Tag Archives: valse herinneringen

wat ik het meest mis aan parijs

Het ene moment nam ik nog dramatisch afscheid van alles en iedereen, het volgende moment was ik alweer gewend aan mijn Amsterdamse flat, mijn Amsterdamse bus en mijn Amsterdamse hardlooproute. Ik vind het hier zo leuk (en heb het zo druk met het regelen van allerlei après-uitwisselingszaken) dat ik Parijs niet heel erg mis.

Maar wel een beetje, natuurlijk. Ik mis mijn straten, ik mis mijn vrienden, ik mis mijn Monoprix. Maar wat ik misschien wel het meest van alles mis, realiseerde ik me pas vandaag, toen ik reageerde op een Facebookberichtje van een van die vrienden. Hoe het met me ging. Ça va bien, zei ik, en nog wat dingen, gewoon door een beetje Franse woorden tikken, zal wel voor de helft fout zijn maar weet ik veel, en voila, je hebt een conversatie.

En dat mis ik. Ik mis het Frans lullen met andere buitenlanders. Niemand sprak het perfect, maar we déden het gewoon, zelfs al was het voor velen van ons veel minder natuurlijk dan Engels. En dat was ook meteen het mooie eraan: voor iedereen (behalve voor één Duitse vriendin die soms in het Nederlands op mijn blog comment, hoe awesome is dat trouwens) was het praten van Engels veel makkelijker. En dan toch gewoon een onbeschaamd Frans praten. Verhalen vertellen met de raarste zinsconstructies, de mooie fantasiewoorden en allerlei grammaticale drama’s (je n’ai pas vu rien!). Ze begrepen het toch wel. Meestal.

(Met die grammaticale drama’s heb ik het overigens vooral over mezelf, de meeste van mijn vrienden praatten iets minder messed up. En ik heb veel geleerd, moet ik zeggen)

Jammer dat het onbeschaamde niet altijd gold – in het klaslokaal durfde ik nauwelijks mijn mond open te doen, uit angst dat mijn leraren en klasgenoten zouden denken dat ik achterlijk was, of nog erger, dat ze me niet zouden verstaan. Dus daar zat ik maar in dat klaslokaal, te luisteren naar dat grammaticaal correcte Franse geratel, en het was, nou ja, best wel grappig. Om daar gewoon te zitten. En te luisteren. Naar dat Frans. En daarna aan je vrienden te vertellen hoe moeilijk het was. In het Frans.

Nederlands is zo veel minder vermoeiend, en als ik het spreek voel ik me een stuk minder dom, en ja ik bén blij dat ik mijn colleges eindelijk volledig kan volgen, maar toch. Het had wel wat, die troep.

14 Comments

Filed under studie in buitenland

pokémon confessions

Laatst stuitte ik op een tumblr die ‘Pokemon Confessions’ heet, iets wat in de eerste instantie mijn interesse wekte – niets is leuker dan praten over Pokémon en over hoe serieus je het vroeger nam (volgens mij kreeg ik destijds soms letterlijk tranen in mijn ogen omdat ik ZOVEEL VAN POKÉMON HIELD). Helaas bleek die site niet echt aan mijn verwachtingen te voldoen, ik raakte er alleen maar in de war van. Daarom zet ik zelf maar wat bekentenissen onschuldige herinneringen online. (Hopend dat jullie volgen, anders sta ik in m’n eentje voor lul)

-Mijn favoriete Pokémon was Growlithe en als ik ging tennissen, deed ik net alsof hij met mee meespeelde. Ik weet niet zo goed waarom, want het was een soort hond en ik heb echt een hekel aan honden. Ik deed ook altijd net alsof ik Ponyta zat als ik op mijn fiets naar school reed, wat nog raarder was, want ik heb al helemaal een hekel aan paarden.

– Mijn broertje en ik hebben een keer de tent in zijn kamer opgezet en gespeeld dat wij Pokémontrainers op reis waren. Dat was echt leukste wat we ooit gedaan hebben, totdat hij ineens verdween met de mededeling dat hij ‘even naar de wc ging’, en ik hem toen een kwartier later beneden voor de tv vond.

– Gelukkig kon hij ook meelevend zijn: toen mijn spel bij Pokémon Gold ineens zomaar gewist was (ja, ik moest huilen – ik was al zo ver!), begon hij uit solidariteit ook een new game bij Pokémon Silver. Awww.

– Nog steeds voel ik euforie als ik denk aan die keer dat ik van mijn drie jaar oudere buurjongen won met Pokémonkaarten. Ik was sowieso best goed met die kaarten (als ik het zelf mag zeggen) maar dat was waarschijnlijk vooral omdat ik er meer geld aan uitgaf dan diegenen tegen wie ik speelde.

– Ik deed altijd alsof Dana mijn beste vriendin was, omdat ze me altijd belde. En ik droomde een keer dat ik verkering had met James. Awkward. Heeel awkward.

– Ik heb een keer bij het spel van m’n broertje een Tangela gevangen met een masterbal.

– Toen een paar kennissen van ons een paar van die ‘legendarische’ Pokémon hadden gevangen en die kloonden en aan ons gaven en ik Red Ash ineens kon verslaan, vond ik het niet meer leuk.

26 Comments

Filed under film en teevee, vroegah

Analyseer Mijn Dromen En Win Niets

In de categorie ‘blij dat ik mij ben’: ik onthou al mijn dromen. Vooruit, allemaal is misschien wat overdreven, maar bij het ontwaken kan ik er meestal wel meerdere navertellen. Naarmate de uren verstrijken, vervliegen ze gedeeltelijk of helemaal, zelfs al heb ik er tijdens het ontbijt vrij intensief over nagedacht.
En of ik met zoveel nachtelijke hersenactiviteit ook terugkerende dromen heb? Jazeker, heel vaak zelfs! Nooit het klassieke rennen maar niet vooruit komen, uitvallende tanden of naakt rondlopen (oké, ik droom wel eens dat ik ben vergeten een rok aan te trekken, maar dan heb ik wel altijd gewoon een maillot uit. Wat zou dat betekenen?), en oké, dromen dat je zwanger bent of in de trein zit is ook weinig zeldzaam, maar de meeste van mijn terugkerende dromen zijn iets moeilijker te ontrafelen. Misschien hebben jullie een idee?

Terugkerende droom 1: een schrikmoment in de Efteling
Vroeger droomde ik altijd dat ik naar de Efteling ging en daar verdwaald raakte in het huis van Hans en Grietje, tegenwoordig droom ik altijd dat ik in het Sprookjesbos sta te kijken naar zo’n verhaal als Het meisje met de zwavelstokjes of De Chinese nachtegaal, en dat ik wéét dat het verhaal eindigt met een ontzettend eng horrorfilmachtig schrikmoment, maar ik blijf toch kijken. En dan schrik ik me altijd te pletter.

Terugkerende droom 2: vooraan staan bij concerten (meestal bij Placebo)
Inmiddels luister ik helemaal niet meer zo vaak naar deze band, maar ik droom regelmatig dat ik naar concerten van ze ga. Soms sta ik al uren van tevoren te queuen om vooraan te kunnen staan, soms kom ik veel te laat binnen; het lukt me echter altijd om een perfect plekje te bemachtigen. Waarom is dat in het echt niet zo?

Terugkerende droom 3: kijken naar een kamer
Ik maak kans op een woning in een groot studentencomplex, maar voordat ik heb gehoord of ik de kamer ook echt krijg ga ik even checken of die kamers me wel aanstaan. Ik denk dat deze droom het makkelijkst te analyseren is: de pijnlijke zoektocht naar een woonruimte in Amsterdam laat me nooit meer los. Maar toch, waarom droom ik alleen maar woningen in grote studentencomplexen ver buiten het centrum, en nooit dat ik moet hospiteren voor een klein zolderkamertje in de Jordaan?

20 Comments

Filed under dit past echt nergens in

keanekronieken

Was eigenlijk de bedoeling om al mijn familieleden onzichtbaar te maken vanwege privacy en zo, maar wie er naast me zit zie ik zelf niet eens en mijn zusje staat er gewoon te mooi om om weg te painten. Dus vandaar.

Hoe ongemakkelijk was ik toen ik dertien was? Zo ongemakkelijk als op bovenstaande foto, dus. Dat arme kind. De foto is acht jaar oud en een mooie documentatie van het moment waarop ik het debuutalbum van Keane kreeg. Een omslagpunt in mijn muziekleven – dit was de eerste ‘serieuze’ band waar ik naar luisterde en, niet veel later, die-hard fan van werd (ik reken Avril Lavigne  voor het gemak niet mee als serieuze artiest).

Vanwege het feit dat ik geen geld had, YouTube en downloadprogramma’s nog niet bestonden en de rest van mijn muziekcollectie drie exemplaren telde, luisterde ik non-stop naar deze cd. Was niet erg; destijds voelde het als het enige album dat ik nodig had. Ik kende alle teksten en melodieën van voor naar achter en kon letterlijk verdwijnen in nummers als Your eyes open en en Bedshaped. Ik dacht dat dit nooit over zou gaan.

Het tweede album vond ik, net als de rest van wie zo veel van Keane hield, wat minder; de sound was anders, “het gevoel was weg.” Bladiebla. Het derde album vonden veel fans verschrikkelijk (“rottige bliepjesherrie”), maar ik vond het wel leuk, casual-leuk. Zoals vroeger was het toch al lang niet meer, maar heel erg leed ik hier nu ook weer niet onder.

Vorige week verscheen het vierde album, Strangeland. De sound doet denken aan hun debuut maar dan slechter, als je sommige fans mag geloven. Zelf is het me nog niet helemaal gelukt om een mening te vormen. Ik luister het met veel plezier, maar de eeuwigheidswaarde moet nog bewezen worden, zeg maar. Het scheelt dat ik niet hardnekkig op zoek ben naar ‘het gevoel’: dat heb ik ook bij hun eerste album al lang niet meer.

Mijn lach op de volgende foto is iets geposeerder. Ik ben wat ouder, draag wat meer make-up en voel ietwat minder voor Keane, maar ongemakkelijk blijft het altijd als iemand anders op Singstar een Keane-liedje gaat zingen, word ik toch boos. Het is immers mijn band.

Keane – You are young

26 Comments

Filed under muziek, vroegah

virtuele pluizigheid en de tand des tijds

Mijn zusje heeft hondjes. Ze heten Pepper, Tessa en Lucky. Ze roept ze door het schermpje van haar fancy Gameboy: “Pepper! Sit! Pepper! Pepper! Pepper! Sit! Sit! Sit! Jaaaaaaaaaa, goodgirlgoodgirlgoodgirl!”

Als mijn zusje het later over haar jeugdtrauma’s zal hebben, zal ze waarschijnlijk zeggen dat ze ‘geen hond mocht’. Ik dank god op mijn blote knieën dat ik geen hond kreeg toen ik erom vroeg (stel je voor dat dat beest nog steeds geleefd had!). Gelukkig maar dat zij vele surrogaatviervoeters op een beeldscherm heeft, want ik weet niet wat ze anders met al die dierenliefde had aangemoeten.

Toen mijn broertje en ik haar leeftijd hadden, zaten we in een soortgelijke situatie. Wij konden (om beduidend andere redenen) ook geen Pokémon in huis nemen en moesten daarom onze pokémontrainerskills maar uitleven op onze minder fancy Gameboys. Met uiterste zorg en aandacht zocht ik naar Pidgeys en Taurossen, en ja, zodra ik een mythische Pokémon in een hoekje van een grot had gedreven kirde ik ook tegen mijn Ivysaur dat-ie zo lekker bezig was.

En als het daarbij bleef! Maar nee, ook als mijn beeldscherm uit stond was ik samen met mijn Pokémon. Als ik naar school fietste, zat ik eigenlijk op de rug van Arcanine. Als ik aan het tennissen was, had ik Eevee aan mijn zijde.

Mijn liefde voor die beesten eindigde toen het spel maar bleef vastlopen en ik telkens opnieuw moest beginnen. En okee, je wordt oud en als niemand met je met de pokémonkaarten wil spelen is het ook niet meer leuk.
Bovendien: liefdes voor dingen die niet bestaan, vervagen nu eenmaal sneller dan the real thing. Zodra de buzz voorbij was stierven mijn Pokémon. Hun leven was korter dan die van de gemiddelde cavia.

Nu maar zien of mijn zusjes liefde voor honden de tand des tijds doorstaat. Ik kan slechts hopen dat haar fancy Gameboy het niet begeeft.

17 Comments

Filed under rare wereld