Van tevoren zag ik die Ladiesrun niet echt zitten – ten eerste niet omdat ik niet zo heel erg goed had getraind (weet je niet hoe DRUK ik het heb) maar ook niet omdat Ahoy roze gekleurd was. ZOVEEL MENSEN vrouwen. Bij elkaar vormden ze een knalroze eenheid die mij behoorlijk wat angst inboezemde.
Gelukkig waren Dionne en Iris er ook, anders was ik volgens mij echt verzwolgen en voor altijd verdwenen. Hoewel we veel te vroeg waren, was de roze menigte zou vol en verwarrend dat we uiteindelijk nog een soort van moesten haasten om op tijd in de startvakken te staan.
Nu lijkt het net alsof het meeviel met de hoeveelheid roze maar dat komt door al die toeschouwers
De eerste kilometer ging wel lekker. Het was een beetje lastig om je tussen die duizenden mensen vrouwen door te manoeuvreren (Dionne kon het heel goed, die was ik na 10 sec kwijt), want natuurlijk loop je elkaar in het begin ontiegelijk voor de voeten, maar het ging prima. Totdat ik ineens fucking erge steken in mijn maag kreeg.
Ik krijg NOOIT steken in mijn maag, behalve nu dus. Het liefst wilde ik voorover in het gras gaan hangen, maar dat kon niet, want iedereen rende keihard door en ik ga mooi niet als eerste stilstaan. Dus besloot ik door te rennen in de meest comfortabele houding die ik kon vinden; met mijn rechterschouder zwaar voorover gebogen, als een soort Quasimodo. En maar hopen dat ik niet gefilmd werd. Rond de vierde kilometer ging het vanzelf weer over – gelukkig, want toen hoorde ik ineens mijn moeder en opa en moest ik al rennend op de foto gezet worden en dan is een bochel niet echt charmant. Vrouwen, hè.
Kilometer 4 tot en met 8 gingen prima, ik kon weer lekker wat mensen vrouwen inhalen die mij hadden ingehaald tijdens mijn bochelaarsloopje (ja, ik zei dat ik blij was als ik ‘m uit zou lopen, maar eenmaal bezig werd ik ineens competitief). Vanaf kilometer 8 vond ik dat het wel eens klaar mocht zijn en de laatste kilometer vond ik echt niet tof – maar toen ik eenmaal gefinisht was vond ik alles weer prima, niets aan de hand, ik had het gevoel dat ik nog wel 10 km kon lopen. Daarna was het weer een ontzettend gedoe met de rest zoeken, kluisjes zoeken, uitgangen zoeken en familie zoeken – uiteindelijk vond ik naast mijn moeder en opa ook mijn oom en tante, die ik niet eerder niet gezien had en die mij niet gezien hadden, maar het was toch vet dat ze er waren.
Al met al was het een heel gedoe, je bent een hele dag kwijt voor eventjes rennen. Eén keer maar nooit weer, dacht ik eerst nog toen we de parkeergarage niet uitkwamen. Naarmate de tijd verstreek begon ik het ineens steeds leuker te vinden en kreeg ik zowaar zin om weer te gaan – zeker toen ik erachter kwam dat ik best een prima tijd had neergezet. Ik was al blij geweest als ik zonder al te veel kleerscheuren over de finish was gekomen, maar nu bleek dat het ook nog eens binnen een uur gelukt was, ben ik al helemaal gelukkig. Kom maar op met die Dam tot Damloop. Of Bruggenloop. Of whatever, ik ga wel naar buiten.
Ik zeg het je. Allemaal toeschouwers in beeld!