Tot mijn vijftiende vond ik laklaarzen het toppunt van wansmaak. Waarschijnlijk lag de oorsprong van mijn walging in groep drie, toen ik, net als alle andere meisjes uit mijn de klas, graag lakschoentjes wilde maar deze van mijn moeder niet mocht omdat ze me daar te jong voor vond. Toen ik ouder werd en dacht dat ik te stoer was voor jurkjes en roze en alle andere dingen waar ik als zesjarige nog zo van hield, bleef het begrip ‘lak’ in hetzelfde rijtje staan als mijn andere kleuterfavorieten. Lakschoenen vond ik iets voor kleine, verwende prinsesjes wiens moeders geen principes hadden.
Toen had ik de schoenen van PJ Harvey nog niet gezien, natuurlijk. Ik kende pas twee van haar andere nummers en toch wist ik al dat zij mijn Ware Muziekliefde was. En ik hoefde maar een blik op haar laklaarzen te werpen om te weten dat dit paar schoenen mijn Ware Schoenenliefde was. Ondertussen zijn we al bijna zeven jaar verder en heb ik wel tien PJ Harvey-cd’s, maar nog steeds geen laklaarzen.
Toch jammer.