Tag Archives: new york

new york, dag 6-8: de drugshond en de lach des doods

In april gingen Tim en ik naar New York. Dat was zo leuk dat ik besloot om er een half jaar later nog maar eens over te bloggen. Dit is deel 3 van de 3, deel 1 lees je hier en deel 2 hier.

Dag 6: Coney Island + ongeveer heel Brooklyn

Weer: ‘s ochtends frisjes, ‘s middags wederom snikheet
Pijn in mijn benen: gaat wel weer. Komt door die geweldige crêpes van gisteren natuurlijk.

Vraagstuk van de dag: waarom is de metro in New York zo ingewikkeld? Ik heb het gevoel dat je alles op de gok moet doen. Als ik Tim niet had, zou ik waarschijnlijk nog steeds ergens op een bankje op een metrostation in Queens zitten.

Omdat Brooklyn ons de vorige dag zo goed is bevallen, besluiten we vandaag gewoon opnieuw te gaan. Dit keer niet naar vegan paradise Williamsburg, maar iets verder: Brighton Beach en Coney Island.

Wat daar te zien is, vraagt u? Veel Russen. De winkels hebben Russische namen, je hoort Russische muziek en iedereen praat Russisch. Leuk om mee te maken, scheelt weer een vlucht de andere kant op. We lopen een stukje over het strand. Dan komen we langs het pretpark Luna Park.

Hier zie ik iets dat ervoor zorgt dat mijn leven nooit meer hetzelfde zal zijn.
Namelijk dit hoofd:

EVEN SERIEUS, WAT IS DIT? Het doet me heel erg denken aan die Kippenvel-boeken, aan dat deel over het horrorpretpark. Ik bedoel, deze jongen heeft wel geen vampiertanden of bloedrode ogen, maar hij is toch alsnog heel creepy? Bestaan er mensen die dit zien en denken ‘oeh gezellig, ik voel me echt getriggerd om naar binnen te gaan om een leuke dag te beleven’? Eet dit hoofd kinderen? Zoveel vragen. Even later koop ik in een souvenirwinkel bijna alle merchandise met dit hoofd erop, maar ik doe het toch niet, omdat ik bang ben dat mijn sleutelhangers, mokken en T-shirts zich tegen me gaan spannen en me ‘s nachts in mijn slaap vermoorden.

Vervolgens nemen we de metro naar Bedford–Stuyvesant, waar zowel een beroemde muurschildering van Biggie Smalls zit als de straat waar Do The Right Thing is opgenomen (= de Girls van Tim). In de straat is niet zo veel te zien, maar de muurschildering is erg mooi. Tussendoor drinken we weer smerige koffie in een hipstercafé. Echt mensen. Ik heb gewoon de helft weg moeten gooien. Zo zonde.

Deze ochtend was het nog vrij fris, dus we hebben onze jassen aan. Daar krijgen we rond het middaguur spijt van, want het is echt superwarm, dus we moeten de jassen dragen, wat vrij … oncomfortabel is. Extra erg wordt het als we besluiten om naar de Brooklyn Bridge te lopen vanaf de Do The Right Thing-straat, wat anderhalf uur zou duren (“Ja is een leuke wandeling toch langs allemaal leuke huizen” – Lisa ‘ik haat mezelf’ van Campenhout) maar het is WARM en de jassen zijn ZWAAR en eigenlijk hebben we toch wel pijn in onze benen ook al dachten we eerst van niet. Toerist zijn is echt afzien.

Ondertussen hebben we ook behoorlijk veel honger van al dat gewandel. En in de buurt waar we lopen zijn dus alleen maar huizen. En een paar vleesvreetschuren. Totdat we stomtoevallig langs Olea lopen, een klein restaurant op een hoek. Hier eet ik een vegan burger en ik geloof me: dit! is! de! lekkerste! burger! die! ik! ooit! in! mijn! leven! gegeten! heb! En ik heb er veel gegeten hoor! Tim eet iets niet-vegans en ook hij krijgt bijna tranen in zijn ogen. Nu weet ik niet zeker of we helemaal objectief waren na al die ontberingen, maar ik denk dat we wel objectief waren.

Daarna gaan we toch maar met de metro verder naar de Brooklyn Bridge. Als je vanaf Brooklyn naar Manhattan loopt, heb je namelijk een geweldig uitzicht over Manhattan. Tenminste …. als je over al die andere toeristen heen weet te kijken, want het is ZO DRUK dat het niet meer leuk is.

Mensen, ik heb er niets mee


Dag 7: Staten Island-Ferry + SoHo

Weer: koud en mistig
Pijn in mijn benen: niet meer te doen. Ik krijg iedere dag weer pijn in een nieuwe spier in mijn been. En toch weer doorlopen, hè.

Ongeveer iedere blog met tips over New York zegt: als je het Vrijheidsbeeld wilt bekijken, ga dan niet met een commerciële boot erheen, maar neem gewoon gratis de Staten Island-ferry, dan zie je ‘m óók. Dat uitstapje hebben we voor de laatste dag gereserveerd. Beetje jammer dat het die ochtend mistig is, maar we denken: dat klaart wel op.

Dat valt vies tegen. Weet je hoe het Vrijheidsbeeld eruit ziet? Zo:

Tikkeltje pijnlijk. Gelukkig kun je het beter zien als je inzoomt:

De rest van de ferrytocht is ook niet zo leuk. Het duurt echt een half uur of langer, en het is gewoon heel mistig en koud. En dan moeten we ook nog terug!

Daarna gaan we naar SoHo, een wijk die bekendstaat vanwege de gietijzeren gevels en hippe winkels. Zo ook de enige winkel die ik ~op zich wel~ wil bezoeken: Glossier. Glossier is zo’n winkel waar mensen op Het Internet fan van zijn (toevallig schreef Annemerel er gisteren een blog over). Ik weet vrij weinig van Glossier behalve dat een deel van het aanbod vegan is, maar omdat ik 0 andere hippe New Yorkse winkels van naam ken (ben niet bijzonder geïnteresseerd in winkelen) moet en zal ik er iets kopen.

Naar binnen gaan bij Glossier is vrij euh … eng?!?? De deur en het raam zijn namelijk van matglas, zodat je geen idee hebt wat erachter zit:

Ik verzamel al mijn moed (Tim is ondertussen even ergens anders en zou later komen) en ga naar binnen. Daar tref ik een roze trap aan, die ik maar oploop – enigszins angstig dat ik op een soort martelzolder terecht ga komen. (Sinds dat mannetje in het pretpark ben ik erg uit mijn doen). Dat blijkt niet het geval. Het is gewoon een winkel waarbij de medewerkers extreem lelijke roze apothekersjassen dragen en je kan niets zelf kan pakken, alleen de testers, je moet iets bij de medewerkers afrekenen en dan wordt je tasje via een soort Willy Wonka-machine naar beneden getakeld (echt waar).

Ik koop een lipgloss voor m’n zusje en krijg zelf een exfoliator van Tim (#echteliefde). Daarna lopen we nog wat door Soho. Ik vind het echt een hele leuke wijk, alles is zo mooi en … New Yorks? We bezoeken een gigantisch grote boekwinkel waar we willen blijven wonen, en lopen verder nog een beetje te dwalen.

‘s Avonds eten we bij Chipotele. Dat moet ook wel, want we zijn eerder deze week bij Taco Bell geweest dus we moeten even ketens vergelijken. Nou, we hoeven echt niet na te denken: Chipotele is een miljoen keer lekkerder dan Taco Bell en de porties zijn ook groter dus zoveel duurder is het nou ook weer niet. Love Chipotele.


Dag 8: de weg naar High Line … en weer terug

Weer: zonnig en warm
Sfeer: wat nerveuzerig uit angst om het vliegtuig te missen, al gaat-ie pas om 8 uur ‘s avonds
Pijn in mijn benen: laten we zeggen dat het maar goed is dat we vandaag weggaan.

Huilie huilie huilie: vandaag gaan we weg. We vliegen pas in de avond, dus we hebben nog een halve dag om een beetje rond te lopen. Wat we maar doen. We ontbijten met een vegan pancake bij By Chloé, bezoeken de High Line (een park op dat op een oude spoorlijn gebouwd is), halen een lekker broodje bij The Cinnamon Snail en gaan dan maar eens naar het vliegveld.

Uitzicht vanaf the high line

Daar moeten we in een ontiegelijk lange rij staan om door de bagagecontrole te mogen. Ondertussen loopt een beveiliger met drugshond langs de rij. Toch altijd spannend. Ik bedoel, wat nou als er in de metro nou nét een Wall Street-zakenman een enorme klodder coke over mijn koffer heeft geniest? Of dat die vitaminepillen die ik bij me heb in Nederland gewoon oppeppende vitamine B12 zijn, maar in Amerika als XTC meetellen?

Ondertussen is er een hoop commotie op het vliegveld, of nou ja, die Amerikanen maken weer eens commotie. “Stay on the left, stay on the left, STAY ON THE LEFT! DON’T TOUCH THE DOG, DON’T FEED THE DOG, DON’T LOOK AT THE DOG. IF YOU’VE SEEN ONE DOG, YOU’VE SEEN THEM ALL,” roept de beveiliger, die duidelijk geen verstand van honden heeft.

Gelukkig worden we niet in de boeien geslagen en vanaf dan is het allemaal best wel saai. Het is alleen een jammer dat Delta voor mij geen vegan maaltijd heeft (ik zweer dat ik het gewoon online heb aangevraagd) (bij KLM ging het wel goed trouwens), waardoor ik als avondeten twee komkommersalades met een stukje droog brood eet, en als ontbijt één enkele banaan. Nou ja. Des te meer redenen om zo veel mogelijk te slapen.

(Want echt: die jet lag terug bestaat wel)

(Hoewel ik er eigenlijk na 1 dag wel weer overheen was. Maar die ene dag was heel erg.)

En toen …

 … was New York voorbij. Na 8 dagen was teruggaan ook wel goed hoor. Maar nu we een half jaar verder zijn verlang ik er weer zo naar om er te zijn. Ik ben echt jaloers op New Yorkers. Ik zou er echt wel willen wonen. Als ik het kon betalen. En als het niet zo ver weg zou zijn. Dit is mijn uitspraak, en daar zult u het mee moeten doen.

15 Comments

Filed under op stap

new york, dag 3-5: cringy comedy en psycho squirrels

In april gingen Tim en ik naar New York. Dat was zo leuk dat ik besloot om er een half jaar later nog maar eens over te bloggen. Dit is deel 2 van de 3, deel 1 lees je hier.

Dag 3: Central Park + Upper East Side

Weer: extreem druilerig en koud (echt. Het was 6 graden of zo)
Pijn in benen: behoorlijk veel

Doel van de dag: niet aangereden worden door zo’n paard met wagen (a.k.a. de bierfiets van New York) (#nietvegan)

Omdat New York de stad van onbegrensde mogelijkheden is, begint onze derde dag ontzettend avontuurlijk: we gaan ergens anders ontbijten! Bij Georgio’s Country Grill. Dat klinkt als iets dat in Texas zou moeten staan, en zo ziet het eruit ook. Ik bedoel, er hangt zelfs een huifkarwiel aan de muur (en er zitten allemaal stickers van bijen op de ramen, maar dat is denk ik niet per se iets zuidelijks). Georgio’s heeft een klassiek hartaanvalaanbod: veel spek en eieren en pannekoeken en wafels. Maar ook: ontbijtgranen met sojamelk en groene sapjes (en dan niet van die inluis-sapjes van 5% spinazie en 95% sinaasappelsap, maar echt van die ranzige, moerasachtige boerenkoolsloten). Ik ga voor de cornflakes met sojamelk. Onze koffie wordt de hele tijd bijgevuld. Ik voel me echt een Amerikaan.

Naast ons zit een man die zijn geroosterde brood terugstuurt naar de keuken, want: het is te geroosterd. Als de ober een nieuwe boterham voor hem haalt, vertrouwt hij ons toe dat dit de allerbeste tent van New York is en dat hij hier wekelijks komt. En dat hij postbode is, en dat zijn shift nog niet afgelopen is – hij gaat straks uitklokken, en dan naar huis. Wij knikken begripvol (en heel snel, want we staan inmiddels stijf van de cafeïne).

Het is vandaag trouwens echt heel erg koud. Ik weet niet waar we dat aan verdiend hebben, want gisteren zweetten we ons nog kapot. Dat de schaatsbaan in Central Park er nog staat, valt dus ook niet zo uit de toon. We wandelen rond in het park en stoppen om de paar meter om een foto te maken van iets dat in real life heel mooi is maar op een beeldscherm niet zo.

Al snel begint het te regenen. Niet heel hard, dus het is niet erg. Het is wel lekker zelfs, want hierdoor is het heerlijk rustig (afgezien van een akkefietje waarbij ik denk dat ik word aangevallen door een eekhoorn, maar dat blijkt vals alarm). Bij het Jacky Kennedy-reservoir besluiten we de behaaglijke warmte van een koffietentje op te zoeken, want inmiddels zijn onze handen te verkleumd om ook nog maar één matige foto te maken.

Hiervoor moeten we de Upper East Side in. Dit ziet er minder indrukwekkend uit dan ik had verwacht na jarenlang Gossip Girl kijken, maar het is te koud om me daarover op te winden. Starbucks is zo vol dat we nergens kunnen zitten. Daarna gaan we naar Bloomingdale’s omdat dat bekend en binnen is, maar eigenlijk houden we helemaal niet van shoppen (?). Kortom, we zijn erg zielig, en na het eten van een bageltje gaan we maar gewoon naar het hotel.

En wat een feest is dat! Het duurt even voordat we de verwarming aan de praat krijgen, maar als het eenmaal lukt kan de dag niet meer stuk. De rest van de middag liggen we te lezen (liggen ja, want onze kamer is te klein voor stoelen), om onszelf rond etenstijd met veel pijn en moeite naar de Taco Bell om de hoek te slepen, zodat we “I can’t go to taco bell, I’m on an all-carb diet. GOD Karen you’re so stupid!” naar random voorbijgangers kunnen roepen. (Maar dat vinden we op het laatste moment toch wel een beetje raar, dus we gaan maar gewoon wat eten)

Bij Taco Bell krijgen we een colabeker zo groot als ons hoofd, die we zelf moeten vullen. Eerst doe ik hem maar half vol want oh mijn god weet je wel hoeveel calorieën er wel niet in mijn hoofd passen? maar dan begin ik te twijfelen. Want wat nou als ik hem leeg heb gedronken en ik nog steeds dorst heb? Dus ik doe hem toch maar vol tot de rand, zo vol dat ik er eigenlijk niet mee kan lopen.

Ik drink hem helemaal leeg.

Natúúrlijk drink ik hem helemaal leeg.

Best Friends Forever


Dag 4: Harlem en nog een stukkie Upper East Side (+ een donker hol)

Weer: bloedverziekend heet
Pijn in benen: klein beetje maar, met dank aan dat rotweer van gisteren

De volgende dag begint mistig. Zo mistig dat je de toppen van de wolkenkrabbers niet kunt zien. We gaan terug naar onze ontbijtspot van gisteren, maar dit keer maken we geen vrienden.

Vervolgens lopen we via de Upper West Side naar Harlem. Onderweg bekijken we nog wat gebouwen waarin beroemde mensen zijn doodgeschoten e.d. Het duurt suuuuuuuuuuperlang, maar onderweg scoren we wel lekkere koffie bij een Italiaans restaurant. De beste koffie die we deze week hebben gedronken (Georgio’s is een goeie tweede). Dat moet trouwens wel even gezegd worden: de koffie in New York is niet te zuipen. Nu begrijp ik ook waarom New Yorkers op televisie altijd met een koffiebeker over straat paraderen. Dat spul is te vies om te drinken. Zo blijf je er lang mee doorlopen, ja.

Op de terugweg gaan we nog even door Central Park want we willen ook weleens zien hoe dat eruit ziet zonder regen

Van tevoren hadden we gezegd dat we misschien wel naar een musical wilden. Of naar een comedyshow. Of zo. Maar Wicked is extreem duur, en eigenlijk zijn we helemaal niet zulke musicalfans (tenzij ze a. Frans zijn of b. over vampiers gaan of c. allebei). Dus het wordt een comedyshow vlakbij ons hotel. Die we zeg maar een kwartier van tevoren op internet gevonden hebben. Dat wordt dus rennen.

Hijgend komen we aan in een donkere kelder, waar het helemaal vol zit met … niemand. Echt serieus niemand. Soms lopen er wat mensen voorbij, maar dat blijken dan steevast de komieken zelf.

Godzijdank arriveren er uiteindelijk toch nog wat mensen (maar wel allemaal te laat, oké), zodat de balans publiek-komieken wat beter klopt iets minder gênant slecht is. De kwaliteit van de optredens is wisselend: de host is leuk maar ik versta de helft van z’n grappen niet, de eerste vrouw is echt goed, de tweede heeft een blackout en staat de hele tijd hysterisch te giechelen (het is echt een RAMP maar stiekem hoop ik dat zij later heel goed en beroemd wordt en Saturday Night Live of zoiets gaat presenteren) en de rest van de grappenmakers zit ergens tussenin. Alleen jammer dat 4 van de 6 komieken een “en waar komen jullie vandaan?”-rondje doen en dat een vrouw van 70 Tim van me probeerde af te pakken maargoed.

Dag 5: Greenpoint & Williamsburg, Brooklyn

Weer: superwarm
Pijn in mijn benen: ja ontiegelijk veel. Ik kom bijna mijn bed niet uit.
Liedje dat ik continu in mijn hoofd heb:
Aja – Finish Her! (alleen maar omdat het woord ‘Brooklyn’ erin zit) (want verder bestaat er geen nummers met dat woord erin natuurlijk)

Ik wilde dus heel graag naar het huis van Hannah en Marnie uit Girls want Girls is de beste serie ooit en jullie kunnen Lena Dunham haten wat je wilt MAAR DAT NEEMT HET FEIT DAT ZE EEN FUCKING GENIE IS NIET WEG. (Verder heb ik gelukkig geen issues)

Ik had alleen me alleen niet zo goed voorbereid: in welke straat ik moest zijn weet ik nog wel, maar welk huis het is, geen flauw idee. Ik dacht: ik herken het wel aan alle militante Girls-fans die er ongetwijfeld foto’s van staan te maken.

Dat doe ik dus niet. En er zijn ook geen militante Girls-fans. Sad.

Mogelijk een belangrijke locatie uit de recente televisiegeschiedenis, mogelijk niet

Vervolgens lopen we richting Williamsburg en dat is fantastisch. Ik dacht altijd dat Brooklyn eruit zag als Manhattan, maar dan met bruine gebouwen in plaats van grijze, en iets minder wolkenkrabbers. Maar Brooklyn is echt heel anders. Veel buurten zijn heel laag en buitenwijk-achtig, maar dan met winkels en koffietentjes. Ik heb het gevoel dat ik in een betere versie van thuis ben of zo.

Het feest wordt pas echt wild zodra we crêpes gaan eten bij Little Choc Apothecary. Dat is het hoogtepunt van mijn vakantie (+ leven) want alles is mooi en vegan en cool. Ik eet een crêpe met tofu-ricotta en appel, wat echt heel erg out of character is want normaal HAAT ik fruit in hartig eten, maar dit keer heb ik sterk het gevoel dat het goed is. En dat is het ook. Het is een magische ervaring.

De liefde van mijn leven, en een crêpe

***The End***

(Nee, helemaal niet the end, want we waren er hierna nog een paar dagen. Daar verschijnt binnenkort nog een blog over, hopelijk duurt het geen half jaar)

7 Comments

Filed under op stap, Uncategorized

new york, dag 0-2: pindakaas & pretzel-kerstballen

Dag 0: het vliegveld – het hotel

Dit verhaal begint op een vliegveld. Op JFK International Airport, om precies te zijn. Wat trouwens net zo goed Dublin Airport of Albuquerque Airport of Schiphol had kunnen zijn, want alle vliegvelden lijken op elkaar. Maar ohmygodwezijninamerika! Voor het eerst in ons (lees: mijn en Tims) burgerlijke (lees: niet zo heel wanderlustige) leventje!

Bij de douane word ik er meteen uitgepikt, omdat ik de vraag ‘heb je eten bij je’ positief beantwoord. Ik heb namelijk twee uitgedroogde boterhammen met pindakaas in mijn tas.

“Galiano, we’ve got an agriculture over here” roept de douaniere naar haar collega. Ik vind ‘an agriculture’ persoonlijk een beetje overdreven – als het nou beschimmeld was, oké, maar ZO lang zeul ik ‘m nu ook weer niet met me mee – maar je weet hoe die Amerikanen zijn hè. Van Galiano mag ik eerst mijn koffer ophalen, daarna moet in linea recta naar een balie om mijn broodje te laten controleren op eh … op wat eigenlijk? “Maar ik wil hem eigenlijk nu opeten,” jammer ik. “Dat mag,” antwoordt hij, “als je de verpakking bewaart als bewijs.”

Tim schudt zijn hoofd om al die domheid van mij, maar ik vind dat ik hem een dienst bewijs. Eruit gepikt worden bij de douane, dat is toch TheRealAmericanExperience®!

Een uur of twee later (Amerikaanse tijd: 10 uur ‘s avonds) komen we aan bij ons hotel in Hell’s Kitchen, op loopafstand van Times Square. De kamer is MINUSCUUL. Maar echt. Er staat een bed, een kast waar niks in past, één nachtkastje, en een lamp. M a a r w e z i j n i n n e w y o r k, dus het zal me wat. Nadat we nog even naar buiten zijn gegaan om een pizzapunt voor Tim te kopen (hij had zijn broodje pindakaas al op Schiphol opgegeten, dus inmiddels had hij flinke honger) gaan we maar slapen.

Dag 1: dat ene gedeelte van Manhattan waar al die wolkenkrabbers staan

Weer: ZON!
Pijn in benen: nog geen

Jetlag: niet
Opvallendste observatie van de dag: dat Amerikanen in cafés en koffietentjes vaak hun eigen eten zitten te eten?

Omg, we zijn nog steeds in New York! Je hoort altijd dat mensen die naar Amerika gaan om 4 uur ‘s ochtends wakker worden en dan allemaal dingen gaan ondernemen, zoals mooie Instagramfoto’s maken op een lege Brooklyn Bridge, maar wij worden pas om half 7 wakker. We lagen gisteren ook ‘pas’ rond een uur of 11 op bed, dus ja. We ontbijten bij Pick-a-Bagel, waar het zo druk en hysterisch is dat ik van de stress de verkeerde bagel bestel.

Op dag 1 besluiten we een beetje in de buurt te blijven. Tim heeft een spreadsheet gemaakt met alle wolkenkrabbers en andere gebouwen die we moeten zien. Dat gaat verrassend vlot. Zo komen we langs het Empire State Building, het Chrysler Building, het Plaza Hotel (bekend van Home Alone 2, OMG!!!) en het Rockefeller Center. En andere gebouwen waarvan ik de naam ben vergeten. Geïnteresseerden kunnen de spreadsheet opvragen bij [email protected].

Wat ons tot nu toe het meest opvalt: New York is precies zoals je denkt dat het is. Grappig dat al die films en series dat zo goed over hebben kunnen brengen.

Ook gaan we naar Grand Central Station, waar ik mijn Serena fantasy leef. Precies wat iedere emotioneel volwassen vrouw van 28 zou doen.

Na de lunch gaan we naar het hotel om te slapen rustig aan te doen. Ik ben erg in mijn nopjes met ons omdat we nog niet zo EXTREEM veel hebben gelopen. We hebben nog heel wat dagen te gaan namelijk, dus ik wil niet nu al helemaal kapot zijn.

‘s Avonds eten we bij Beyond Sushi. Daarna halen we een donut bij The Cinnamon Snail – want je bent in Amerika of je bent het niet. (Allebei 100% vegan, allebei aanraders.) Ook lopen we over Times Square, waar allemaal mensen Frozen-kostuums onze hand willen schudden, maar ik vind Frozen helemaal geen leuke film dus ik negeer ze gewoon.

Zo ik moet echt reisfotograaf worden

Dag 2: Lower Manhattan

Weer: enigszins koud en het waait nogal (prima)
Pijn in benen: klein beetje maar

Jetlag: nog steeds niet, heel vreemd
Liedje dat ik de hele dag in mijn hoofd heb: Santa Claus Is Comin’ To Town

De dag erop starten we weer bij Pick-a-Bagel, want je moet nooit te avontuurlijk doen voordat je koffie op hebt. Daarna nemen we de metro downtown. We gaan onder andere naar Battery Park, waar we vanuit de verte het Vrijheidsbeeld zien, en lopen door Wall Street. In tegenstelling tot de rest van New York ziet Wall Street er totaal niet uit zoals je denkt. Het is heuvelachtig en doet denken aan een middeleeuwse stad in Zuid-Frankrijk of zo.

Ik moet zeggen dat ik al moe word als ik aan deze dag denk, want we hebben. zo. veel. gelopen. Alle goede voornemens volledig het raam uit. Vanaf Wall Street lopen we naar het oosten, zodat we uitzicht op Brooklyn kunnen bekijken. Dan lopen we door Chinatown (waar echt alle reclameborden en alles in het Chinees zijn), Little Italy, een stukje SoHo, het Washington Square Parc, Electric Lady Studios en de Stonewall Inn (waar de homo-emancipatie in Amerika begon).

(We halen trouwens onze lunch bij Orchard Grocer, een vegan deli waar ze namaak-m&m’s verkopen. Achteraf snap ik echt NIET waarom ik die niet gekocht heb. Ik denk dat ik toch een jetlag had.)

(Diezelfde jetlag is er vast voor verantwoordelijk dat ik in Little Italy een kerstwinkel binnen ren, op zoek naar een leuke New York-kerstbal. Die vind ik niet. Tenzij je een hanger van een pretzel of een maniakaal lachende gnoom jouw idee is van ‘een leuke kerstbal’)

Dan gaan we weer naar het hotel om te huilen uit te rusten. Om vervolgens te eten bij Sapphire, een Indiaas restaurant aan de Upper West Side. Wat heel lekker is, maar ook vrij prijzig. Vooral omdat we allebei een biertje hebben van maar liefst 13 dollar per stuk. De bierprijzen stonden niet op de kaart, vandaar. Wij denken even dat we de slechtste deal van het jaar hebben, maar spoiler alert: al het bier is New York blijkt overal zo duur (tenzij je een halve liter in de supermarkt koopt, dat kost dan weer echt $1,80 of zo)

Daarna dwing ik Tim een foto te maken van mij voor het Empire Hotel (want nogmaals, ik ben emotioneel volwassen en Gossip Girl speelt echt geen rol meer in mijn leven) en bekijken we het prachtige Lincoln Center van buitenaf, voordat we The Press Lounge gaan, een rooftop bar in Hell’s Kitchen. Daar hebben we een goed gesprek over ons leven als twee arme schrijvers in New York, die in een ratten aangevreten kamertje zonder ramen wonen (hè verrek dat lijkt precies op ons leven in Amsterdam)

Uiteraard maken we ook 9347 foto’s van het uitzicht. Op deze kiekjes staat ook het minuscule zwembad dat hier ongetwijfeld is neergeplempt voor Instagram, want je moet toch iets doen om je te onderscheiden als rooftop bar. Al met al: een zeer geslaagde avond.

Dus

Geweldig begin van de vakantie, ik wil meer. En er komt meer. Maar dat bewaren we voor de volgende aflevering.

xoxo Gossip Girl

16 Comments

Filed under op stap