Over het algemeen voel ik me best wel thuis in Amsterdam-Noord. Misschien komt dat doordat dit stadsdeel toch wel het Rotterdam van Amsterdam is, zoals ik laatst tot mijn grote vreugde ontdekte. Dat is ook de reden waarom iedereen het zo haat en ik me er zo thuis voel. Want ja, het Buikslotermeerplein doet inderdaad erg denken aan een soort onoverdekt Alexandrium (je weet wel, dat winkelcentrum waar de eerste Primark van Nederland gevestigd zit (en overigens niet bepaald representatief is voor heel Rotterdam, maar ik woonde er vlakbij dus ja)). Beide winkelcentra bevatten alle winkels die je maar nodig hebt, trekken een heel divers publiek en La Place is hun meest fancy horecagelegenheid. De kantine van de HEMA is een goeie tweede.
Voor diegenen die niet zo bekend zijn met Amsterdam, zal ik trouwens nog even uitleggen waar Amsterdam-Noord precies ligt ten opzichte van de rest van Amsterdam (voordat ik naar Amsterdam verkaste, wist ik dat zelf ook niet)
(Ik heb trouwens een stukje van diep-West en de Bijlmer afgeknipt, want het gaat toch om Amsterdam NOORD hè)
Zoals jullie zien, ligt er water tussen Noord en de rest van de stad. Dat is best wel irritant, want dat betekent dat je altijd of met de pont moet, of met de bus onder het IJ door, of over een of andere wazige terrorbrug die naar Oost gaat en waar je niet kan komen zonder door een of ander bos te gaan (heb ik me laten vertellen, nooit geprobeerd hoor). Ik ga meestal met de bus. Om eerlijk te zijn zou ik liever gaan fietsen (ik heb het idee dat het ov in Amsterdam toch een beetje voor toeristen is), maar er zijn twee redenen waarom ik dit niet vaak doe:
1) Ik durf ‘s avonds niet in mijn eentje door Noord te fietsen. Niet dat het hier over het algemeen zo onveilig is, maar omdat je dan moederziel alleen over allemaal doodstille weggetjes moet.
2) Fietsen langs Centraal Station (waar de pont stopt) is echt een ramp. Ik zou hierover wel willen uitweiden maar dan blijf ik bezig, dus dat bewaar ik voor de volgende keer.
Anyway, de scheiding tussen Amsterdam-Noord en de rest van de stad zorgt er samen met het ontbreken van ‘gezellige’ straatjes (in plaats van grachten hebben wij tenminste brede wegen waar je gewoon over kunt lopen) voor dat het grootste deel van mijn leven buitenshuis zich afspeelt in een ander stadsdeel. Mijn meeste vrienden krijg je alleen naar de overkant voor de IJ-hallen of een of andere hippe horecagelegenheid pal naast de pont – en geef ze eens ongelijk.
Een enkele keer stelt iemand dus voor om naar een van die hippe plekken te gaan om het voor mij wat makkelijker te maken. Dat vind ik altijd zo aardig dat ik maar niet zeg dat die leuke tenten bij het NSDM-werf vanaf mijn huis minstens net zo ver fietsen zijn als een café in het centrum. Maar binnenkort wordt het vast drukker in mijn buurt. Amsterdam barst namelijk uit zijn voegen dankzij de vele importamsterdammers zoals ik en het feit dat mensen kennelijk nog steeds niet zijn gestopt met baren. Omdat de bizar hoge huizenprijzen rond de grachtengordel zelfs voor yuppen niet leuk meer zijn, zoeken steeds meer huiszoekers en ondernemers hun heil aan de verkeerde kant van het IJ. Het is dus wachten op de eerste Starbucks op het Buikslotermeerplein.
De Kinkerbuurt was vroeger immers ook een plek waar je niet wilde komen, benadrukt mijn vriend altijd als ik wil huilen van jaloezie omdat hij daar is opgegroeid.
Nog even en iedereen is jaloers dat ik in Noord woonde voordat het cool was. Als jullie willen, zal ik tegen die tijd een toeristische rondleiding geven.
Nooit meer een blogpost missen? Volg Vijf Koffie Graag op Facebook!