Zoals jullie onderhand wel weten, ga ik regelmatig met behoorlijke tegenzin naar de sportschool. Ik betaal er namelijk genoeg voor en ben bovendien bezig om van mijn verrotte knie (die dus niet echt verrot is) af te komen. Gisteren was ik er weer, ditmaal om met de fysio te kijken hoe mijn oefeningen gaan en om wat nieuwe oefeningen uit te proberen.
De fysiotherapeut (of nou ja, de stagiair van de fysiotherapeut, de fysiotherapeut-in-opleiding) liet me zien wat ik voortaan moet gaan doen: squatten. Nu heb ik wel eens eerder gesquat, maar dat maakt het nog niet makkelijk. Ik haat squatten. Het doet pijn. Het is niet dezelfde pijn als je hoofd stoten of je vinger tussen de deur krijgen, maar toch kan ik het gevoel niet anders omschrijven dan als pijnlijk – al kreunde ik er niet zo getormenteerd bij als de mannen naast me, die in de weer waren met gewichten.
Ik moest denken aan een buikspierklasje waar ik ooit aan had meegedaan, niet omdat ik zo graag aan dat klasje mee wilde doen, maar omdat me werd gevraagd of ik mee wilde doen en ik toen per ongeluk ja zei. Ik dacht dat ik het wel goed zou kunnen (want zelfoverschatting), maar ik kon er geen hol van, die gekke side planks deden zoveel zeer dat ik me moest laten vallen (toen had ik dus nog meer pijn).
Ook nu waren allemaal mensen bezig met oefeningen in groepsverband (“Dames, opdrukken, niet kletsen,” aldus de trainer), het leek wel een soort bootcamp, met dingen optillen en springen en weet ik veel. Vroeger sprak het idee van een bootcamp me wel aan, maar daar kom ik nu op terug. Alle deelnemers trokken een gezicht alsof ze zwaar gemarteld werden. WAAROM, vroeg ik me af, WAAROM DOEN JULLIE JEZELF DIT AAN?
Pijn is toch niet leuk? En wat heb je eraan, behalve dat je er cool uitziet en meer kunt eten? Helemaal niets. Nu is een beetje trainen voor de meeste mensen misschien nodig om gezond te blijven, maar ik geloof niet dat je daarvoor 300 kilo hoeft te kunnen tillen, en ik geloof ook niet dat deze mensen het puur uit ijdelheid doen. Het zal wel iets met zelfverbetering en doorzettingsvermogen te maken hebben – al weet ik niet helemaal wat. Ik kijk vaak op de instagramaccounts van #fitmensen, en die fitmensen hebben, naast dat ze de sportschool consequent ‘de gym’ noemen, één ding gemeen: ze zetten standaard hele verhalen onder hun foto’s van hun blokjesbuiken. Die verhalen gaan meestal over dat ze vanochtend bíjna niet gemotiveerd genoeg waren om om zes uur op te staan om te gaan sporten, maar dat ze het uiteindelijk toch hebben gedaan want ze willen graag een stapje dichter bij hun dromen zijn.
Ik snap dat totaal niet. Waarom is het je droom om zo strak in je vel te zitten? Ik kan echt maar één reden bedenken waarom ik afgetraind zou willen zijn, en dat is dat ik op een dag misschien wel in een tunnel zit en die tunnel dan instort en dat ik dan rotsblokken weg moet duwen. (Oké, ik weet nog een reden: misschien moet ik ooit Victor Reinier wel uit een papierversnipperaar redden). Maar we weten allemaal, je door angst laten leiden is niet goed, en je door onrealistische angsten laten leiden al helemaal niet.
Dit is geen kritiek hoor op de #fitmensen hoor, ik zou niet durven, iedereen investeert wel tijd in dingen die voor anderen raar zijn (ik lees bijvoorbeeld altijd de beschrijvingen bij instagramfoto’s van fitmensen zonder dat ik zelf ook een fitmens wil worden, da’s pas vreemd) maar ik snap de lol gewoon oprecht niet. Veel mensen vinden sporten lekker, maar als ik het doe, voel ik alleen maar narigheid overal.
Nu klinkt dat uit de mond van een voormalig medium fanatieke hardloper misschien eigenaardig, maar ik vind hardlopen toch wel iets fundamenteel anders dan sportschoolsport. Hardlopen doet soms ook wel een beetje pijn (ZEKER ALS JE EEN VERROTTE KNIE HEBT HAHAHA), maar uiteindelijk gaat het vanzelf en kun je blijven doorgaan en doorgaan en dat is me toch lekker. Je vliegt dan gewoon over het trottoir. Ik bedoel: zie je hardlopers ooit zo verwrongen kijken en zo hard kreunen als die gasten in de sportschool? (En dan heb ik het niet over ultramarathonlopers, maar over de joggers op zondagochtend – aangezien die sportschoolbezoekers ook op zondag klinken alsof ze een kind aan het baren zijn).
Maar goed, ondertussen heb ik nog steeds last van mijn knie, dus ik vrees dat ik mezelf nog wel een tijdje moet martelen met squats voordat ik weer lekker kan rennen (en god, als het eenmaal zover is, dan ben ik pas echt het gelukkigste meisje op aarde).