Een van de vele voordelen van een zeven jaar jonger zusje hebben is dat je al je ouwe meuk bij haar kunt dumpen. Dat klinkt lullig en dat is het ook, maar vroeger zag ik dat probleem niet zo. En zij al helemaal niet, trouwens. Wanneer ik bij het opruimen stuitte op armbandjes/stickers/een gek beeldje waar ik niets (meer) mee kon maar waar ik toch te veel gevoel bij had om het in de vuilnisbak te mieteren, vroeg ik gewoon of zij het wilde. Het antwoord was altijd ja. Bovendien snapte ze nooit waarom ik dat in godsnaam weg had willen doen. Die armbandjes/stickers/gekke beeldjes waren toch hartstikke leuk? En zo werd mijn kamer steeds leger en steeds meer zen, terwijl haar kamer steeds meer begon te puilen met spullen die ze eigenlijk niet nodig had en die ook helemaal niet zo leuk waren.
Maar what goes around, comes around. Hoewel ik op dit punt gezegend ben met een zusje dat niet bepaald goed is in opruimen en NOOIT. IETS. WEG. WIL. GOOIEN. (vindt mijn moeder wat minder leuk), heb ik de laatste jaren regelmatig iets in mijn kamer gevonden wat al heel lang niet meer van mij was. Meestal met een briefje erbij dat mijn zusje het niet meer wilde. Liever had ik gezien dat ze het stiekempjes weggooide – was ik toch nooit achter gekomen. Nu moest ik het weer gaan bewaren.
Naarmate ik langer uit huis ben, verandert er trouwens steeds meer aan mijn oude slaapkamer. Ik moet met lede ogen aanzien hoe deze ruimte langzaam verandert in een museum voor spullen die mijn zusje niet meer moet. Als ik mijn kast open, vind ik haar overtollige knuffelbeesten, mijn planken zijn gevuld met de boeken waar ze is uitgegroeid. Op zich is dat prima, want ik woon hier niet meer, maar aangezien ik er toch vaker slaap dan normaal is voor een 23-jarige, voel ik me hard getroffen door deze troepkringloop – zeker als mijn moeder me dan ook nog eens vraagt of ik die kamer eens op wil ruimen.
(Ondertussen lacht mijn broertje, die als een echte vent bijna geen spullen heeft en dus ook niets kwijt moet.)
Toen mijn ouders en zusje op vakantie waren, bent ik maar op het verzoek van mijn moeder ingegaan. De armbandjes/stickers/beeldjes die ik niet meer wilde, gingen linea recta een grote vuilniszak in – opdat niemand hier ooit nog mee geconfronteerd zal hoeven worden.
Mijn zusje zal wel teleurgesteld zijn als ze dit leest, maar op lange termijn is het ook beter voor haar.
je arme zusje.
Hahahah! Daar moest ik om lachen
Spullen weggooien is echt een hel :c
Hahaha, super herkenbaar. Helaas ben ik alleen het zusje van 7 jaar jonger! Inmiddels ben ik alweer een aantal jaar het huis uit, maar als ik bij mijn ouders kom is de vraag toch regelmatig of ik de spulletjes in mijn kastjes eens uit wil zoeken en tja.. dan kom je al die leuke troepjes tegen met herinneringen. (Inderdaad: stickerboeken, beeldjes, knuffels pff) Misschien dat ik ook maar stiekem mijn spulletjes ga verstoppen in de kast van mijn zussen.
Ja, maar misschien mieteren zij het dan wél zonder blikken of blozen in de vuilnisbak… of wil je dat juist? 😉
HOE DURF JE SPULLEN WEG TE GOOIEN LISA NEE NEE NEE NEE
RUSTIG AAN HÈ
Haha leuk! Ik geef ook altijd alles aan m’n jongere zusje, lekker makkelijk!
Hahaha geweldig leuk geschreven. Ik kan ook maar moeilijk afstand doen van spullen en als ik dat dan doe probeer ik het vaak ook bij iemand te dumpen of een andere plek (buiten mijn kamer) te geven. Maar eigenlijk kunnen 9 van de 10 dingen beter meteen de prullenbak in…
Hahaha leuk zo’n zusje. Ik hoop dat ze niet al te zwaar aan de grote opruiming zal tillen.
Oh nee toch Lisa… Stel je voor hoe al die spullen de vuilniszak zicht zagen gaan net als dat meisje die put…