiertje. En dat betekent dat ik in principe nooit meer hoef te studeren. Nooit meer! Ik kan na mijn stage gewoon gaan werken zonder dat ik in problemen kom met een onafgemaakte opleiding. Ik kan op een ezel de wijde wereld intrekken, in een dorp in Drenthe gaan wonen of surfles geven in Australië. Oké, dit kan pas over een half jaar want ik wil per se eerst stage lopen, maar toch. Nooit meer studeren!

Nou ja, theoretisch gezien dan, want de banenmarkt opgaan terwijl je dit kunt uitstellen met een master is op dit moment misschien een beetje dom, ik heb niets met ezels of Drenthe en mijn surftalent moet ik nog ontdekken. Trouwens, dat zou ik niet eens willen. Doe mij nog maar een jaartje UvA (oké, tenzij iemand me per september een hele goede baan aanbiedt, dan wil ik het wel overwegen). Maar het kan allemaal! Ik voel me helemaal warm worden van binnen. Nee echt.

Niet dat ik genoeg tijd heb om me lekker mindful te concentreren op dat warm worden, want ik heb allemaal andere dingen te doen – zoals GELD VERDIENEN want met mijn studiefinanciering is het hoe dan ook bijna afgelopen. En kerstcadeautjes regelen. En mijn hersens pijnigen over welke master ik dan ga volgen. En allemaal andere Zeer Belangrijke dingen die ik nu weer kan doen omdat mijn overzichtelijke deadlines weg zijn. Tijd voor taart is er niet. Want ja, nooit meer een echt bachelorvak hoeven volgen is wel semi-interessant, maar ook weer niet echt heel erg. Bovendien heb ik al hele lekkere kerstkoekjes.

Leave a Comment

Filed under studie/werk

en toen brak mijn enige zwarte pen dus

Ooit was ik een ontzettend ongeorganiseerd meisje. Ik was zo’n type dat alles maar liet slingeren, dat om bij haar computer te kunnen eerst alle zooi van het toetsenbord op bed moest gooien, en als ze wilde slapen, alles weer van bed naar bureau moest verplaatsen. Als ik een belangrijk document nodig had, moest ik die in één van mijn vele verschillende dozen/laden/manden zoeken. Ik was standaard alles kwijt en mijn agenda kon ik net zo goed niet gebruiken, want ik deed niet eens de moeite om iets op te schrijven.

Daar is de afgelopen jaren geleidelijk verandering in gekomen, maar eerlijk is eerlijk: vaker dan dat alles spic en span was, was het gewoon nog steeds een teringzooi. Sinds een paar maanden gaat het echter ‘ineens’ een stuk beter, sterker nog: ik heb me nog nooit zo opgeruimd gevoeld als de laatste paar maanden. Op het obsessieve af bijna, want ik ruim alles op. Zelfs mijn bankkussens moeten recht liggen. Anders zie ik het zo. En daar kan ik nu niet meer tegen. Regelmatig sta ik versteld van deze plotselinge ontwikkeling en nog regelmatiger vraag ik me paniekerig af wanneer ik een terugval ga krijgen en, oh horror, mijn kamer weer zal veranderen in een onbegaanbare puinzooi.

Mijn allergrootste triomf: mijn smetteloze, goed bijgehouden agenda. Ik schrijf ALLES op (zelfs wanneer mijn bibliotheekboeken terug moeten) en als ik iets belangrijks moet doen, markeer ik het. En ik schrijf alleen met zwarte pen, omdat het mooier is. Ja, ik heb al sinds het begin van dit collegejaar alleen maar die kleur pen gebruikt. Nee, dat is dus nog nooit fout gegaan. Ik kan het zelf ook niet geloven. Vooral niet omdat ik maar één zwarte pen heb.
Of had. Want gisteren liet ik hem in een moment van onbedachtzaamheid op de bank slingeren, om er vervolgens op te gaan zitten. En toen hoorde ik dus ‘krak’. En wil hij niet meer terug in elkaar. Nou ja, de huls dan, het inktreservoir, je weet wel, dat lange dunne witte dingetje, daarmee kan ik nog wel schrijven. Niet erg netjes, maar toch. Ik weiger een blauwe pen te gebruiken – niet omdat ik mijn agenda niet wil verpesten, maar omdat ik mijn agenda niet wil verpesten, zeg maar. Ik ben als de dood om los te komen uit deze vicieuze cirkel van organisatie.

Morgen ga ik zes nieuwe zwarte pennen kopen. In elke tas twee, en een paar extra. Puur uit angst dat ik anders weer verander in iemand die ‘s avonds de spullen van haar bed moet halen om te kunnen slapen.

Leave a Comment

Filed under de ongemakken des levens

waarom ik maar niet frans werd

Afgelopen week dacht ik dat ik de Eiffeltoren zag. Ik zat in de trein naar Utrecht en ineens doemde hij op achter in een weiland, die driehonderd meter hoge stalen constructie die in Parijs hoorde te staan. Natuurlijk was het gewoon een elektriciteitsmast. Grappig dat ik ineens zo’n verward moment had; het overkwam me tot ongeveer een week na thuiskomst regelmatig, maar daarna al bijna drie maanden niet meer.

Ik moest ineens denken aan het talenklasje dat ik de eerste twee weken na mijn aankomst volgde. We moesten daar altijd van die verschrikkelijke gesprekjes voeren waarbij we zogenaamd iets in een restaurant moesten bestellen, van die oefeningen waar niemand iets aan had, vooral niet omdat een aanzienlijk aantal studenten uit onze groep bestond uit Italiaanse meisjes die weigerden hun mond open te doen omdat ze ‘niet durfden’. Ik denk dat het nooit meer goed zal komen tussen mij en dat volk. Eén van de dieptepunten van ons klasje was dat we een opdracht moesten maken over de werkwoorden in dit liedje:

Ik moest toen echt bijna huilen van het lachen. Niet omdat mijn Frans daar veel te geavanceerd voor was, want dat was het niet (de docent stelde moeilijke vragen hoor), maar gewoon, omdat het zo’n rotlied was. En omdat deze plaatjes ons moesten helpen:

dejeuner_matin_images

Ik hoop dat jullie nu begrijpen waarom ik nooit goed in Frankrijk ben ingeburgerd.

 

12 Comments

Filed under studie in buitenland