En ik wilde gaan ademhalen in Londen. Wat een grap. Vooral als je bedenkt dat ik al behoorlijk ziek was voordat ik ook maar een voet op de Britse bodem had gezet. Mijn XL-weekend Londen werd voornamelijk gekenmerkt door de vraag of ik me nou medium of zwaar klote voelde. Dat Nora, de vriendin die ik bezocht, een arts to be is, maakte voor mijn situatie niets uit, aangezien griepverschijnselen stom zijn en je alleen maar kunt wachten tot je er doorheen bent.
Even leek ik nog gered te worden door Lemsip, een Engels poederdrankje met paracetamol dat het gehele huishouden waar ik logeerde keer op keer zou verlossen van dramatische pijnen, maar dit ging voor mij niet helemaal op. De eerste keer dat ik het dronk vond ik het lekker, en het schonk nog verlichting ook. Die keren daarna was het alleen maar vies. Ik ben het tot gisteren stug door blijven drinken.
Het is maar goed dat ik de Big Ben al vijf keer gezien heb, en sowieso nog niet echt uitgebreide plannen had gemaakt, anders was het wel heel zielig geweest. Natuurlijk heb ik niet alleen maar in andermans bed een beetje ziek liggen zijn: we hebben ook nog gewandeld, gegeten en wat musea bezocht. Ik als een zombie, maar dat mocht de gezelligheid niet drukken. En als een zombie ging ik weer naar het vliegveld, waar ik bijna een metro nam naar een verkeerde terminal en en passent een arme kassajongen ervan beschuldigde mij te weinig geld terug te geven (onterecht, bleek later, toen heb ik hem wel mijn excuses aangeboden).
Daarna volgden er nog vier zieke dagen, volgens mij ben ik sinds de basisschool niet zo lang ergens absent geweest. Na meer dan een week ziek te zijn geweest ben ik gisteren maar weer naar mijn stage gegaan. Helemaal helder uit mijn ogen kijken doe ik nog steeds niet. Ik denk dat mijn lichaam me ergens voor aan het straffen is.
Donderdag ga ik alweer het land uit, dit keer met mijn vriend – die mij de afgelopen week gesteund heeft met boodschappen, koken en zijn knappe verschijning. Graag even een liefdevol applausje voor hem. Wij gaan weer naar Parijs, iets waar ik al heel lang heel veel zin in heb (duh). Ik durf me er nu niet meer zoveel op te verheugen, maar ik doe het maar toch. Want van ziek zijn blijf je ook maar zo… ziek.