Tag Archives: parijs

i’m a wild and an untamed thing

Sommige mensen beweren dat The Rocky Horror Picture Show alleen maar leuk is tijdens participation nights, wanneer er acteurs voor het witte doek meespelen en de film becommentariëren en het publiek met dingen mag gooien. Dat vind ik altijd een beetje beledigend: ik vind het namelijk écht een leuke film!

Voor wie geen idee heeft waar ik het over heb: RHPS is een film uit 1975 en gaat over een jong, braaf stel dat autopech krijgt in een bos. Ze kloppen aan bij een soort Frankensteinkasteel dat geregeerd wordt door een travestiet van de planeet Transylvania. Deze travestiet, tevens wetenschapper, heeft zijn eigen Frankensteinmonster gemaakt. Deze ziet er zo uit:

Eh ja. De film is een parodie op slechte horror- en sciencefictionfilms, vandaar. In de eerste instantie was het geen succes, maar later is het uitgegroeid tot cultfenomeen waarbij bezoekers gillen en water over elkaar heen gooien. Hoe dit zou geëvolueerd is, weet ik niet: ik heb wel eens gelezen dat het kwam omdat de film zo saai was dat het wel moest, maar dat kan ik me dus niet voorstellen. Hij heeft zulke leuke liedjes! Goede kostuums! Grappige grapjes!

Desondanks vond ik het broodnodig om de show eens ‘in het echt’ te zien: en aangezien deze film al jaren (decennia?) twee keer per week in Parijs wordt uitgevoerd, werd het vorige zaterdag eens tijd. Ik had geen idee wat ik moest verwachten: ‘participeren’ klinkt allemaal redelijk vaag, hè? Dingen roepen, met water en rijst gooien, oké?
Het bleek redelijk simpel: bij de twee bruiloften in de film vloog de rijst de lucht in, tijdens de regenscène werden we natter dan bij menig regenbui op straat. Verder riepen we melodieus “ass-hole” wanneer Brad zichzelf voorstelde, en vernietigend “SLUT!!!!” als Janets naam klonk. Soms dansten we. Het meeste werk werd echter gedaan door de acteurs zelf, die zoveel commentaar gaven dat er van de film weinig te horen was. De grapjes die ze maakten snapte ik eigenlijk zelden, omdat het in razendsnel Frans was, maar volgens mij ging het heel vaak over fallussen. De film had nog meer niveau. Echt!

En toch vond ik het leuk. Omdat het ‘mijn’ Rocky Horror was en ik alleen maar breed kon lachen toen ik mensen verkleed als mijn favoriete personages zag. En deze vrijdag ga ik weer, omdat Babet hier is en ik het haar niet kan onthouden (zelfs al spreekt ze geen woord Frans, ZOVEEL houden wij nou van RHPS). Ik moet wel nog even de Time Warp oefenen – dat ging vorige keer nog niet al te vloeiend…

10 Comments

Filed under film en teevee, op stap

maar die táál

Inmiddels zit ik alweer dik drie maanden in Parijs, dus ik dacht, misschien moet ik maar weer eens vertellen hoe het met me gaat. Dus bij dezen: goed hoor.

Ik ben alleen een beetje moe. Niet letterlijk moe, maar Frans-moe. Franse taal-moe, vooral. Ik ben echt dringend toe aan een pauze want ik kan die langue niet meer áánhoren. Misschien komt het door het onverdiend lage cijfer dat ik kreeg (mijn eerst onvoldoende hier, huilie huilie), misschien komt het doordat serveersters in het Engels terugpraten zodra ik één lullig lelijk uitgesproken woordje van hun kant niet direct begrijp, misschien komt het doordat ik al maandenlang met een beperkt vocabulaire door het leven ga: mag ik even iets anders? Gelukkig heb ik de afgelopen week Nederlands gezelschap gehad van Nora en komt Babet maandag alweer (en die blijft tot de dag dat ik voor kerst naar huis ga), dus ik heb Nederlands antigif. Alleen nog een paar colleges uitzitten.

(En daarna kom ik overigens fris & fruitig en met envie de parler français weer terug, hoor. Ik vond Frans praten tot vorige week nog steeds leuk en spannend. Alleen nu even niet.)

Vorige week realiseerde ik me trouwens dat ik al drie maanden Parijs niet uit ben geweest. Drie! Maanden! Zolang heb ik nog nooit in één stad doorgebracht! Waar diverse uitwisselingsvrienden al een bezoekje (of meer dan één…) aan hun thuisland hebben gebracht, waar mijn Turkse vriendin praktisch ieder weekend een nieuwe Europese stad ontdekt, ben ik niet veel verder gekomen dan Bois de Vincennes. Op de fiets. Of misschien La Défense. En dat terwijl ik toch zoveel, maar niet genoeg, gezien heb. Maar goed, het is dan ook Parijs – waarom zou je die stad verlaten als het eigenlijk niet hoeft?

25 Comments

Filed under leven, studie in buitenland

hoe het verder ging met mijn fiets

Goed. Ik was dus een ventiel kwijt. De Decatlon kon mijn ventiel niet vervangen, dus stuurde mijn vader me een nieuw exemplaar per post. Afgesloten hoofdstuk, zou je denken, maar nee hoor: dit ventiel, dat op het oog dezelfde maat had als mijn andere ventiel, was nét iets te klein. Ik kon mijn band volpompen wat ik wilde, maar zodra ik ermee stopte, liep-ie net zo snel weer leeg.

Gelukkig vond mijn vader op internet een andere fietsenwinkel, Au Point Vélo Hollandais genaamd. Veelbelovende titel, toch? Tegenover Jardin du Luxembourg, dus lekker centraal. Gisteravond ben ik er direct na het eten heen gegaan, kon ik meteen tickets voor The Rocky Horror Picture Show voor de volgende dag kopen.

(Voor wie denkt: RHPS, die film is toch al veertig jaar uit? (Of: RHPS, wtf is dat?); in Parijs is een bioscoop waar deze film al jarenlang twee per week wordt afgespeeld, terwijl het vóór het scherm tegelijkertijd gespeeld wordt. Het publiek is vaak ook verkleed en roept er dingen doorheen. Ja, dat lijkt me leuk.)

Maar goed, ik dus naar de fietsenwinkel. Daar zag ik Echte Hollandse Fietsen (nou ja, eigenlijk zag ik het niet zo maar dat beeld ik me maar in). Ik had mijn andere, goede ventiel meegenomen, zodat we er zeker van konden zijn dat ik niet met de verkeerde maat naar huis zoud gaan. In deze winkel hadden ze godzijdank wel ventielen, maar nadat de fietsenmaker er diverse nauwkeurig had opgemeten kwam hij tot de conclusie dat hij geen ventiel met dezelfde grootte had.

Toen ben ik maar op kaartjesjacht voor RHPS gegaan. Veel liever had ik online gereserveerd, maar kaartjes werden alleen aan de deur verkocht en ik had geen zin om op de avond zelf daar met mijn glittermake-up in de regen te wachten voor niets.
De jongen achter de kassa keek heel moeilijk toen ik vertelde dat ik vier kaartjes wilde. Hij rommelde wat met zijn computer. “Nee, ik heb er nog maar eentje,” zei hij.

Toen ben ik maar naar het Louvre gegaan. Vorige hadden twee vriendinnen van mij daar een Echte Mummie gezien en ja, het is niet alsof ik nog nooit eerder een mummie heb gezien, maar nu voelde ik een sterke behoefte om ernaar te gaan kijken. Dit was echter niet mogelijk zonder eerst 860956 stappen richting de Egyptische afdeling te zetten. Eenmaal daar werd ik nog tegengehouden door honderden Egyptische beeldjes, muurschilderingen, meubels, sieraden, spelletjes, sarcofagen en andere interessante weet-ik-veel-wat, het Louvre ging al bijna sluiten en dan kwam er wéér een nieuwe zaal met al die verdomd goed geconserveerde voorwerpen.
Maar uiteindelijk vond ik hem, hoor.
Was het toch niet helemaal een verloren avond.

17 Comments

Filed under de ongemakken des levens

een parijse gastblog

Zaterdag verscheen er een gastblog van mijn hand op limoentjeslife.com over het leven in Parijs. Nog niet gelezen? Klik hier!

Ik heb er nooit over nagedacht of ik een semester in het buitenland zou gaan studeren. Dat ik voor enkele maanden in een ander land zou gaan wonen, stond al vast voordat ik überhaupt mijn studiekeuze had gemaakt. De vraag was echter: waar ging ik heen?

Lees verder op limoentjeslife.com

9 Comments

Filed under metablog

mn stalen (nederlandse) allesie

Volgens mij was het mijn vaders idee om een fiets mee te nemen naar Parijs. Of was ik het toch het mijne? In mijn dagdromen zag ik mezelf de hele stad doorkruisen op dat ding, vrij en mobiel en in control. Hier aangekomen bleek het fietsen heel wat minder ongecompliceerd te zijn, maar ik fietste en ik leefde.

En wat was ik er blij mee. Al was het maar omdat het naar de universiteit gaan zoveel sneller ging dan lopend en zoveel goedkoper was dan met het openbaar vervoer. Daar bij de uni, waar ik dagelijks ongeveer vijf andere fietsen geparkeerd zag, veroorzaakte ik veel oh-jij-bent-zo-Nederlands-glimlachjes.

Daarom is het zo zo zo irritant dat er gebeurde wat er gebeurde

Het was maandagochtend. Ik was er net achtergekomen dat ik me de volgende dag in zou moeten schrijven voor mijn vakken van volgend semester, terwijl ik nog geen idee had van hoe of wat. Gestrest als ik was, besloot ik mijn banden op te pompen in de rustieke binnentuin van onze studentenflat. Ja, een binnentuin. Met bomen en zo. Bomen die bijna kaal waren, omdat alle herfstbladeren inmiddels al op de grond waren beland.

Nu ben ik nooit zo’n ster geweest in banden oppompen. Ik vergeet altijd hoe het werkt en zodra ik heb uitgevonden wat ik moet doen, ben ik het alweer vergeten. Iedere keer is het een totaal nieuwe ervaring.

Maar goed. Ik draaide het ventiel los, klaar om een beetje lekker aan te klungelen, en legde het dopje op de grond.

Alleen toen, toen schoot ineens een ander onderdeel van het ventiel los, stuitte tegen een spaak en vloog weg. Waarheen kon ik niet zien; het ging te snel. Waar het dan lag kon ik ook niet zien; de hele tuin was bedekt met een dikke laag bladeren. Ik heb verschoven, gewroet, verplaatst, maar het ventiel was nergens te vinden. Mijn band was inmiddels leger dan leeg.

Omdat ik een Zelfstandige en Vindingrijke Meid ben, wist ik meteen een oplossing voor het missende ventiel: ik ging gewoon naar de Decatlon. Waarschijnlijk zouden ze die dingen niet los verkopen, maar als ik er om zou vragen, kreeg ik er vast eentje mee van de reparatieafdeling. Toch?
Bij de Decatlon deden ze echter niet aan losse ventielen; ik moest maar een nieuwe binnenband kopen. Die kon ik er zelf opzetten, of, voor een paar euro, er door een medewerker laten opzetten.

Vol goede moed nam ik de nieuwe binnenband mee naar huis, ook al had ik geen flauw idee hoe mijn oude binnenband er überhaupt af moest.
“Kan ik dit?” vroeg ik op Skype aan mijn vader.
“Neem je fiets maar mee naar de Decatlon,” antwoordde hij.

De volgende dag sleepte ik mijn fiets naar de Decatlon.
“Sorry, dit kan ik niet doen,” zei de jongen met een een schroevendraaier in zijn hand, “Wij maken geen Nederlandse fietsen. Die zijn te moeilijk.”

Hij zei dat richting Place d’Italie wel een kleine fietsenmaker moest zitten. Ik vroeg hem, nog net niet schuimbekkend/huilend naar de straatnaam. Die wist hij niet.
Ik ben met mijn fiets aan mijn hand richting Place d’Italie gelopen, maar ik vond niets dan bakkerijen. Als ik op de fiets was geweest, had ik ook meteen alle zijstraten kunnen zoeken, maar zonder fiets duurt dat een eeuwigheid. Ik heb me zelden zo ontmanteld gevoeld.

Mijn vader stuurt me een nieuw ventiel, per post.

21 Comments

Filed under de ongemakken des levens