Vroeger had ik een pesthekel aan Rotterdam. Hier had ik geen goede redenen voor, behalve dan dat ik er woonde en sowieso een hekel had aan alles&iedereen en dus al helemaal aan de plaats waar dat alles&iedereen gebeurde. Pas toen ik in Amsterdam ging wonen, begon ik mijn mening wat bij te stellen.
Dit lijkt allemaal heel logisch en onschuldig. Meisje laat haar oude vertrouwde omgeving achter zich, schudt haar puberale ergernissen van zich af en ziet de zaken in perspectief. Ha, in perspectief! Was het maar zo’n feest.
In plaats van ‘dingen in perspectief te zien’ is er iets nog veel engers gebeurd: ik ben een soort van nationalistisch geworden. Maar dan met steden (heeft dat een naam?). Ik wil maar de hele tijd winkelen in Rotterdam, hemel het metrosysteem op, ben ineens voor Feijenoord (vroeger was ik juist tegen Feijenoord).
Het bovenstaande is net zo irrationeel als, of irrationeler dan mijn vroegere hekel aan Rotterdam. En bovendien is het lekker hypocriet, aangezien ik het in mijn huidige woonplaats meer dan naar mijn zin heb. Door plotseling opkomende liefde voor mijn geboortestad voel ik me net zo’n Nederlander die vrijwillig naar het buitenland is geëmigreerd om aldaar de Nederlandse vlag uit het raam te hangen, T-Shirts met Proud2beDutch te dragen en te gaan huilen als ze het volkslied hoort.
En die sentimentele dweil gaat dan over een paar maanden in Parijs studeren. Zal ik daar ineens in een Echte Hollander veranderen? Ga ik continu zeuren over Goudse kaas? Hang ik plaatjes van de koningin boven mijn bed en zal ik steeds roepen dat Amsterdam toch echt een veel betere hoofdstad is?
Nog interessanter: als ik na een half jaar terug keer uit Parijs, verander ik dan spontaan in een Franse? Zal ik dan de hele tijd roepen dat onze hoofdstad een prutdorp is en dat Nederlands een rottaal is?
Het zal me benieuwen.