Ik ben jarenlang verslaafd geweest aan de Sims. Als kind spendeerde ik halve zomervakanties met mijn broertje op zolder om ervoor te zorgen dat onze poppetjes in Sims 1 carrière maakten en niet voortijdig doodgingen van de honger. Toen ik op de middelbare school zat, was ik regelmatig tot ‘s avonds laat bezig om mijn acht koppen tellende gezinnen tevreden te houden in Sims 2. Eenmaal boven die achttien speelde ik het steeds minder. Inmiddels doe ik het nooit meer.
Regelmatig denk ik verwonderd terug aan de tijd dat ik hele dagen, ook met prachtig weer, praktisch wegkroop in een beeldscherm. En dat het nooit saai werd. Misschien wilde ik na dagenlange opsluiting wel weer eens een keer naar buiten, maar eerder ook niet.
Ik zou willen dat ik dat nog steeds kon. ‘s Ochtends vroeg opstaan om de hele dag in pyjama te verdwijnen in één of ander nutteloos spelletje. Vanochtend werd ik wakker met buikpijn omdat ik nog zoveel dingen moest doen. Die buikpijn werd verergerd toen ik zag hoe mooi weer het was, en ik bedacht dat ik eigenlijk naar buiten zou moeten om daar iets leuks en sociaals te doen. Want het is immers zomervakantie.
Begrijp me niet verkeerd: ik heb het aardig druk. Dit is mijn eigen schuld. Ik haal me teveel op mijn hals, zowel leuke als minder leuke dingen, en nu het officieel gezien vakantie is, wil ik zo graag al die goede ideeën die ik al zo lang heb eens uitvoeren. Maar hierdoor raak ik in de knel. Want hoewel het leuke dingen zijn, zijn het wel dingen die ik goed moet doen. En ondertussen moet ik ook nog geld verdienen. En eindelijk eens de vloer schoonmaken.
Voor de duidelijkheid: ik ben gewoon een stresskip. Dit buikpijn is nergens voor nodig. Maar hij is er wel. Op dagen als deze word ik zo jaloers op mezelf van negen of vijftien, gewoon omdat ik het toen kon, me de hele dag verliezen in een spel. Niet alleen praktisch gezien – als ik het echt zou willen zou ik best een dagje nutteloos doen kunnen inplannen – maar geestelijk gezien. Als ik het nu zou proberen, zou ik het waarschijnlijk niet zo leuk vinden en bedenken dat er ook nog werk op me ligt te wachten.
Maar waarom zou ik mezelf hier eigenlijk zielig over voelen? Ik ben geen kind meer. Ik ben 23. Op mijn leeftijd hadden mijn ouders al een vaste baan. Jezus, hoe lang waren mijn grootouders wel al niet aan het werk op mijn leeftijd? Waar haal ik het lef vandaan om het gevoel te hebben dat er iets van me is afgepakt, alleen maar omdat ik eenmaal volwassen niet kan wat ik kon toen ik jong en hulpeloos was?
Mensen zijn raar en onnodig ingewikkeld. Was ik maar een sim.