Een paar maanden geleden ging ik naar een reünie van mijn straat. Hier spraken we eigenlijk maar over twee dingen: a) wat we vroeger deden (vechten met de barbies, onder andere) en b) wat we nu deden (op kantoor zitten, voornamelijk). Een buurmeisje maakte toen een opmerking die ik niet pijnlijk zou moeten vinden, maar toch wel vind: “Ik dacht vroeger altijd dat jij later schrijver zou worden.”
Dat was geen vreemde opmerking: als kind was ik altijd verhalen aan het schrijven. Over dienstmeisjes in een kasteel die avonturen beleefden. Over kinderen die het opnamen tegen een bende sumoworstelaars in een grot (?). Over een kapitein met een roze onderbroek (echt, ik was zo’n genderneutraal kind). Geen wonder dus dat mijn vriendin dacht dat ik al voor mijn 18e de nieuwe J.K. Rowling zou worden. Spoiler: dat gebeurde niet.
Natuurlijk, ik bleef wel schrijven. Ik ging in de redactie van een studententijdschrift, ik betaal mijn huur met mijn werk als copywriter, en ik heb al zeven jaar een blog die wordt gelezen door minstens acht trouwe volgers. Maar die boeken, die kwamen maar niet. Ik was wel met verhalen bezig, maar maakte niets af.
OF TOCH WEL?
Geloof het of niet, maar ik heb dus een manuscript geschreven. Je weet wel, eentje met een kop en een start en een midden en thema’s en personages en alles. Ik vind het doodeng om dit te vertellen, want zoals ik al eens heb gezegd: als je een boek wilt schrijven, praat je daar niet over. Dat is gênant. Een boek hoor je stiekem te schrijven, om daarna vriend en vijand te verbazen als je hoofd ineens in een bushokje hangt, met daaronder de tekst “Debuut van het jaar!”. En eh, tot dusver heb ik dat niet bereikt. Ik heb nog niet eens een uitgever, en misschien ga ik die niet eens krijgen ook (want misschien is het wel megaslecht en bovendien wil half Nederland schrijver worden). Het enige dat ik heb, is een Word-bestandje met 79.538 woorden.
Mijn schaamte is de enige reden waarom ik het tot dusver semi-geheim heb gehouden (semi ja – omdat ik wel heel onsubtiel gehint heb, maar niet in details ben getreden). Een geheime schrijver zijn is trouwens best wel een dingetje hoor, jongens. Tegen mijn collega’s moest ik steeds zeggen dat ik ‘niets’ had gedaan in het weekend, terwijl ik dus eigenlijk gewoon de hele tijd bezig was (afgelopen maand heb ik het trouwens toch maar opgebiecht, omdat ik het ook weer zo gênant vond dat ze dachten dat ik buiten werktijd alleen maar een beetje lag te vegeteren of zo).
Mijn stilzwijgen op sommige plekken heb ik trouwens ruimschoots gecompenseerd door tegen een aantal vrienden nergens anders over te praten. Zo ben ik dan ook wel weer.
Nu vragen jullie je misschien af: Lisa, waarom begin je er nu toch over? Heb je soms goed nieuws? Ga je nu een boek uitgeven? Het antwoord is: neen, ik vertel dit terwijl ik nog N-I-E-T-S bereikt heb. Nou ja, behalve dat ik bijna 80.000 samenhangende woorden heb geschreven. En dat ik daar na 20 keer reviseren wel een soort van tevreden over ben (ik ben nog steeds bezig, maar het einde nadert). Dat vind ik op zich een prestatie waar je over op mag scheppen op je blog. Ik bedoel, ik heb dat ding toch niet voor niks.
Bovendien heb ik me voorgenomen om me niet zoveel meer aan te trekken van mijn schaamte. Sterker nog: ik heb besloten dat ik mezelf maar wat vaker totaal voor schut moet zetten. Want in dat verhaal van mij staan pas écht gênante dingen (het gaat niet over mijn leven hoor, maar het komt wel uit MIJN HOOFD, en dat is minstens net zo erg). De enige manier waarop ik over die schaamte heen kan komen, is mezelf maar ruim voortijds in zoveel mogelijk gênante situaties te wurmen. Zoals deze blog schrijven terwijl ik absoluut geen garantie heb dat er ooit iets met dit boek gaat gebeuren.
Misschien helpt het me moed verzamelen om ‘m toch echt eens een keertje op te sturen.
Zodat er hopelijk bij de volgende reünie niemand “Ik dacht vroeger altijd dat jij schrijver zou worden” gaat zeggen.
PS Mochten jullie je afvragen waar het over gaat: het gaat over vriendschap. En ook wel over genderrollen. En het is extreem coming of age-achtig. Dat wilde ik eigenlijk niet, maar zoals Elizabeth Gilbert zou zeggen, soms dringt een verhaal zich gewoon op en dan kun je niets anders doen dan ‘m braaf gehoorzamen.
PPS Wat ik me trouwens afvraag: snappen jullie dat ik me zo schaam? Dit is echt geen pose, ik schaam mezelf echt helemaal helemaal kapot, geloof me maar. Maar als ik het nalees denk ik ook weer: damn Lisa stel je niet zo aan. Dus eh. Hoe kijken jullie daartegenaan?